NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

Inhoud
Hoofdlijnen Miljoenennota
Troonrede
Artikelen
Departementen
Miljoenennota in beeld
Algemene Beschouwingen



Miljoenen op maat


ARCHIEF

  • Rijksbegroting 1999
  • Rijksbegroting 1998
  • Rijksbegroting 1997
  • Rijksbegroting 1996
  • Hoe ziet de Nederlandse samenleving er in 2030 uit? Vijf Nederlanders geven hun visie
    teksten: Peter de Bruijn, Egbert Kalse.
    foto's: Elske Oosterbeek

    André Krouwel: ,,In 2030 gaat het niet meer om de tegenstelling links-rechts."

    Kader Abdolah: ,,In 2030 hebben minderheden niet meer een vage stem, maar een hele duidelijke stem."

    Paul Ostendorf: ,,In 2030 spreken we van een netwerk-cratie. Alles en iedereen communiceert met elkaar."

    Siv Gustafsson: ,,De emancipatie van de vrouw is in 2030 voltooid.

    Michiel van Hulten: ,,Het Europa van 2030 zal de economische en politieke wereldmacht van de VS evenaren."


    ‘Fusie tussen het CDA en klein rechts'

    André Krouwel (1964), politicoloog aan de Vrije Universiteit:
    ,,In 2030 heb je een drie-partijenstelsel in Nederland. Het gaat dan niet meer in de eerste plaats om de tegenstelling links-rechts. Herverdelingskwesties worden steeds minder belangrijk. In Nederland blijft een behoorlijke consensus bestaan over een vrij hoog niveau van herverdeling. Ook de VVD hoor je dan niet meer over het mini-stelsel in de sociale zekerheid. Dat zou die partij ook twintig procent van de stemmen kosten.

    De tegenstelling conservatief-progressief wordt relatief de belangrijkste, tenzij er in de volgende eeuw een grote economische crisis komt. Dan zul je zien dat partijen zich weer heel snel terugtrekken op hun oude stellingen.

    Het CDA is in 2030 gefuseerd met klein rechts. Althans, wat in de twintigste eeuw klein rechts werd genoemd. Die partijen hebben dan heel wat zetels van het CDA afgesnoept. Het CDA heeft na de historische verkiezingsnederlaag van 1994 tot pakweg 2010 ideeënloos, leiderloos en doelloos rondgedwaald. Dan is het snel afgelopen met een partij. De confessionele partijen hebben zich verenigd op een conservatief anti-groei programma. Deze partij is tegen economische groei als dat ten koste gaat van het milieu en heeft een licht-christelijke grondslag. De eco-conservatieven van GroenLinks hebben zich ook bij deze partij aangesloten.

    Daartegenover heb je een brede, progressieve volksbeweging. Niet zoals in de jaren zeventig, meer een beweging van de Derde Weg. Dit is de pro-groei partij. De PvdA is aan interne tegenstellingen bezweken, zoals dat gaat bij partijen die lang achter elkaar regeren. Ook GroenLinks is versplinterd. Een deel van de linkse achterban kon zich niet vinden in de wens van het leiderschap om koste wat het kost te regeren in het kabinet Kok III. Daarnaast hebben ook D66'ers - die partij is in 2030 al lang ter ziele - zich bij de Derde-Wegpartij aangesloten.

    De SP heeft het echte marxisme eindelijk vaarwel gezegd en verzamelt alle linkse onvrede. Die partij is begonnen aan een opmars via de gemeenten en levert wethouders in 30 tot 40 procent van de gemeenten. In de Tweede Kamer heeft de SP zo'n 15 tot 20 zetels. Delen van de oude PvdA en GroenLinks zijn inmiddels lid van de SP. Ook Utrechtse zangers die lokale protestpartijen hadden opgericht, zitten bij de SP.

    Omdat het systeem is gekanteld en de as progressief-conservatief het belangrijkste is geworden, bekleedt de VVD een spilpositie in het drie-partijenstelsel. De VVD staat op die as namelijk precies in het midden, met aan de ene kant conservatieve law and order-elementen en aan de andere kant progressief-liberale elementen. Daarom kon de VVD in 2012 - nee, eerder, in 2008 - voor het eerst de premier leveren. De VVD wordt de belangrijkste partij van Nederland.''

