De katapult vertoont slijtage
Hij verdient een
miljoenensalaris. Hij rijdt voor een professionele ploeg. Hij is in de
bloei van zijn wielerleven. Maar hij kon de hooggespannen verwachtingen
niet waarmaken in de eerste wedstrijdweek van de Tour de France. Jeroen
Blijlevens is het sprinten verleerd.
Door Jaap Bloembergen en Ward op den Brouw
Drie ongeschreven wielerwetten zijn niet van toepassing op de beste
sprinter van Nederland. Een renner die vader wordt, rijdt de stenen uit
de straat. Zijn hart borrelt van opwinding, zijn benen doen de rest. Een
renner die de dertig nadert, is op het toppunt van zijn kunnen. Zijn
lichaam doet wat zijn geest wil. Zijn ervaring biedt alleen maar
voordelen. Een renner die voor een Italiaanse sponsor fietst, voelt zich
gesterkt door de randvoorwaarden. Elke dag schone sokjes, elke dag een
nieuw stuurlint.
De 28-jarige Jeroen Blijlevens heeft de ongeschreven wielerwetten niet
als een voordeel ervaren. Hij staat nog altijd in het krijt bij de
tweeling die zijn echtgenote dit najaar verwacht. Zijn overwinning in de
Driedaagse van de Panne droeg hij dit voorjaar op aan de helft van de
gezinsuitbreiding. Met een tweede seizoenszege zou hij aan de familiaire
verplichtingen hebben voldaan. Maar zijn erelijst is nog even bleekjes
als drie maanden geleden. In de Giro stelde hij zijn Italiaanse sponsor
Polti teleur. In de Tour reed hij tot dusverre voor spek en bonen mee.
Gisteren zag hij ook zijn voorlopig laatste kans op een zege in een
betrekkelijk vlakke etappe in rook opgaan. In de eerste week miste hij
kracht, zaterdag voelde Blijlevens die een beetje terugkomen. "Als ik me
zaterdag zo had gevoeld als eerder in de week, was ik net als Koerts al
thuisgeweest."
"Dit was een hele slechte week", concludeert Blijlevens na de achtste
etappe in Villeneuve-sur-Lot. Met een sip gezicht en een blik die
berusting uitstraalt, geeft hij uitleg over de vormcrisis die halverwege
het seizoen chronische vormen heeft aangenomen. "In de Giro reed ik
goed, maar won ik niks. In de Tour is het misschien andersom. Ik heb
helemaal geen macht. Na elke versnelling zit ik aan het blok. Toch moet
de conditie goed zijn, want na elke etappe is mijn hartslag laag. Elke
dag is een gemiste kans", zegt hij een etmaal voor de vlakke zondagsrit
naar Dax.
Vanaf vandaag rijdt hij in de gevreesde bergen. Met zijn dikke
bovenbenen heeft hij weinig te zoeken in de Alpen en de Pyreneeën,
hoewel zijn klimcapaciteiten door een streng dieet zijn toegenomen.
Volle borden met pasta moet hij tegenwoordig laten staan. "Waar moet ik
de energie dan vandaan halen", vraagt Blijlevens zich vertwijfeld af.
Elk grammetje vet wordt bij Polti als overtollige ballast beschouwd.
Manager Gianluigi Stanga wenst veelzijdige coureurs, die op alle
terreinen uit de voeten kunnen. "Toch ben ik een betere renner
geworden", meent Blijlevens. Volgens zijn voormalige ploegleider Cees
Priem is dit niet het geval. "Een sprinter moet blijven sprinten en niet
leren klimmen", doceert de man die Blijlevens in 1994 zijn eerste
profcontract voorlegde.
Priem was bij TVM een vaderfiguur voor Blijlevens. De gewezen ploegbaas
heeft zijn oogappel zien veranderen, zoals alle renners die de smaak van
het succes te pakken hebben. De overgang naar Polti lag in de lijn der
verwachtingen. Bij de Italiaanse sponsor verdient hij naar verluidt
anderhalf miljoen gulden. "Hij was toe aan een nieuwe uitdaging",
schampert Priem. "Nou, hij heeft het avontuur aan den lijve ondervonden.
Dat zie je bij meer renners. Ze gaan naar het beloofde wielerland
Italië en keren met rasse schreden terug."
Volgens Priem is Blijlevens gemakzuchtiger geworden. Door het geld en de
kinderen leert hij het leven relativeren, meestal geen goed teken voor
een topsporter. "De honger is minder groot", constateert Priem. "Er zit
geen muziek in. Hij heeft een vorstelijk contract van twee jaar en hoeft
niet meer zo nodig. Hij heeft geluisterd naar zaakwaarnemers die geen
verstand van fietsen hebben. Zij hebben hem een grote worst voorgehouden
en het belang van de renner verwaarloosd", spreekt Priem uit ervaring.
