NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 




Overzicht eerdere
afleveringen


 VERKIEZINGEN
 PVDA
 VVD
 CDA
 D66
 GROEN LINKS
 OVERIGE PARTIJEN
 FORMATIES
 FORMATIE IN HET VERLEDEN
 BOEKEN

Verkiezingssite

Formatie

JOHN KROON
Veel is in Nederland wettelijk geregeld, maar niet de kabinetsformatie. In de grondwet staat alleen dat de minister-president en de overige ministers bij koninklijk besluit worden benoemd en worden ontslagen. Het koninklijk besluit tot benoeming van de minister-president, de ministers en de staatssecretarissen wordt, behalve door het staatshoofd, ook ondertekend door de minister-president. De premier verkeert dus in de bijzondere positie dat hij mede het officiële besluit kan nemen zichzelf te benoemen.

Hoewel er nog steeds betrekkelijk weinig formeel is voorgeschreven over de wijze waarop een kabinet wordt gevormd, is dat altijd nog meer dan tot 1983 het geval was. De grondwet bepaalde tot die tijd slechts dat de Koning de ministers naar welgevallen benoemt en ontslaat. Sindsdien is de bijzondere positie van de minister-president bij formaties wettelijk meer onderstreept.

Formaties berusten op ongeschreven regels, gewoonten, afspraken die in de loop van de jaren zijn ontstaan, maar waaraan niemand zich per se hoeft te houden. Elke formatie voegt haar eigen geschiedenis toe aan het gewoonterecht dat zich zo vormt.

Het gebrek aan wettelijk voorgeschreven procedures laat ruimte voor de bijzondere rol die de koningin bij formaties kan spelen en geeft haar adviseurs invloed. Een overzicht van zeden en gebruiken bij een kabinetsformatie:

Adviseurs Koningin Beatrix is vanmiddag begonnen met het raadplegen van drie adviseurs: respectievelijk voorzitter mr. F. Korthals Altes van de Eerste Kamer, (scheidend) voorzitter drs. P. Bukman van de Tweede Kamer en vice-president mr. H.D. Tjeenk Willink van de Raad van State. Dat is een traditionele volgorde en de afspraken voor deze consultaties waren allang voor de verkiezingen gemaakt.

Niets belet de koningin ook anderen te raadplegen en dat doet zij ook. Zo laat ze zich bijstaan door de directeur van het Kabinet van de Koningin, drs. F.E.R.. Rhodius, die haar over constitutionele zaken adviseert. Ook ministers van staat, als zodanig voor het leven benoemde oud-gedienden, worden weleens om advies gevraagd. De Rijksvoorlichtingsdienst houdt intussen de natie via communiqués op de hoogte.

Fractieleiders De verdere agenda van de koningin voor vandaag en morgen is ook traditioneel bepaald: gesprekken met de fractieleiders van alle partijen die in de Tweede Kamer zijn vertegenwoordigd. Te beginnen, vanmiddag en vanavond, met de vijf grootste partijen in volgorde van grootte, en daarna, morgenochtend vanaf half tien, de overige partijen. Het staat partijen vrij een andere afgevaardigde dan de fractieleider naar paleis Noordeinde te sturen. Zoals ook de koningin sommige fracties bij haar consultaties mag overslaan, maar aan zo'n selectie pleegt ze zich niet te wagen.

Van de fractievertegenwoordigers wordt een schriftelijk advies aan de koningin verwacht, dat zij daarna ook aan de openbaarheid prijsgeven.

Informateur en formateur De adviezen gaan in op de vraag of er één of meer informateurs moeten worden benoemd en van welke partij ze moeten zijn. Uit het advies van de fracties kan hun oordeel worden afgeleid over welk kabinet er zou moeten komen. Ook de politieke kleur van de informateur(s) die zij aanbevelen, is daarvoor een duidelijke vingerwijzing.

Informateurs zijn meestal (ex-)politici die enige afstand bewaren tot de dagelijkse politiek. Gewoonlijk kiezen (in)formateurs de ministerskamer in de Eerste Kamer tot hun werkplek en krijgen zij bijstand van een secretaresse, een notulist en de directeur van de Rijksvoorlichtingsdienst.

