De ongekende opmars van het Spaanse Telefónica
Conquistador van de verwachting
Door Steven Adolf
Voor de één is hij een visionair, voor de ander een praatjesmaker.
Maar over één ding zijn vriend en vijand het eens: saai is het
niet geweest sinds Juan Villalonga als onbekend bankier Telefónica
kwam leiden. De Spaanse veroveraar in het digitale tijdperk slokt nu ook Endemol
op. Nederland is gewaarschuwd.
Het was Big Brother. Officieel zijn er geen mededelingen over gedaan en
de bestuursvoorzitter Juan Villalonga hield het er in zijn toelichting vaagjes
op dat hij onder de indruk was van de ,,creativiteit'' van de televisieprogramma's.
Maar in de wandelgangen van het imposante hoofdgebouw van Telefónica
in Madrid heette het dat vooral de lotgevallen van Ruud, Bart en de andere
Big Brother-helden waren geweest die doorslaggevend waren voor de aankoop
van de Nederlandse televisieproducent Endemol door de Spaanse mediareus Telefónica.
En natuurlijk de 52 miljoen hits die werden genoteerd op de bijbehorende Internet-pagina
van Big Brother en het succes om het concept vervolgens aan de man te brengen.
Typisch weer zo'n aankoop die alleen topman Juan Villalonga had kunnen
doen, zo laat zich het commentaar op de koop van Endemol samenvatten. Endemol
kan de programma-formats gaan leveren voor een aantal televisiekanalen die
in het bezit van Telefónica zijn. Maar was dat een investering van
5,5 miljard euro waard? Het gaat vooral ook om formats voor Telefónica's
Internet-divisie Terra Networks en de derde generatie mobiele telefoons, met
hun supersnelle communicatiemogelijkheden, zo legde Villalonga uit op de videopersconferentie
die gelijktijdig in Madrid en Amsterdam werd gehouden.
Sinds hij in 1996 door zijn oude schoolvriend, premier José María
Aznar, werd benoemd als de topman die Telefónica moest privatiseren,
houdt Juan Villalonga de gemoederen verdeeld in Spanje. Voor de één
een visionaire ondernemer die het stof heeft afgeblazen van een behoudend
staatsbedrijf, voor de ander een bedenkelijke praatjesmaker die door een ongelukkig
toeval terechtgekomen is op een van de meest invloedrijke posities van het
Spaanse bedrijfsleven. Maar over één ding zijn vriend en vijand
het eens: saai is het niet geweest sinds Villalonga als onbekend bankier Banker's
Trust verliet om Telefónica te komen leiden. Als een conquistador in
het digitale tijdperk lijkt Telefónica onder Villalonga vast voornemens
uit te groeien tot een van de wereldspelers die straks de communicatiemarkt
bepalen.
Daar hebben vooral de aandeelhouders van Telefónica flink van geprofiteerd.
In vier jaar tijd verzevenvoudigde de waarde van het aandeel. Euforisch is
ook het management van Telefónica, dat het afgelopen jaar multimiljonair
werd dankzij een aandelen-optieplan dat door Villalonga werd ingesteld. Ongeveer
400 miljoen gulden werd verdeeld onder honderd topmanagers van Telefónica
en nog eens zestig miljoen gulden onder het management van Terra. Villalonga
is in de vier jaar dat hij bij Telefónica de scepter zwaait, uitgegroeid
tot een van de rijkste Spanjaarden.
Zelfs de katholieke kerk in Spanje, doorgaans weinig betrokken bij het
bedrijfsleven, veroordeelde de aandelen-opties van Telefónica. En ook
premier Aznar ontkwam er niet aan zijn schoolvriend te kapittelen. Het had
er immers alles van dat Villalonga en de zijnen op ruime schaal profiteerden
van de verborgen waarde van Telefónica die al die jaren van publiek
eigendom zorgvuldig was opgebouwd. Villalonga is er niet de man naar de zaken
terug te draaien. Integendeel: inmiddels is ook de 90.000 werknemers voor
een bedrag van 6,6 miljard gulden aan opties in het vooruitzicht gesteld.
Wie in Spanje zijn oor te luisteren legt bij de gebruikers van de diensten
van Telefónica hoort geluiden die ver weg staan van de koerseuforie.
