NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 



Overzicht eerdere
afleveringen


INHOUD
CONTINENTEN OP DRIFT
BELEGGEN
CONJUNCTUUR
CRISIS 1929
CONJUNCTUURCYCLI
PSYCHOLOGIE
BEGRIPPEN
ONDERNEMERS
BEDRIJVEN
CRISIS 1973
WERKLOOS
REGERING
GRAFIEKEN
LINKS

Veel bezittingen zijn shockproof bewaard

Adriaan Hiele
Wat zijn de gevolgen van een recessie voor persoonlijke beleggingen? Een handleiding voor weer- en windbestendig beleggen.

DE FINANCIELE en economische wereld wordt in sneltreinvaart verbouwd, maar er is geen architect of bouwheer die de leiding op zich neemt. Daarom weet niemand wat er straks uit de handen van de bouwvakkers komt. Dat gebrek aan leiding is niet zo vreemd, want geen mens heeft ervaring met een dergelijke grootschalige renovatie. Een ding lijkt vast te staan: de zo kenmerkende uitbundigheid en zekerheden in de financiele wereld zijn voorlopig verdwenen.

Er is ook hoop. In deze eeuw heeft de wereld al vele crisissen doorstaan en overleefd: twee wereldoorlogen, een enorme depressie, tweemaal een oliecrisis, de berg schulden van Zuid-Amerikaanse landen, de afschaffing van de gouden standaard, valutaturbulenties, enzovoort. Wie terugkijkt op al deze ellende, zal verbaasd zijn dat het nog zo goed gaat.

Maar nu Nederland. Blijft Nederland groeien of krijgen we een recessie? Dalen de inflatie en rente verder en krijgen we dan te maken met deflatie, dalende prijzen? Dat is nog niet goed in te schatten. Desondanks zal menigeen zich afvragen hoe deze onzekerheden kunnen inwerken op bijvoorbeeld de volgende tien persoonlijke beleggingen:

1 Deelname in een eigen bedrijf.

2 Deelname in een ander bedrijf.

3 Beursaandelen.

4 Een eigen huis.

5 Pensioenregelingen.

6 Levensverzekeringen.

7 Werknemersspaarregelingen.

8 Obligaties.

9 Spaarrekeningen.

10 Aflossen van schulden.

Wat zijn de gevolgen van economische neergang voor deze persoonlijke beleggingen?

1 en 2: Een afvlakkende economische groei, mogelijk gevolgd door een recessie, drukt op de waarde van een eigen bedrijf of de deelname in een ander bedrijf, hoewel dat per branche kan verschillen.

3: Ook de koersen van beursaandelen dalen.

4: De opwaartse druk op de prijzen van huizen neemt af en kan omslaan in een daling.

5 tot en met 9: Voor pensioenregelingen, levensverzekeringen met een gegarandeerde uitkering, spaarregelingen, obligaties en spaarrekeningen heeft het kerende tij bijna geen gevolgen.

10: Het aflossen van schulden, ook een soort belegging, kan slechter uitkomen als iemands baan op het spel staat.

Hoe beinvloeden afnemende inflatie en rente, mogelijk gevolgd door over een breed front dalende prijzen (deflatie) iemands beleggingen?

Voor het eigen bedrijf, andermans bedrijf, beursaandelen en het eigen huis (1, 2, 3 en 4) lijken de gevolgen op die van een economische teruggang. Pensioenaanspraken (5) worden niet meer met een percentage verhoogd (indexatie) om de gestegen prijzen te compenseren. Gegarandeerde levensverzekeringen (6) blijven buiten schot. Spaarregelingen en -rekeningen (7 en 9) geven minder rente. Obligaties (8) stijgen in waarde, wanneer de rente daalt. Schulden (10), in tijden van hoge inflatie voordelig, worden onvoordeliger, omdat je straks met duurder geld moet aflossen. Wie schulden tegen een variabele rente heeft lopen, profiteert daarentegen direct van een dalende rente.

Volgens de Amerikaanse beleggingsadviseur Harry Brown, die veel over de relaties tussen economische crisissen en beleggingen heeft geschreven, moet je bij zo'n analyse enkele regels voor ogen houden.

Kijk naar je beleggingen als naar je eigen leven. Wanneer je door het leven gaat met een flinke portie gezond verstand en de nodige scepsis, gebruik die dan ook bij financiele beslissingen.

Niemand kan de toekomst voorspellen, hoewel verkopers, adviseurs, analisten en de beurs dat voortdurend pretenderen. Ze hebben allemaal weleens een keer gelijk en baseren daar hun autoriteit op. Maar niemand heeft altijd gelijk. Kijk maar eens naar de moeite die men heeft met het voorspellen van inflatie, rentestand en economische groei van volgend jaar.

Niemand kan consistent het juiste moment van koop en verkoop voorspellen. Geen enkele marktindicator - rente, inflatie, dollar, Dow Jones - kan lange tijd achtereen voor de hele wereld als wegwijzer fungeren. Iedere tijd kent daarom zijn eigen indicatoren.

Ken het verschil tussen investeren en speculeren. Wie een huis koopt, dat goed onderhoudt en beschermt, handelt als een langetermijninvesteerder. Speculanten doen maar wat en zijn altijd bezig om het zogenaamd beter te doen dan de markt of dan anderen. Wat vaak tot niets leidt.

Om je beleggingen weer- en windbestendig te maken, schrijft Harry Brown, moeten ze aan deze zes voorwaarden voldoen:

A Ze moeten het altijd goed doen, ongeacht het economische klimaat - inflatie, recessie, voorspoed of wat dan ook.

B Het resultaat moet niet afhangen van voorspellingen. Te onbetrouwbaar.

C Je moet geen wijzigingen hoeven aanbrengen als het economische klimaat of de beurstrends wijzigen. Je bent immers nooit zeker van die wijzigingen.

D Je beleggingen moeten tegen grote verrassingen, zoals de Azie-crisis, kunnen.

E Ze moeten geen voortdurende zorg vereisen, anders ben je een slaaf van je bezittingen. Die bezittingen moeten voor jou zorgen.

F Wanneer je een vastomlijnd idee over de toekomst hebt, moet je daar op kunnen inspelen (speculeren) zonder de rest van je portefeuille in gevaar te brengen.

Brown blijkt dus een strenge leermeester te zijn. Hij verdeelt iemands bezittingen in permanente, die aan de regels A tot en met E voldoen, en variabele (een potje om te speculeren) voor regel F. Door deze verdeling over twee portefeuilles houd je investeren en speculeren uit elkaar.

Veel Nederlandse particulieren bezitten zonder het zelf te weten een permanente portefeuille en volgen dus, verrassend, onbewust de lijn-Brown. In de permanente portefeuille zitten het eigen huis (4), de pensioenregelingen en -verzekeringen (5), de gegarandeerde levensverzekeringen als lijfrentepolissen (6), de werknemersspaarregelingen (7) en de spaarrekeningen die bedoeld zijn als noodreserve voor onverwachte uitgaven (9). Obligaties (8) die men tot de aflosdatum aanhoudt als bron van inkomen (de couponrente) horen er eigenlijk ook bij.

Voor de variabele portefeuille blijven dan over: bedrijfsdeelnamen (1 en 2), de beursaandelen (3) en het aflossen van schulden (10), de vreemde eend in de bijt.

Conclusie. Veel Nederlanders zullen amper lijden onder de economische verbouwing, omdat een aanzienlijk deel van hun bezittingen veilig zit opgeborgen in beleggingen die shockproof zijn.

NRC Webpagina's
22 oktober 1998

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) OKTOBER 1998