Een informateur krijgt van de koningin de opdracht de mogelijkheden voor een formatie te onderzoeken. Uit de formulering van die opdracht kan meestal worden afgeleid welke coalitie de koningin in het hoofd heeft.

Enige exegese is daarvoor soms noodzakelijk. Niet vaak noemt de koningin partijen bij naam; zij pleegt naar kabinetten te streven die van een ,,brede steun'', dan wel ,,van in voldoende mate steun'' in de Staten-Generaal verzekerd zijn, en/of op ,,vruchtbare samenwerking'' daarmee mogen rekenen. De formuleringen hangen af van de politieke opportuniteit van het moment.

Een informateur pleegt zijn opdracht te aanvaarden en daarvan aan het staatshoofd schriftelijk en mondeling verslag te doen, resulterend in de conclusie: het is gelukt of het is niet gelukt. Daarna kan de koningin naar bevind van zaken handelen, al dan niet na raadpleging van diverse adviseurs. Zij benoemt zonodig een nieuwe informateur of anders een formateur. Een formateur zegt gewoonlijk dat hij zijn opdracht in beraad houdt, hetgeen hem niet verhindert al aan de slag te gaan. Weet de formateur zeker dat hij erin zal slagen een kabinet te formeren, dan aanvaardt hij zijn opdracht. Zo niet, dan weigert hij. (Of zij - alleen is tot nu toe nog nooit een vrouw tot informateur of formateur benoemd).

Waar de taak van de informateur eindigt en die van de formateur begint, is niet helder afgebakend. Soms leiden informateurs de onderhandelingen over een formatie en een regeerakkoord en hoeft de formateur er daarna alleen nog voor te zorgen dat de juiste personen op de juiste ministeries terechtkomen. Het is mogelijk direct na de verkiezingen een formateur te benoemen en wanneer de uitslag duidelijke taal spreekt, ligt dat voor de hand. Maar het is sinds 1945 nog nooit een formateur gelukt direct een kabinet te vormen.

Onderhandelingen De informatie-onderhandelingen, die worden gevoerd met de fractieleiders van de beoogde coalitiepartijen, gaan over het regeerakkoord. Die fractieleiders kunnen tevens minister van het nog zittende, demissionaire kabinet zijn, omdat zij in de eerste fase zowel deel mogen uitmaken van het kabinet als van de Tweede Kamer. Zo zal premier Kok tevens een tijd lang fractieleider van de PvdA zijn en namens die partij de onderhandelingen kunnen voeren met de informateur. Informateurs kunnen ook anderen raadplegen, zoals maatschappelijke organisaties. Ook kunnen ze het Centraal Planbureau om berekeningen vragen van de consequenties die diverse voornemens hebben. Intussen wordt de informateur ook ongevraagd met tientallen adviezen bestookt van maatschappelijke groeperingen die zo invloed op het regeerakkoord denken te kunnen uitoefenen.

De formatie concentreert zich in principe op de getalsmatige vertegenwoordiging van de partijen in het toekomstige kabinet (de verdeelsleutel), de portefeuilleverdeling en de personen die tot het ministerschap of staatssecretariaat worden geroepen. Maar dergelijke onderhandelingen kunnen ook met de programmatische besprekingen worden gemengd en al in de informatiefase een rol spelen. De politieke leiders plegen kandidaten van hun partijen voor het ministerschap of het ambt van staatssecretaris te polsen en vervolgens bij de formateur, die tevens meestal de toekomstige premier is, voor te dragen.

Constituerend beraad Is ook de personele bezetting van de diverse posten naar tevredenheid opgelost, dan houdt het nieuwe kabinet een constituerend beraad. De nieuwe ministers wordt dan gevraagd het regeerakkoord te onderschrijven. Na dit beraad kan het nieuwe kabinet gaan regeren.

NRC Webpagina's
7 mei 1998

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) MEI 1998