Boogerd van de ene op de andere dag
waterdrager
Achterop de motoren die in de
karavaan van de Ronde van Frankrijk rijden zie je taferelen die de
huiskamer zelden bereiken. Verslag van een duopassagier.
Door onze redacteur WARD OP DEN BROUW
DRAGUIGNAN, 15 JULI. Vlak voordat de renners in Avignon aan de dertiende
Touretappe beginnen, tegen twaalven, start Pascal Herledan zijn motor.
Met z'n 1.000 cc Kawasaki rijdt hij verslaggevers rond die de renners
van start tot finish van dichtbij willen zien. Al voor het achtste jaar.
De 42-jarige Parisien leidt een afwisselend leven. Tijdens Roland Garros
verricht hij hand- en spandiensten en in speelfilms heeft hij rolletjes
als figurant. Onder het rijden haalt motard Herledan uit zijn
tanktas een Polaroid-foto waarop hij als film-'flic' te zien is. Een
beroep heeft hij niet, hij noemt zichzelf un vagabond, een
vrijbuiter. Smalle straten in kleine dorpjes en asfaltwegen die
wijngaarden doorsnijden vormen vandaag zijn werkterrein.
Achterop de motor in de Tour zie je taferelen die zelden de huiskamer
bereiken. Na enkele tientallen kilometers laten de meeste waterdragers
van de twintig ploegen zich terugzakken tot bij de ploegleiderswagens.
Op zich niks bijzonders. Zoals elke dag slaan ze bidons met drank in
voor zichzelf maar vooral voor hun ploeggenoten.
De Belg Paul van Hyfte van Lotto, zijn landgenoot Geert van Bondt voor
de ploeg van TVM, de Amerikaan Tyler Hamilton voor de ploeg van
geletruidrager Lance Armstrong.
En wie vervult die nederige helpersrol bij Rabobank? Michael Boogerd!
Een dag nadat hij op de Mont Ventoux niet meekon met de besten en een
goede eindklassering in het algemeen klassement verspeelde, stelt de
kopman van de grootste Nederlandse wielerploeg zich in dienst van zijn
acht ploeggenoten. Nadat hij zijn petje heeft weggegooid, pakt hij
rijdend naast de wagen van ploegleider Theo de Rooy de ene coca-colarode
bidon na de andere aan. Twee stopt hij er in zijn bidonhouders, vier in
de twee rugzakken waarop zijn startnummer 41 is vastgeprikt en nog twee
onder zijn tricot, tegen zijn schouderbladen geklemd. De meeste
'waterdragers' grijpen de gelegenheid aan om zich tijdens het aanpakken
van de bidons even op sleeptouw te laten nemen. Ze houden de bidons wat
langer dan nodig vast en krijgen zo meters op de terugweg naar het
peloton cadeau.
Sommige renners zullen die dag het peloton niet meer zien, zoals Leon
van Bon. Hij laat zich terugzakken naar de Tourarts, die vanuit een wit
cabrioletje achter de wagen van koersdirecteur Leblanc medische hulp
verleend. Met zijn rechterhand gaat de kampioen van Nederland aan de
auto hangen, met links wrijft hij over zijn buik. Het medisch bulletin
van later die dag meldt dat Van Bon last heeft gehad van 'aanhoudende
spijsverteringsproblemen'.
Grappig om te zien hoe renners afstappen om in de berm een plas te doen.
Een beetje voorovergebogen en zelden in de buurt van toeschouwers.
Schitterend om te zien hoe een renner die met twee anderen al op het
eerste klimmetje van de dag is gelost woest kijkend zijn middelvinger
opsteekt naar een collega die weigert kopwerk te doen. Zo komen we
natuurlijk nooit meer terug bij het peloton, zie je hem foeteren.
Mensen langs de kant - vanwege de nationale feestdag, Quatorze Juillet,
is de belangstelling groter dan op een gewone vrijdag - staan daar niet
alleen met camera's, ook met uitgestoken gsm's, om bekenden deelgenoot
te maken van de geluiden in de Tour. Het geronk van de helikopters die
permanent boven de renners hangen, van de motoren van fotografen en
gendarmes, de veeltonige claxons van flitsende Alfa's met directieleden
en koerscommissarissen, en het geraas van de ploegleidersauto's die in
colonne de renners volgen. Jammer dat ze aan de andere kant de
uitlaatgassen niet kunnen ruiken. Of kunnen voelen hoe hard het zadel
van de motoren is.
Niet alleen de renners, ook volgers als Pascal Herledan zijn de helden
van de Tour. Manoeuvreren tussen de ploegleiderswagens, met de
achteruitkijkspiegel rakelings langs toeschouwers die slechts oog
hebben voor wat er achter de motoren komt, bijna wegslippen op de witte
streep van een zebrapad. Soms gaat het verkeerd. In het voorbijrijden
zagen we onderweg iets dat op een ernstig ongeluk leek. Politie,
brandweer, dekens.
Meestal loopt het goed af. Zoals vlak voor de finish, als achter de
eerste renners een zwart hondje het parkoers oprent. Ploegleiders
trappen op de rem en een agent-te-voet met te weinig conditie slaagt er
na een paar schijnbewegingen van het angstige dier in om de amokmaker
te vangen. Twee minuten later spurt een groepje van zes renners, en
even later het peloton, langs de plek van het incident. Om vier uur,
Vicente Garcia-Acosta heeft gewonnen, zit de reis door 't hart van de
Tour er op. Herledan vervolgt even later op de motor zijn weg, naar
Saint-Tropez. De vagebond lacht. "Ik slaap vannacht bij een vriendin."