Drie renners uit Tour na test bloeddoping
Door een onzer redacteuren
LOUDUN, 3 JULI. Vlak voor de
start van de Tour de France is bij drie van de 180 wielrenners tijdens
een bloedtest een te hoge hematocrietwaarde vastgesteld. De Rus Sergei
Ivanov (Farm Frites), de Italiaan Rossano Brasi (Polti) en de Sloveen
Andrei Hauptman (Vini Caldirola) mochten zaterdag meteen hun koffers
pakken.
Een te hoge hematocrietwaarde kan door invloeden van buitenaf worden
veroorzaakt, maar kan ook het gevolg zijn van gebruik van het
bloeddopingmiddel EPO. Zelfs al hebben de betrokken renners zich niet
bezondigd aan EPO, dan nog laden ze de verdenking op zich het middel te
hebben gebruikt. Na de Tour wordt een test ingevoerd die EPO-gebruik in
urinemonsters kan aantonen.
De bloedtest was maanden van tevoren aangekondigd en wordt door de
internationale wielerunie (UCI) voorafgaand aan de drie grote ronden
(Italië, Frankrijk en Spanje) gehouden. Tijdens deze etappekoersen
kunnen bloedcontroles onaangekondigd worden uitgevoerd. Een renner met
een te hoge hematocrietwaarde mag twee weken geen wedstrijden rijden en
kan de competitie pas hervatten wanneer blijkt dat zijn
hematocrietwaarde tot vijftig of lager is gedaald. Bij controles in de
Tour van vorig jaar bleken alle renners onder de toegestane waarde van
het aantal rode bloedlichaampjes te zitten. Ivanov van Farm Frites moet
zich vandaag in het ziekenhuis melden voor een controle in opdracht van
de ploegleiding. Als blijkt dat de Rus nog steeds een te hoge
hematocrietwaarde heeft, dan wil de ploeg hem ontslaan, zei teammanager
Jacques Hanegraaf gisteren. De hoofdsponsor wil ondanks de tegenslagen
doorgaan met sponsoring. Bij Polti reageerde manager Stanga
aangeslagen. De Nederlander Jeroen Blijlevens mist na het wegsturen van
zijn ploeggenoot Brasi een renner die voor hem de massasprint kan
aantrekken.