Abonnees wier telefoonlijnen plotseling dood zijn door geklungel van een serviceteam
dat elders in de straat een nieuwe lijn aansluit. Geklaag over de hoge tarieven
van de vaste lijnverbindingen voor computergebruik. Boetes wegens het blokkeren
van de concurrentie. Overbelaste lijnen. Matige service.
Hoewel de vaste lijnverbindingen op de Spaanse thuismarkt toch nog altijd
goed zijn voor zo'n zestig procent van de omzet, zette vooral de internationale
expansie en de diversificatie naar het veelbelovende Internet-bedrijf de toon.
Op het Zuid-Amerikaanse halfrond heeft Telefónica de afgelopen tien
jaar een dominante positie weten op te bouwen. Begin dit jaar verraste Villalonga
door het nog op de beurs genoteerde minderheidsaandeel van vier van zijn Zuid-Amerikaanse
dochters op te kopen. De inkoop verliep volgens vast stramien: een dikke premie
(veertig procent) op de laatste koersen, een totaalbedrag van 21,5 miljard
dollar, uitbetaald in 922 miljoen nieuwe aandelen Telefónica. De operatie
past in de strategie van Telefónica om lokale dochterbedrijven in te
voegen in de horizontale divisies van het bedrijf. Beter één
centrale divisie die de producten levert aan alle lokale dochters, dan een
zee aan dochterondernemingen met hun eigen managementstructuur en productontwikkeling,
zo is de gedachte.
Telefónica begon al vanaf 1990 zich in te kopen in Latijns Amerika,
het achterland voor veel van Spanjes internationale bedrijven. Een uiterst
lucratieve zaak, aangezien het hier doorgaans staatsmonopolies betrof die
werkten tegen vaste tarieven. De agressieve expansie op de Zuid-Amerikaanse
markt kent ook haar keerzijde. Zo is de aanvankelijke vreugde over de aankoop
van de Braziliaanse staatstelefoonmaatschappij Telesp reeds omgeslagen in
klachten over vermeend conquistador-gedrag dat Telefónica tentoonspreidt.
Zo viel het ontslag van duizenden werknemers bij het voormalige staatsbedrijf
allerminst in goede aarde. Met de nieuwe concurrentie op de markt wordt de
druk om de lokale Telefónica-divisies verder uit te wringen er alleen
maar groter.
Telefónica wijst er evenwel op dat er vanuit Madrid wordt geïnvesteerd
in het Zuid-Amerikaanse continent als nooit te voren. Het concern stopte ruim
10 miljard dollar in zijn overzeese dochters. En stapte bovendien in een markt
die zeker in de jaren negentig nog als uiterst riskant werd beschouwd. Door
drastisch in het personeel te snijden, bereikte Telefónica een ongekende
stijging van de arbeidsproductiviteit, uitgedrukt in lijnen per werknemer.
Maar achter deze cijfers, zo menen de critici, gaat een hele andere realiteit
schuil van verslechtering van de dienstverlening en het weglekken van onvervangbare
kennis.
Met allianties op de snel veranderende telecommunicatiemarkt wil het minder
vlotten. Tot groot ongenoegen van zijn Europese partners zette Villalonga
niet lang na zijn aantreden een punt achter de aanwezigheid in Unisource,
het samenwerkingsverband van Telefónica met KPN Telecom, Swiss Telecom
en het Zweedse Telia. Het idee was dat Unisource samen met AT&T overeenkomsten
zou sluiten voor transatlantische samenwerking. Voor Telefónica was
vooral de toegang tot de Amerikaanse markt via AT&T van belang. Maar de
opzet spatte begin 1997 uiteen nadat Telefónica samen met British Telecom
en het Amerikaanse MCI een belang had genomen in Portugal Telecom. BT-MCI
leek een interessantere partner dan het relatief kleine Unisource-verband.
Veel plezier beleefde Telefónica evenwel niet aan zijn nieuwe partners.
De samenwerking met BT-MCI liep in minder dan een half jaar op de klippen,
na de fusie tussen MCI en Worldcom. BT verkocht zijn aandeel in MCI. Met MCI-Worldcom
heeft Telefónica volgens een zegsman nog wel een aantal contacten lopen,
maar van het project om de spaantalige markt in de VS te veroveren is recentelijk
weinig meer vernomen. En ook allianties om de positie op de Europese markt
te versterken blijven uit.
