U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Profiel - Olie NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


OLIE
OLIEPRIJZEN
OLIELANDEN
ORGANISATIES
BENZINEMARKT NEDERLAND
MILIEUSCHADE RUSLAND
OLIEBRANDEN
ALTERNATIEVE ENERGIE
CIJFERS
BOEKEN
Liever handdoeken dan korting

De Nederlandse benzinemarkt ligt al geruime tijd onder vuur. De automobilisten zelf laten zich meer leiden door Air Miles en zegels dan door lagere prijzen aan de pomp.

Karel Berkhout

De mokken met disneyfiguren en de handdoeken die automobilisten bij het benzinetankstation krijgen in ruil voor hun gespaarde zegels, lijken niet meer dan een aardigheidje. In werkelijkheid is de jacht op zegels in het bestaan van de automobilist echter even fundamenteel als de vlucht voor files. Met gemiddeld nog 27 liter in de tank goed voor een rit van Noord-Groningen naar Zuid-Limburg houdt de automobilist al stil bij de pomp om maar bij zíjn maatschappij de zegels te kunnen krijgen.

Hoewel het recente gekrakeel over de snel gestegen brandstofprijzen anders doet vermoeden, werpt de automobilist bij de pomp nauwelijks een blik op het bord met de prijzen. Wee echter de benzinemaatschappij die sleutelt aan de spaarzegels, zoals Shell enkele jaren geleden merkte. De liefhebbers van vrijheid van vervoer zijn een vrijwillige gevangene van de loyaliteitssystemen van de benzinemaatschappijen, waartoe behalve zegeltjes bijvoorbeeld ook air miles behoren. De automobilist die wel prijsbewust is, zal overigens lang moeten zoeken naar een korting, want de prijzen van de grote benzinemaatschappijen verschillen onderling nauwelijks. De goedkopere ‘witte pompen' (zonder dure loyaliteitsprogramma's) zitten vaak ver van de snelweg. Van de onbemande tankstations van Tango die sinds kort bij Nijmegen en Breda benzine goedkoper aanbieden, profiteren alleen automobilisten in de regio vrijwel niemand is bereid om meer dan tien kilometer om te rijden voor goedkopere brandstof.

De innige omhelzing van klanten en benzinemaatschappijen wordt allang met enig wantrouwen bekeken. Europees commissaris Loyola de Palacio (Energie) constateerde onlangs dat de ‘kale' benzineprijs (dus zonder belasting) in Nederland hoger ligt dan elders in Europa. Het adviesbureau Coopers & Lybrand (thans PWC) signaleerde in 1996 al in een onderzoek voor het ministerie van Economische Zaken dat bij de Nederlandse benzine niet wordt geconcurreerd op prijs. Dit vormde de aanleiding voor het onderzoek van de Economische Controle Dienst (ECD) naar mogelijke illegale prijs- en marktverdelingsafspraken door de oliemaatschappijen. Het ECD-onderzoek is afgerond, het openbaar ministerie is niet tot strafvervolging overgegaan, maar het dit jaar begonnen onderzoek door de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) loopt nog. De benzinemarkt is oligopolisch, kent met andere woorden slechts enkele grote spelers, van wie er in Nederland één duidelijk de grootste is: Shell. Oligopolies komen vaak voor op markten met een zogeheten ‘homogeen' en dus goed vergelijkbaar product; voor de klant is de ene benzine net zo goed als de andere. De benzinemarkt is bovendien ‘transparant': elke aanbieder langs de weg kan zien wat zijn concurrent rekent.

Op deze oligopolische markt volgen de aanbieders van benzine alleen maar de marktleider. In het uitgelekte ECD-rapport vertelt de vroegere directeur van Total Nederland dat hij zijn secretaresse de prijslijn van Shell liet bellen om te kijken of hijzelf zijn prijzen aan de pomp zou aanpassen. Wie onder de prijs van Shell gaat zitten, verliest alleen maar inkomsten. Het lokken van klanten gebeurt met zegels en Air Miles, waarbij de grote partijen zogeheten ‘netwerkvoordelen' hebben. Wie veel pompstations heeft, is namelijk aantrekkelijk voor de zegelspaarders, die dan immers op veel plaatsen kunnen tanken.

De Nederlandse benzinemarkt is voor een groot deel een schepping van de overheid. Het ministerie van Economische Zaken, dat nu de benzinemarkt wil openbreken, bekommerde zich in de periode na de Tweede Wereldoorlog vooral om de beschikbaarheid van benzinepompen. Mede daardoor heeft Nederland een dicht netwerk van benzinepompen, die naar internationale maatstaven weinig omzet hebben. De grote dichtheid geldt als een verklaring voor de hoge ‘kale' benzineprijs in Nederland, maar onderzoekers zijn het oneens over de vraag of de dichtheid de volledige verklaring is voor het prijsverschil met het buitenland.

De vormgeving van de markt werd in de naoorlogse jaren goeddeels overgelaten aan de marktpartijen zelf, die voor de exploitatie van de pompstations veelal eeuwigdurende concessies kregen. Voor de verdeling van de locaties langs de snelwegen, waar verreweg de meeste benzine wordt verkocht, bestond een commissie waarin alle oliemaatschappijen zitting hadden. De verdeling had plaats op basis van marktaandeel, zodat de grootste partijen de meeste stations kregen. Dankzij hun aantrekkelijkheid voor de zegelspaarders netwerkvoordeel haalden de grote maatschappijen bij de pompen meer omzet dan de kleine en vergrootten zo hun marktaandeel verder. De Nederlandse overheid wil nu meer concurrentie op de benzinemarkt. Nieuwe spelers zoals wegrestaurants, supermarkten en prijsvechters moeten de benzinemarkt openbreken; onder meer Van der Valk, Dirk van den Broek en sinds kort ook de ANWB hebben daarvoor belangstelling. Om te beginnen worden binnenkort de vergunningen voor 50 benzinestations geveild.

De veiling zal nauwelijks meer concurrentie opleveren, hebben deskundigen al maanden geleden voorspeld. De prijs van een vergunning is gebaseerd op de verwachte jaarwinst bij de pomp. De grote oliemaatschappijen kunnen dankzij hun netwerkvoordelen meer winst maken en dus meer bieden dan de nieuwkomers.

Is er dan helemaal geen kans op een Nederlandse prijsoorlog om de benzine? Jawel. In Frankrijk verkopen de hypermarchés benzine tegen kostprijs; zij hebben inmiddels een marktaandeel van 40 procent. De automobilist wil voor goedkope benzine best een omweg maken als er ook meteen boodschappen gedaan kunnen worden.

In Nederland kan dat alleen als de supermarkten buiten de steden filialen mogen openen. In de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, die het kabinet morgen bespreekt, staat minister Pronk (VROM) winkels in de ‘periferie' toe. De kans is dus groot dat automobilisten straks bij een supermarkt benzine enkele dubbeltjes per liter goedkoper kunnen tanken. Tenzij ze ook bij de supermarkt alleen komen voor bonuspunten en Air Miles.

NRC Webpagina's
14 december 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad