Weinig renners rijden zo hard als Dekker
Door onze redacteur WARD OP DEN BROUW
VILLENEUVE-SUR-LOT, 10 JULI. Een
reeks van sportieve tegenslagen kenmerkte de afgelopen jaren de
wielercarrière van Erik Dekker. Zaterdag zette hij in een stadje
in de Dordogne een vette streep door die lange periode vol
misère.
Een van de meest aanvallende renners uit de eerste week van de Tour zag in Villeneuve-sur-Lot zijn tomeloze inspanningen
beloond met een etappezege. Op slag was de 29-jarige Raborenner de
ellende vergeten. Huilend reed hij over de finish. "Hij wilde een
nummer opvoeren en dat heeft hij hier gedaan", sprak een net zo
gelukkige Theo de Rooy, zijn ploegleider. "Hij steekt in de vorm van
z'n leven. Weinig jongens die zo hard kunnen rijden als Dekker."
Aan de vooravond van de 203,5 kilometer lange etappe vanuit Limoges had
Dekker al tegen zijn ploegmaten gezegd: "Bij kilometer nul ga ik
demarreren." Hij voerde zijn plan uit, maar nog zonder succes. Enkele
tientallen kilometers later lukte het Dekker wel voorgoed los te komen
van het peloton, in een ontsnapping mede ingeleid door ploeggenoot Jan
Boven.
Dekker plaatste zijn beslissende demarrage, uit een kopgroep van vijf
man onder wie Bart Voskamp (Polti), op dertig kilometer van de
aankomst. Om beurten zouden ze demarreren, hadden Dekker en Voskamp
afgesproken, met als doel de kopgroep uiteen te staan. In een moordend
tempo soleerde Dekker naar de finish. "Wat duurden die laatste
kilometers lang. Zulke lange wegen", stamelde hij na afloop. "Maar dat
is nu allemaal vergeten." Woensdag was Dekker al dicht bij een
overwinning, toen hij ver voor de finish in Vitré met de Duitser
Voigt was ontsnapt. Vierhonderd meter voor de streep werden ze
gegrepen. In de tweede etappe viel Dekker ook al meteen aan. Hij kreeg
toen de Fransman Durand mee. Lange tijd reden ze op kop, maar ook deze
vlucht sneuvelde. Ondanks een krampaanval kwam Dekker nog net op tijd
over de streep. Bijna was zijn Tour na twee dagen voorbij. "Nadat ik
met Voigt vlak voor de finish was teruggepakt, was ik wonderbaarlijk
genoeg niet superteleurgesteld", zei Dekker zaterdag. "Misschien had ik
onbewust ook wel het idee dat ik deze Tour nog een kans zou krijgen. In
een interview een dag voor deze etappe had ik het over m'n eergevoel:
ik moest en ik zou een keer een grote overwinning pakken; een
wereldkampioenschap, een wereldbekerwedstrijd of een etappe in een grote
ronde, het liefst de Tour de France. Voorlopig is dat doel bereikt."
Zaterdag behaalde hij zijn mooiste zege. En werd hij ook nog beloond met
de bolletjestrui. Het jaar begon slecht voor Dekker. In de etappekoers
Parijs-Nice, begin maart, brak hij een elleboog. Twee maanden was hij
uitgeschakeld. Bij z'n rentree, in de Scheldeprijs in België, ging
Dekker weer onderuit en viel hij weer op z'n elleboog. Pas in de Ronde
van Italië kon hij weer wedstrijdritme opdoen. Na de Giro toonde
Dekker vorm in de Ronde van Zweden. Hij won er de proloog en een etappe
en reed twee dagen in de leiderstrui. Voorheen pakte Dekker het in de
Tour anders aan, bijvoorbeeld in 1997. "De eerste week in de Tour heb
ik helemaal geen gekke dingen gedaan en dat heeft er voor gezorgd dat
ik in de laatste week nog wat overschot had", zei hij drie jaar geleden
na de Ronde van Frankrijk. Toen stond hij met lege handen, zijn huidige
aanvalsdrift werpt meer vruchten af: behalve een etappe en de
bolletjestrui oogstte Dekker drie keer de prijs voor de meest
strijdlustige renner en mede door zijn inspanningen gaat Rabobank aan
de leiding in het ploegenklassement. "Het koersverloop zit ook mee",
zei Dekker. "Vorig jaar hadden we de eerste negen dagen een
massasprint. We hebben nu geen sprinter in de ploeg, maar we hebben wel
twee etappes gewonnen." De etappe-overwinning van Van Bon, donderdag in
Tours, smaakte bij de Raborenners naar meer. De Rooy: "Op het moment
dat van Bon wint, heb je een soort déclique in de ploeg.
Dat gaf iedereen meer zelfvertrouwen." Met zijn voorbeeldige Tour is
Dekker niet alleen alle lichamelijke tegenslagen te boven, het maakt
ook de tegenspoed goed die hij vorig jaar op het WK in Verona beleefde.
Daar mocht hij niet starten omdat bij een bloedtest was gebleken dat
hij een te hoge hematocrietwaarde had. Zolang het gebruik van het
bloeddopingmiddel EPO niet kan worden bewezen, laadt een renner de
verdenking op zich dat hij EPO heeft gebruikt. "Ik heb in Verona iets
meegemaakt wat ik niemand toewens. Dat heeft heel de winter door m'n
hoofd gespeeld." De Rooy: , ,We hebben met z'n allen geprobeerd Erik er
doorheen te trekken. Niemand twijfelde aan zijn goede trouw."
Ploegleiding en hoofddirectie gingen er van uit dat de oorzaak van de te
hoge hematocrietwaarde moest worden gezocht in "puur lichamelijke
omstandigheden". Ze stelden een onderzoekscommissie van wetenschappers
in die tot de conclusie kwam dat de toegestane grens van 50 was
gepasseerd omdat voor de bloedcontrole bij Dekker een bandje te lang en
te strak om zijn arm gespannen was. Volgens De Rooy is Dekker de man die
van alle renners in de ploeg het meeste respect krijgt, het resultaat
van zijn doorzettingsvermogen en opofferingsgezindheid. "Dekker is de
eerste en de laatste om 't vuile werk op te knappen. Hij kan zich ook
makkelijk wegcijferen voor de ploeg." De Rooy prees zijn renner.
"Ondanks alle tegenslagen heeft hij nooit de moed opgegeven. Iedere
keer weer opkrabbelen uit dat dal en terugvechten. Voor iedereen in de
ploeg is dit de grootste dag in de Tour. Omdat dit hem gebeurt,
omdat hij dit doet."