Meer spektakel bood de chaotische beursintroductie van Terra Networks,
Telefónica's Internet-divisie. De introductie van dertig procent van
de aandelen Terra brak alle records. De dag van de introductie verdrievoudigde
de koers van het aandeel, waarmee de totale beurswaarde van Terra de 10 miljard
euro ruimschoots overtrof. In één klap had Madrid er een beursfonds
bij dat zich kon meten met de grootste banken en industriële fondsen.
Dat is veel voor een netwerk dat zelf claimt rond de 550.000 gebruikers
te bedienen, maar voornamelijk bestaat uit een web-pagina met de Spaanstalige
zoekmachine en Internet-portal Olé. Ervaren gebruikers maken gehakt
van de Terra-pagina. ,,Ik heb met de zoekmachine van Terra nog nooit iets
gevonden'', klaagt een ervaren Madrileense net-surfer. De Spaanstalige sectie
van Altavista heeft verreweg zijn voorkeur. ,,Iedereen klaagt over Terra.
Het enige dat snel werkt zijn de servers voor de webpagina's waar Terra host
voor is. Voor het overige heb ik nooit begrepen hoe Terra nu zoveel geld waard
kan zijn.''
Het enthousiasme voor het aandeel Terra bestaat - zoals bij de meeste
Internetfondsen - vooral uit hooggespannen verwachtingen. In Terra heeft
Telefónica een groot aantal Zuid-Amerikaanse online bedrijven en Internet-aanbieders
ondergebracht. Het bedrijf is verder van plan een omvangrijk glasvezelnetwerk
aan te leggen dat de belangrijkste Latijns-Amerikaanse steden moet verbinden.
Dat de Zuid-Amerikaanse markt met circa 8 miljoen Internet-gebruikers tot
een van de kleinste in de wereld gerekend moet worden, is minder een bezwaar
dan een aanbeveling voor het marktpotentieel van Terra.
De spectaculaire beursintroductie van Terra bracht niet overal blije gezichten.
In Chili wordt zelfs ronduit van plundering gesproken, nadat Telefónica
zich voor 40 miljoen dollar meester had gemaakt van de lokale Internet-aanbieder,
die volgens de beleggers zeker het dubbele waard is gebleken. Telefónica
brengt hier tegen in dat juist de integratie in Terra heeft gezorgd voor een
waarde die de afzonderlijke Internet-bedrijven nooit hadden bereikt.
De wind van de stijgende koersen vol in de zeilen geeft Telefónica
ruim de mogelijkheid nieuwe overnemingen te financieren met zijn eigen aandelen,
zoals in het geval van Endemol. Voor de komende aandeelhoudersvergadering
van begin april staat dan ook de goedkeuring op de agenda voor een nieuwe
uitbreiding van het aandelenkaptiaal voor een nog onbekend bedrag en bestemming.
Sombere geesten hebben al hun zorg uitgesproken over wat er precies gaat
gebeuren als de markt op een goede dag besluit dat het welletjes is geweest
met de algehele euforie van almaar stijgende aandelenkoersen. Met de winstmarges
van de vaste lijnverbindingen in Spanje onder druk en ook de Latijns-Amerikaanse
inkomsten die terugvallen als gevolg van de lokale recessie, de devaluaties
en de toegenomen concurrentie is een harde landing niet uitgesloten. In het
geval van de Madrileense beurs is Telefónica met ongeveer een kwart
van de totale beurswaarde verreweg het grootste fonds, wat de impact er alleen
maar groter op maakt.
Maar vooralsnog zijn het de nieuwe initiatieven die de vaart erin houden.
Zoals het pact tussen Telefónica en Spanjes superbank BBVA eind februari,
om gezamenlijk op te trekken in de Internet-markt. De eerste vrucht van de
samenwerking heet Unofirst Group en moet uitgroeien tot de grootste Internet-bank.
Niet uitgesloten is dat ook Nederland nog nader zal horen van Telefónica.
Topman Villalonga liet afgelopen vrijdag blijken dat hij het prettig zakendoen
vond in het noorden. Dat had hij met Unisource al gemerkt, zo merkte de topman
droogjes op. ,,Dit is zeker niet het laatste dat we hier doen. I like this
country very much.'' Nederland is gewaarschuwd.