Blijlevens is een lichtgewicht ten opzichte van concurrerende sprinters
als de Belg Tom Steels en de Duitser Erik Zabel. In wielertermen: hij
kan niet door de wind rijden. Hij is geen krachtpatser die de laatste
kilometer zonder hulp naar de overwinning snelt. Hij moet in een zetel
naar de eindstreep worden gedragen. Bij TVM reed de hele ploeg in dienst
van de kleine kopman. Hij werd van eten en drinken voorzien. Hij werd
voortdurend uit de wind gehouden. "Zo'n ploeg kun je niet kopen", meent
Priem. "Daar hebben we met z'n allen jaren aan gewerkt. Dat menneke
hoefde bij ons geen trap te veel te doen. De ander jongens wisten
precies wanneer ze een gat moesten laten vallen."
Blijlevens mist het treintje van TVM, zoals hij het langgerekte lint van
beulende ploeggenoten omschrijft. Bij Polti heeft hij een beschermde
status, maar is hij geen onbetwiste kopman. In de Giro waren alle ogen
gericht op de Italiaanse klimmer Ivan Gotti. In de Tour wordt Richard
Virenque naar voren geschoven. Zelfs in de vlakke etappes weet de Franse
klimmer zich omringd door een aantal ploeggenoten. Deze aandacht gaat
ten koste van Blijlevens, die bij zijn nieuwe sponsor de rol van
buitenbeentje krijgt toebedeeld. "Zonder hulp zal hij moeite hebben om
Parijs te halen", voorspelt Priem.
Blijlevens is een katapult, zoals de bijnaam luidde van de sprinter Theo
Smit in de jaren zeventig. Hij versnelt pas in de laatste meters en is
daarom zo afhankelijk van zijn ploeggenoten. Smit won twee massasprints
in de Tour. Blijlevens won vier massasprints. Hij moet op de Franse
erelijst voorlopig zijn meerdere erkennen in twee Nederlandse
krachtsprinters. Gerben Karstens won zes keer een etappe in de Tour.
Jean-Paul van Poppel is recordhouder (van de sprinters) met negen
overwinningen.
Blijlevens loopt al vast vooruit op een vierde wielerwet, die leert dat
sprinters met kinderen eerder in de remmen knijpen dan sprinters zonder
kinderen. Kamikazepiloten als de Ier Sean Kelly en de Belg Johan Museeuw
ondergingen een gedaantewisseling toen zij eenmaal het vaderschap hadden
aanvaard. Het doel heiligde niet langer alle middelen. Blijlevens is
bepaald geen studiebol, maar zijn woonkamer in het Belgische Meerle is
volgens verschillende bronnen vergeven van de babyboeken.
Blijlevens ontkent dat het aanstaande ouderschap van invloed is op zijn
sportieve prestaties. Toch zijn de indirecte gevolgen het vermelden
waard. Uit ruimtegebrek heeft hij zijn appartement in Bergamo moeten
opzeggen. Hij mist nu het contact met zijn ploegleiders en zijn
ploeggenoten die bijna allemaal in Lombardije woonachtig zijn. Volgens
Priem heeft een sprinter overigens niets te zoeken in een heuvelachtige
streek. "Jeroentje woonde bovenop een berg. Na elke training moest hij
nog een paar honderd meter klimmen. Heel slecht voor de benen."
Blijlevens erkent dat hij in Italië zijn gebruikelijke oefenrondjes
op de piste en achter de derny heeft gemist. Een massaspurt is niet na
te bootsen. Daarom moet een sprinter tijdens de training zo veel
mogelijk snelheid zien te maken. Op de vlakke Brabantse wegen heeft hij
deze kunst onder de knie gekregen. Op de vlakke Vlaamse wegen heeft hij
zijn specialiteit kunnen perfectioneren.
Een nadeel van zijn terugkeer naar het Belgische Meerle is de
onopgeloste taalbarrière. In de massasprints heeft hij
communicatieproblemen met de meeste ploeggenoten. Wielerjargon laat zich
toch al lastig vertalen. Kwakken, stoempen, telefoneren: deze
termen staan niet vermeld in een LOI-cursus. Blijlevens volgde afgelopen
winter een paar Italiaanse lessen in Vught. Hij zat de meeste tijd naar
buiten te staren. "Werkwoorden vervoegen is nooit mijn sterkste punt
geweest", verklaart hij zijn geringe leergierigheid. Maar hij ontkent
dat het gebrek aan goede uitslagen wordt veroorzaakt hij een gebrek aan
talenkennis. "Go is go, stop is stop, makkelijk zat."