U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Profiel - Vluchtelingen NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


VLUCHTELINGEN
VOORSPELLEN EN VOORKOMEN
DEFINITIE EN CIJFERS
HULPVERLENING
POLITIEK
AFRIKA
JOEGOSLVIË
AFGHANEN
PALESTIJNEN
UNHCR
Vluchtelingen zijn hun ergste eigen vijand

Niet alleen Westerse hulpverleners maar ook Afrikaanse regeringen zijn de Afrikaanse vluchtelingen steeds vaker zat.

Pauline Bax

DE CONCURRENTIE IS meedogenloos, en Afrika het zwakste jongetje van de klas. Hulporganisaties in Afrika zullen dan ook een zucht van verlichting hebben geslaakt toen het conflict in Kosovo weer voorbij was. De overweldigende aandacht voor Kosovo in 1999 en de stroom internationale hulp voor gevluchte Albanezen ging onder meer ten koste van honderdduizenden Eritrese vluchtelingen die gestrand waren in Ethiopië. De ene vluchteling is nu eenmaal interessanter dan de andere. Zeg 'Afrikaanse vluchteling' en veel mensen denken aan uitgeteerde kindjes met vliegen in een mondhoek, vrouwen met jerrycans die uren in de rij staan voor een haastig gebouwde pomp en overwerkte Westerse hulpverleners die de nood bij lange na niet kunnen lenigen. Is het echt zo slecht gesteld met de ruim zes miljoen Afrikanen die zich ooit gedwongen zagen hun dorpen te verlaten, in Sierra Leone, Rwanda, of Angola, en in geïmproviseerde onderkomens wachten tot ze weer terugkunnen?

Het goede nieuws is dat vluchtelingen soms met succes gerepatrieerd worden. Vorig jaar bijvoorbeeld konden naar schatting 40.000 Rwandese vluchtelingen in kampen in de Democratische Republiek Congo, in de oostelijke regio Kivu, terug naar huis. Beter gezegd: hun geboortegrond, want hun huis staat nog zelden overeind. Maar er slaan jaarlijks nog altijd meer Afrikanen op de vlucht dan dat er terug naar huis gaan, en dat zal voorlopig zo blijven.

Het continent kan bogen op de langstlopende en meest uitzichtloze conflicten ter wereld, waaronder de schier oneindige burgeroorlog in Angola en de gevechten in stuurloos Somalië. Het heeft landen die op de rand van de afgrond balanceren vanwege onderlinge etnische haat (Burundi) en terreurcampagnes die door puur economische motieven worden aangewakkerd (Sierra Leone). In de Democratische Republiek Congo woekert een conflict voort dat vergeleken wordt met 'onze' Wereldoorlog, en waarin zes regeringen en ten minste evenveel rebellenbewegingen betrokken zijn. Toch kan het Westen er maar weinig belangstelling voor opbrengen.

Dertig procent van 's werelds vluchtelingenpopulatie bevindt zich in Afrika. Westerse donoren beginnen er een beetje genoeg van te krijgen, zei Ilunga Ngandu, de nieuwe UNHCR-chef voor zuidelijk Afrika, vorige maand. Afrika komt steeds lager op de prioriteitenlijst te staan, zei ze zorgelijk. Het medeleven waarop vluchtelingen twintig jaar geleden als vanzelfsprekend konden rekenen, is omgeslagen in cynisme. Als je sympathie en betrokkenheid in cijfers uitgedrukt wil uitdrukken, kom je uit op de volgende vergelijking. Een Afrikaanse vluchteling kost de UNHCR net geen kwartje per dag. Op het hoogtepunt van de Kosovo-crisis werd aan een vluchteling in de Balkan bijna tien keer zoveel besteed, ofwel 2,50 gulden. Vluchtelingenkampen in Afrika zijn snel tien keer zo groot als in het Westen. Kampen waar 300.000 tot een half miljoen vluchtelingen samenscholen, zijn in Afrika niet uitzonderlijk. Tijdens de Kosovo-crisis constateerde een hulpverlener die uit Somalië was overgevlogen tot haar verbazing dat Albanese vluchtelingen in Macedonië een speciaal dieet voor diabetici konden vragen. "In Afrikaanse kampen zijn geen diabetici'', zei ze op televisie. "Daar gaan ze gewoon dood.''

Ook veel Afrikaanse regeringen zien de vluchtelingenstromen steeds vaker met tegenzin tegemoet. Kenia weigerde onlangs de VN-vluchtelingenorganisatie toestemming om een kamp in te richten voor 2.000 Tanzanianen. Zambia zit met vluchtelingen uit Angola in zijn maag. Oeganda kijkt met lede ogen toe hoe de Soedanezen blijven komen. Vluchtelingen hebben namelijk één "vreselijk machtsmiddel'', zoals een krant in Burkina Faso schreef: dat van de destabilisatie. Ze vormen de kwaadaardige uitzaaiingen van de kanker die oorlog heet. Zonder daarop aan te sturen, zijn ze door hun aanwezigheid al in staat nieuwe conflicten te veroorzaken.

