Uitblinkers op alle cols
De meest opvallende ploeg in de
Tour is het Spaanse Kelme, een van de meest opmerkelijke renners de
Colombiaanse Kelme- coureur Santiago Botero, die zaterdag een rit won
en in de bergtrui de weg vervolgt naar Parijs.
Door onze redacteur WARD OP DEN BROUW
COURCHEVEL, 17 JULI. Acht van de negen renners van Kelme die ruim twee
weken geleden in Futuroscope aan de Ronde van Frankrijk begonnen,
rijden nog mee in het peloton. De oudste van alle profploegen - het team
van de schoenenverkopers Pepe en Diego Quiles deed eenentwintig jaar
geleden zijn intrede in de wielersport - was gisteren in de finale van
de vijftiende etappe voor een moment voltallig. Een grappenmaker die
zich als Kelme-coureur had uitgedost, stapte in de laatste deel van het
parcours op een racefiets en slaagde er even in om de man bij te houden
die onbedreigd op de finish in het wintersportoord Courchevel afreed,
Marco Pantani.
Op de cols is het vooral de trui in de kleuren blauw, groen en wit, die
opvalt. Het blauw symboliseert de Middellandse Zee, het groen staat
voor de palmbomen in Elche waar schoenenreus Kelme een fabriek bezit,
wit zit opgesloten in de naam van de Costa Blanca, de Spaanse
kuststreek die met de tv-zender Eurosport als subsponsor van de ploeg
optreedt.
Bij vrijwel elke ontsnapping bergop in de Tour is een Kelme-renner
betrokken. Kelme is met een budget van nog geen acht miljoen gulden de
kleinste van de drie Spaanse ploegen in de Tour, achter Banesto bezet
het de tweede plaats in het ploegenklassement. In het klassement staan
drie Kelme-renners bij de eerste tien: Roberto Heras (5de), de
Colombiaan Santiago Botero (8ste) en kopman Fernando Escartin (9de).
Niet oudgediende Escartin (32), die vorig jaar een etappe won en achter
Armstrong en Zülle als derde eindigde in de Tour, maar Heras (26),
Otxoa (25) en Botero (27) zijn de meest opvallende renners in de ploeg.
De tijdrit vormt de achilleshiel van de ploeg. In de ploegentijdrit
naar Saint-Nazaire, in de eerste week van de Tour, was winnaar Once
ruim vijf minuten sneller dan het klimmerscollectief van ploegleider
Vicente Belda.
In de bergen was Otxoa de eerste die Kelme succes bracht. De Bask
zegevierde vorige week op de Hautacam, in de eerste bergetappe in de
Tour. Hij was ongrijpbaar voor Armstrong, die tweede werd en de gele
trui veroverde. Otxoa schreef geschiedenis voor zijn ploeg. Nooit
eerder had een renner van Kelme in de afgelopen decennia in de Tour in
een leiderstrui gereden, op de Hautacam mocht Otxoa de bolletjestrui
voor de beste klimmer in ontvangst nemen. Een andere hoge klassering
van een Kelme-renner was voor Botero. De Colombiaan was vorige week
alleen met Erik Dekker naar Revel gereden. Vlak voor de streep was
Botero een gemakkelijke prooi voor de Nederlander, die op die dag ook de
bolletjestrui veroverde. Na drie bergetappes hangt de witte trui met de
rode bolletjes om de schouders van Botero, tevens aanvoerder van het
klassement van de strijdlustigste renner.
Santiago Botero is een opmerkelijke verschijning in het peloton, al was
het alleen maar omdat hij een universitaire achtergrond heeft - hij
studeerde economie, leest net zo graag de Wall Street Journal
als de sportkranten en zou in de plaatsen die hij als renner aandoet
graag de kerken en musea bezoeken. Een leven als beeldhouwer en
schilder, net als zijn naam- en landgenoot Fernando Botero, was ook wel
wat voor hem geweest. Met zijn solozege van zaterdag in Briançon
en zijn ereplaats in Courchevel zorgde Botero er voor dat het
Colombiaanse wielrennen weer leeft. Zo opvallend presteerden de
klimspecialisten uit Latijns-Amerika niet meer sinds Chepe Gonzalez in
1996 in Valence een Touretappe won, het jaar waarin ex-mountainbiker
Botero profrenner werd, bij Kelme. Nadat ploeggenoot Carlos Alberto
Contreras al vroeg de Tour verliet, is Botero de enige in de Tour die
de eer van zijn land verdedigt, en met verve. De in Spanje woonachtige
renner komt daar trouwens niet zo vaak. En nu hij in eigen land de
voorpagina's heeft gehaald is de in Medellin geboren Botero nog banger
dat hij bij terugkeer in zijn vaderland zal worden ontvoerd, een vrees
die hij deelt met zijn landgenoot Victor Hugo Peña, die ook in
Spaanse fietst, bij Vitalicio. Colombiaanse guerrillero's hielden dit
jaar twee wielerhelden vast, Luis Herrera en Oliveiro Rincon. Ze werden
vrijgelaten, maar dat maakt de angst bij Botero en Peña niet
minder. Herrera was de eerste Colombiaan die een Touretappe won. De
kleine klimmer won in 1984 op Alpe d'Huez, een jaar later volgden twee
etappe-overwinningen en ging hij met de bolletjestrui naar huis, net
als in '87. Rincon won een Touretappe in '93. Botero, voor een
Colombiaanse klimmer met zijn 1.83 meter lang, treedt in de voetsporen
van Herrera, de wielerheld uit zijn jeugd. Als hij morgen standhoudt in
de laatste bergrit, Courchevel-Morzine, dan staat Botero zondag naast
de waarschijnlijke winnaar Armstrong en groenetruidrager Erik Zabel, de
beste sprinter in het peloton, op het podium in Parijs.