    ‘Een Turk of Marokkaan als vice-premier'

    Kader Abdolah (1954), schrijver: ,,In 2030 hebben minderheden niet meer een vage stem, maar een hele duidelijke stem. In die tijd hebben we nog geen donkere minister-president, maar wel een vice-premier. Dat kan een Turk zijn of een Marokkaan, een Iraniër of een Surinamer; minderheden van de derde of vierde generatie. Die generatie gaat bereiken wat hun voorouders niet konden bereiken. Kleine kinderen die op dit moment met hun ouders in vluchtelingencentra soms vier of vijf jaar moeten blijven wachten, zullen dan hun stem laten horen.

    Een donkere minister-president komt er misschien over honderd jaar. Minderheden kunnen over dertig jaar weliswaar hun stem laten horen, maar nog niet in de diepste laag van de Nederlandse ziel doordringen. De zwarte krullen moeten eerst een beetje verbleken. Maar dat komt later wel. Een donkere voorzitter van het parlement, dat moet in 2030 wel lukken.

    Discriminatie zal nog steeds bestaan. Dat blijft altijd. Discriminatie zit in het vlees van de mens. Ik, als minderheid, discrimineer ook. Ik probeer het niet te doen, maar ten diepste blijft dat in je zitten. Als mens moet je daar altijd controle over blijven houden en je daar tegen verzetten.

    De aanwezigheid van minderheden is in 2030 heel normaal geworden. Misschien nog niet zoals in Amerika, maar toch: minderheden zullen er gewoon bij horen. Het zullen Nederlanders zijn. Minderheden hebben het Nederlanderschap niet geërfd van hun ouders, maar het wel verdiend. Ik lever ook mijn bijdrage. Ik stuur mijn dochter in die richting en ik zie dat andere ouders ook bezig zijn. Als ze een beetje een zwarte dag heeft gehad op school, zeg ik vaak tegen mijn dochter: ‘Je moet doorzetten, want dit land is ook van jou'. We zijn nu de toekomst aan het maken. Kinderen hebben geen problemen. De kinderen van nu zijn de burgers van 2030.

    Wat de literatuur betreft: de dominantie van de blanke literatuur is dan absoluut weg. Niet alleen bij de schrijvers, ook bij de personages. Ik heb het dan over het proza. In de poëzie is het anders. Daar duurt het misschien nog tot het einde van de volgende eeuw.

    Nederland is heel sterk in poëzie. Nederlanders zijn een nuchter volk, maar toch hebben Nederlanders een poëtische ziel. Als ik in Iran Slauerhoff, Bloem of Kopland zou lezen, dan weet ik dat ik te maken heb met een ander volk. Bij een moderne roman is dat niet zo. Als ik een moderne roman lees, weet ik niet of die is geschreven door een Amerikaan, een Duitser of een Nederlander. Dat heeft geen Hollands kenmerk.

    Daarom is het voor mij ook gemakkelijker om romans en verhalen in het Nederlands te schrijven. Mensen vragen aan mij wanneer ik poëzie ga schrijven, maar ik denk niet dat ik het ooit doe. Misschien als ik negentig word.''

    ‘Koelkast overlegt met supermarkt'

    Paul Ostendorf (1955), corporate technical officer en futuroloog bij Cap Gemini: ,,Het is een democratie, but not as we know it. Het is eerlijker, sneller, efficiënter. In 2030 spreken we van een netwerk-cratie. Alles en iedereen communiceert met elkaar. Direct, draadloos. De chip in je koelkast overlegt met je supermarkt over welke boodschappen er moeten komen, de chip in je video met de telefoon over welke films er gehaald moeten worden.

    De opvolger van Internet, InterCon, van connect, maakt het mogelijk bij wijze van spreken elke

    dag een massale volksraadpleging te houden. Een druk op de knop en heel Nederland heeft een e-mailtje met daarin de vragen. Uiterlijk een dag later is de uitslag binnen. Het volk maakt het beleid, door te communiceren, continu te communiceren.

    Het parlement bestaat nog wel in 2030, maar niet meer in de huidige vorm. Een termijn van vier jaar voor een Tweede-Kamerlid is ondenkbaar. De netwerk-cratie is een directe democratie. Discussiegroepen die zich bij een onderwerp betrokken voelen, springen dan in het debat. Dat zijn meningen die er toe doen van mensen die het interesseert. De politiek kan dan niet om de bevolking heen.

    Iedereen is altijd identificeerbaar. Paspoorten, identiteitskaarten, rijbewijzen, alles naar de prullenbak, weg met die papierhandel. Elke wereldburger heeft een ingebouwde chip in zijn lichaam waarop alles staat wat politie, douane, justitie, overheid, verzekeraar, supermarkt moet weten. Niemand hoeft meer kennis met zich mee te dragen. Overal staan infozuilen en als je je daar aanmeldt, door een vingerafdruk of via die chip, dan krijg je automatisch toegang tot alles wat je wilt weten, en wat je mag weten natuurlijk. Kennis is voor iedereen optimaal toegankelijk, dus de bevolking kan over alles meepraten.

    Het politieke probleem van 2030 wordt de kennisachterstand. Dat moeten we voorkomen. De know's en de know-not's zullen de tegenhangers zijn van de huidige have's en have-nots. En voor de overheid is dat verschil veel lastiger te overbruggen. Inkomens kun je nivelleren, via belastingen. Maar kennis kun je niet afnemen. Wetten en regels moeten voortdurend veranderen. De grens tussen wat mag en wat ethisch juist is wordt vager. De ethische normen moeten herschikt worden, net als het wetboek. Rechters lopen nu al achter de feiten aan. In een supersnelle informatie- en communicatiewereld wordt die achterstand met de dag, met de minuut groter.

    Angstbeeld? Big Brother? Juist niet! Het is een utopie: We are watching Big Brother in plaats van andersom. We hadden bijna via een webcam mee kunnen kijken met Bill Clinton en Monica Lewinsky. Ik weet meer van Microsoft-baas Gates dan hij van mij. Dat wordt nog beter. Door de communicatie-technologie wordt de wereld transparanter: de politiek, het bedrijfsleven.

    Student-moeder uit jaren zestig zal terugkeren

    Siv Gustafsson (1943), hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam: ,,De emancipatie van de vrouw is in 2030 voltooid. In termen van baan, inkomen en politieke macht zijn vrouwen volledig geëmancipeerd. Ook de emancipatie van de man is voltooid. Mannen kunnen in 2030 zorg dragen voor zichzelf en voor hun kinderen.

    Niemand denkt tegen die tijd meer dat goede zorg voor de kinderen na het eerste levensjaar de voortdurende aanwezigheid van de

    moeder veronderstelt. De cultuur dat je zelf thuis moet zijn voor de opvoeding, is nu nog heel sterk in Nederland. In de toekomst zal ook het contact van het kind met andere belangrijke volwassenen - zoals de vader en grootouders - op waarde worden geschat.

    Het model waarbij allebei de ouders vier dagen in de week werken, ieder een dag bij het kind zijn, en het kind drie dagen naar de crèche gaat, zal algemeen aanvaard zijn. Aanwezigheid zal overigens niet altijd meer aandacht betekenen. Veel ouders zullen dankzij de nieuwe informatie-technologie thuis werken, maar toch geen aandacht aan hun kinderen kunnen besteden. Het onderscheid tussen baan en privé-leven zal kleiner worden.

    De student-huwelijken zullen terugkeren. Moeders zijn nog nooit zo oud geweest als nu. Momenteel ligt het gemiddelde op 29 jaar bij het eerste kind. Nederland is daarin koploper in Europa. Daaraan kleven allerlei medische bezwaren, zoals vruchtbaarheidsproblemen en een toename van het risico van Downsyndroom. Tegelijkertijd wordt de opleidingsduur in Nederland, net als elders in de wereld, steeds langer. Daarom zullen de student-moeders, die je ook in de jaren zestig had, terugkeren. Goede en betaalbare kinderopvang zal de combinatie van studeren en het hebben van kinderen mogelijk maken.