Die dreiging is sterk aanwezig in het grensgebied van Guinee met Sierra Leone en Liberia, waar de UNHCR vorige maand met de retoriek die hulporganisaties eigen is geworden de "grootste vluchtelingencrisis ter wereld'' uitriep. Gewapende rebellen voeren er een macabere stoelendans uit rond enkele honderdduizenden vluchtelingen uit Liberia en Sierra Leone, die zijn vastgelopen in het regenwoud van Guinee. De drie buurlanden beschuldigen elkaar over en weer van het bewapenen van rebellen, die de kampen als uitvalsbasis zouden gebruiken.

Volgens Guinee heeft de komst van de vluchtelingen het land uit balans gebracht. Nee, het is een vicieuze cirkel, zegt Millicent Mutuli, woordvoerder van de UNHCR in Genève. "Guinee wankelt boven de ravijn en ja, de vluchtelingen hebben politieke onrust gebracht. Maar wat was er het eerst in de regio: de instabiliteit of de vluchtelingen? Daar is geen pasklaar antwoord op.'' Zeker is dat vluchtelingen de lont in het vuur van smeulende conflicthaarden kunnen zijn. De aanleiding voor de oorlog in Democratisch Congo wordt vaak gezocht in de exodus uit buurland Rwanda toen radicale Hutu's daar in 1994 aan het moorden sloegen. Een miljoen Rwandezen vluchtte de grens over, naar wat toen nog Zaïre heette. De Tutsi-regering die na de genocide in Rwanda de macht overnam, viel daarop Zaïre binnen om de gevluchte Hutu-extremisten alsnog een kop kleiner te maken. Veel extremisten hadden zich onder burgerbevolking gemengd om te ontsnappen. Rwanda wilde dat ze teruggestuurd werden. Maar de Verenigde Naties stonden machteloos: repatriëring gebeurt alleen op vrijwillige basis.

Soms gaat het wel goed. Dan vangt de autochtone bevolking de ontheemde buren op zonder morren en krijgen de vluchtelingen de gelegenheid een nieuw leven op te bouwen. Dat kon in het rijke Ivoorkust, waar 200.000 gevluchte Liberianen speciale identiteitskaarten kregen bij wijze van nieuw paspoort. De meeste Afrikaanse vluchtelingen treffen het slechter.

Laatste bestemming

Wie in het droge binnenland van Afrika vanuit de verte een zee van blauw ontwaart, rijdt af op een vluchtelingenkamp. Het blauw plastic zeil dat de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR uitdeelt, is voor vluchtelingen wat golfplaat voor een bewoner van een sloppenwijk is.

Volgens hulpverleners zijn kampen zoals die in de Balkan zijn opgezet vijfsterrenhotels vergeleken met kampen in Afrika. Bijvoorbeeld: voor 16.000 gezinnen in een vluchtelingenkamp in Eritrea zijn 1200 tenten beschikbaar. Degenen die het zonder tent moeten stellen, slapen op een bed van zeil of karton. Anderen ruimen een plekje in onder een boom of langs de bedding van een rivier. Het geld voor de meeste faciliteiten ontbreekt, echte behuizing is niet aan de orde.

Het vluchtelingenkamp Kakuma in het noordwesten van Kenia, waar 66.000 mensen wonen, werd eerder in deze krant omschreven als "een kruising tussen een vuilnisbelt voor plastic afval en een eindeloos strand zonder zee''. Maar Kakuma heeft de contouren van een stad gekregen. Er staan scholen, winkeltjes, bibliotheken en zelfs een ziekenhuis. Drie keer per dag is er stromend water. De bewoners zijn vrij om in en uit te lopen. Ze hebben toegang tot hulp en ze krijgen eten. Al is dat laatste een ruim begrip. Hun rantsoen bestaat uit een pan maïskorrels, een kleinere pan linzen, soja, zout en eens in de twee weken bakolie. Als het meezit.

De waardigheid van Europeanen of Palestijnen kost meer geld. De povere voorzieningen in Afrikaanse kampen worden soms gerechtvaardigd met het argument dat Afrikanen gewend zijn aan armoede. Hulpverleners werpen tegen dat een kamp met slechts een arts per 100.000 vluchtelingen ook weinig zin heeft. Voor talloze Afrikanen die er cholera of een andere besmettelijke ziekte opliepen bleek het vluchtelingenkamp de laatste bestemming. Een kamp voor Sierra-Leoonse vluchtelingen in Liberia moet het doen met een dokter "wiens enige hulpmiddelen bestaan uit een stethoscoop en een glimlach om je op je gemak te stellen'' aldus een BBC-journalist die er op bezoek ging. Schitterende foto's van Afrikaanse vluchtelingenkampen bestaan weer wel. De Brazaliaanse Fotograaf Sebastio Salgado heeft laten zien dat zelfs in de lukrake verzameling tenten en matten die soms voor een kamp doorgaat, nog een hartverscheurende schoonheid te ontdekken valt.

NRC Webpagina's
15 maart 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad