Boogerd krijgt een zes en ziet af als een
beer
Michael Boogerd werd gisteren
gelost op de Hautacam. Zijn ploegleider Theo de Rooy waardeerde zijn
prestatie op de laatste beklimming van de eerste bergetappe met 'een
zesje'.
Door onze redacteur WARD OP DEN BROUW
LOURDES, 11 JULI. Op het moment dat gistermiddag in het Ibis-hotel in
het centrum van Lourdes een felicitatiefax voor Erik Dekker binnenkwam,
afkomstig van de hoofddirectie van Rabobank in Utrecht, incasseerde de
wielerploeg van Theo de Rooy de eerste teleurstelling in de Tour de
France. Michael Boogerd wilde de successen van zijn ploeggenoten Leon
van Bon en Erik Dekker in de Pyreneeën een passend vervolg geven,
maar in de laatste beklimming van de eerste bergetappe kwam de kopman
tekort. Boogerd eindigde als achttiende, op 5.14 minuut van winnaar
Javier Otxoa, in het algemeen klassement kijkt hij aan tegen een
achterstand van 7.33 op geletruidrager Lance Armstrong.
Lange tijd zag het er goed uit voor Boogerd en trapte hij op de pedalen
in een groep met de oud-Tourwinnaars Armstrong, Jan Ullrich en Marco
Pantani en klimmers die de afgelopen jaren in Parijs ook op het podium
stonden, zoals Alex Zülle en Richard Virenque.
Armstrong was gisteren voor alle klassementsrenners ongrijpbaar, maar op
de top van de Hautacam moest Boogerd behalve de Amerikaanse superrenner
nog zestien andere renners laten voorgaan. De concurrenten waar hij in
de finale van de tiende etappe zo graag bij was gebleven, zoals
Zülle en Ullrich, waren ruim een minuut sneller. "Ik heb alles
gegeven, maar er waren er zeventien beter", zei Boogerd op weg naar
kamer 203 in het hotel in Lourdes waar hij de nacht doorbracht.
Een grote klap had hij naar eigen zeggen niet gehad. "Ik stond niet
stil. Ik kon gewoon niet harder en op het laatst heb ik wat tijd
verloren. Ik hoop in elk geval dat ik in de Alpen geen klapjes krijg in
de finales. Hoe zwaar het was? Verschrikkelijk, met dat slechte weer. Ik
heb afgezien als een beer."
Een plaats bij de eerste tien in het eindklassement, het doel dat
Boogerd zich vooraf had gesteld, is nog haalbaar. "We moeten kijken hoe
het op de Ventoux en in de Alpen gaat", zei de kopman van de Raboploeg.
"Het is een vreemde Tour. Er is weinig gecontroleerd vandaag en dan weet
je niet hoe het in de wedstrijd gaat lopen. Er kunnen ook groepen
wegrijden en minuten pakken en op die manier kunnen er jongens naar
voren schuiven in het algemeen klassement."
Net als veel van zijn collega's was Boogerd diep onder de indruk van het
machtsvertoon dat Armstrong etaleerde. "Dat was echt niet normaal.
Niemand kon hem volgen. Hij reed gewoon twee keer zo hard als de rest."
Allerminst verslagen maar wel teleurgesteld vervolgde Boogerd zijn weg
naar kamer 203, als enige renner die de afgelopen nacht geen kamer met
één van zijn ploeggenoten hoefde te delen. Boogerd
verlangde naar een douche.
Net als de kopman had ploegleider Theo de Rooy met open mond naar
Armstrong gekeken. "De eenvoud. Hij speelt gewoon, het is net een
machine." De matige prestatie in de finale van de eerste bergetappe van
zijn eigen kopman, Boogerd, waardeerde hij met 'een zesje'. "Hij ging
aanvankelijk goed mee. Maar vanaf het moment dat Zülle en Bartoli
demarreerden en ook Ullrich wegreed, ging het met Michael minder. Tot
dat moment kon hij zich goed handhaven. Ik had ingeschat dat hij wel bij
die mannen zou kunnen blijven, maar nu verliest hij een minuut. Dan
slaat de twijfel toe. Toen zag je ook nog renners uit de achtergrond
terugkomen, zoals Van de Wouwer, en daar kon hij ook niet meer bij
blijven. Michael heeft wel een klapje gehad. Normaal zie je hem ook niet
zo kapot gaan. Dan duurt het wat langer, gaat het wat geleidelijker. In
een kort tijdsbestek was het met hem gebeurd."
Boogerd: "Op het laatste moment kon ik niet meer. Ik moest Ullrich laten
gaan." Dat hij bij Pantani wegreed, deed Boogerd niet zoveel. "Dat zegt
niks. De volgende keer rijdt hij mij eraf."
De ploeggenoten van Boogerd haakten gisteren snel af op de flanken van
de Marie Blanque, de Aubisque en de Hautacam. Al vroeg in de eerste
bergetappe moest de kopman het zonder knechten stellen. De Rooy: "Op de
Aubisque (de voorlaatste col, red.) was Niermann snel weg en Zberg was
helemaal rap vertrokken. Wat er aan de hand was weet ik ook niet. Dat
was gewoon slecht." De Rooy hield een dubbel gevoel over aan de
avonturen op de Hautacam. "Enerzijds ben ik teleurgesteld. Aan de andere
kant, zo slecht reed Michael ook weer niet. Ik kan nog altijd niet
zeggen dat dit het einde van de Tour is. Zeker niet!"