    Op het gebied van de participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt zal Nederland zijn achterstand volledig hebben ingelopen. Het is nu zo dat ongeveer 75 procent van de moeders met jonge kinderen werkt, terwijl dat maar vijftig procent is bij moeders met volwassen kinderen. Als je stopt met werken, wen je aan die manier van leven. Het is ook waarschijnlijk dat iemand die op jonge leeftijd werkt, op latere leeftijd nog steeds een baan zal hebben. Die achterstand van Nederland loopt dus snel terug bij de jongere generatie.

    We krijgen een hele nieuwe emancipatiegolf van de man. Veel mannen zitten nog in een honey-trap. Ze zijn workaholic, omdat ze hun werk het leukste vinden dat er is. In de toekomst zien steeds meer mannen in dat de liefde van kinderen, vrouwen en vrienden belangrijker is dan werk en nieuwe consumptie-mogelijkheden, zoals reizen. En dat liefde niet vanzelf, maar alleen door aandacht komt. Het vinden van een goede balans in het leven wordt daarom steeds belangrijkervoor zowel vrouwen als mannen.''

    ‘Nederlander voelt zich meer Europeaan'

    Michiel van Hulten (1969), Europarlementariër voor de PvdA:,,Het Europa van 2030 zal de economische en politieke wereldmacht van de VS evenaren. De grote mogendheden in de wereld zullen dan in balans zijn. Dat betekent één buitenlands beleid en één Europees leger, dat zonodig zonder hulp van de VS zelfstandig kan ingrijpen in brandhaarden.

    Naast de huidige lidstaten bestaat de Europese Unie dan uit de landen

    van Midden- en Oost-Europa en een democratisch Turkije. Die uitbreiding kan alleen plaatsvinden als Europa een echte democratie is. De Europese verkiezingen spelen dan een rol van betekenis. In plaats van de huidige samenraapsels van nationale verbanden zijn er echte Europese partijen. Burgers stemmen niet meer op de nationale vertegenwoordigers, maar kiezen de leden van het Europees Parlement. Die kiezen de Europese Commissie, die een volwaardige regering is.

    Burgers voelen zich in 2030 Europeaan, meer dan Nederlander of Duitser. De nationale identiteit bestaat nog wel, met de culturele verschillen die daarbij horen, maar ze is minder sterk. Veel mensen hebben internationaal onderwijs gevolgd en werken in andere lidstaten dan hun geboorteland. Engels is de voertaal, maar het Nederlands blijft gewoon bestaan.

    De EU heft rechtstreeks belastingen voor de taken die zij van de nationale staten heeft overgenomen en krijgt daardoor een hechtere band met de kiezer. Maar Europa is niet meer dan een federale staat die een aantal kerntaken vervult. Het is een liberaal Europa, zonder interne grenzen. Maar ook en vooral zonder handelsbarrières met de rest van de wereld. Alleen om sociale of milieu-redenen worden uitzonderingen gemaakt. Het landbouwbeleid, nu nog goed voor de helft van de begroting, is net als andere economische sectoren aan marktwerking onderworpen. Staatssteun komt niet meer voor. Een Europese mededingingsautoriteit zal voor eerlijke concurrentie zorgen.

    Het aantal beleidsterreinen waar Europa zich mee bezighoudt is kleiner dan nu. Onderwijs, cultuur, toerisme: dat hoort allemaal niet thuis bij de EU, in een decentraal functionerend Europa. De taken van de EU liggen meer op zaken als veiligheid - intern en extern - en sociaal beleid. Het defensie-apparaat garandeert die veiligheid in een stabiel en oorlogsvrij Europa. Intern komt er een Europees openbaar ministerie en een Europese strafrechter, die grensoverschrijdende criminaliteit aanpakken.

    Het sociale Europa staat garant voor een minimumloon. Voor een Europese basisvoorziening wat betreft werkloosheidsuitkeringen en pensioenen. Vakbonden maken op Europees niveau afspraken over CAO's, een soort minimum. Dat is de ondergrens.''

    NRC Webpagina's
    21 SEPTEMBER 1999

    Den Haag


    Bovenkant pagina

    NRC Webpagina's © NRC Handelsblad