|
IINTRODUCTIE
ALLE BIJDRAGEN LINKS
|
Bijna helft bedrijven present op Internet en niet
tevreden
Door onze redacteur FERRY VERSTEEG Nu duiden de eerste onderzoeksresultaten er op dat bijna de helft van de Nederlandse bedrijven op Internet is vertegenwoordigd en van de topmanagers van die bedrijven ruim de helft. De meeste bedrijven zijn echter ontevreden over het huidige functioneren en bereik van Internet. Volgens een eind november afgerond onderzoek van KPMG in samenwerking met de Erasmus Universiteit onder 166 ondernemingen is 42 procent in enige vorm aanwezig op het Internet. Van de rest zegt niet minder dan 47 procent concrete plannen te hebben om binnen drie tot zes maanden van Internet gebruik te gaan maken terwijl slechts 11 procent er vooralsnog niet mee te maken wil hebben. Tegelijk geven de meeste bedrijven aan dat Internet nog niet voldoet aan hun wensen. De traagheid waarmee de gevraagde informatie wordt geboden wordt als problematisch gezien. Bovendien biedt de huidige penetratiegraad de ondervraagde ondernemingen onvoldoende mogelijkheden om substantiële zaken te doen via het Internet. Slechts 5 procent van de Nederlandse bevolking (750.000 mensen) gebruikt nu het Internet en die groep is demografisch ,,te homogeen'': voornamelijk mannen tussen de 20 en de 40 jaar met relatief hoge inkomens. De ondervraagde bedrijven vinden, volgens KPMG en Erasmus Universiteit, verder dat de overzichtelijkheid, maatschappelijke acceptatie en juridische duidelijkheid van het Internet moeten worden verbeterd. Van de op Internet aanwezige bedrijven heeft 59 procent een eigen Website. De leiding van Nederlandse bedrijven heeft in meerderheid de weg naar Internet gevonden. Dat blijkt uit een zojuist verschenen onderzoekje dat het Nederlands Centrum voor Directeuren en Commissarissen (NCD) door Bureau Berenschot liet uitvoeren onder 278 topmanagers. 59 procent van de Nederlandse commissarissen en directeuren blijkt Internetgebruiker. Van de voorzitters van raden van bestuur van grote ondernemingen zegt 73 procent zelf Internet te gebruiken. De opvatting dat de leiding van bedrijven zich vooral van internet-informatie laat voorzien door tussenkomst van medewerkers is dus onjuist. Maar liefst 65 procent van de respondenten vertelde de onderzoekers van Berenschot uit eigen beweging de ontwikkelingen op gebied van informatietechnologie (IT) te volgen en 18 procent doet dat door tussenkomst van medewerkers. Nog eens 9 procent geeft aan zowel direct als via medewerkers te worden genformeerd. Slechts 6,5 procent negeert de IT-ontwikkelingen. Voor zover er nu in ondernemerskringen nog wordt getwijfeld aan de actieradius van Internet is dat hoogstwaarschijnlijk een tijdelijke zaak. Want binnen drie jaar krijgt bijna de helft van de Nederlandse bevolking toegang tot het Net via de televisiekabel. Daarmee is een bedrag gemoeid van 4 miljard gulden. Dat hebben de vier grote kabelmaatschappijen afgelopen woensdag beloofd in een rapport van onder meer de Initiatiefgroep Infrastructuur aan minister Wijers (Economische Zaken). Casema, A2000, Edon en Eneco zullen de ontwikkeling van het 'kabel-internetten' zodanig op elkaar afstemmen dat eventuele dienstenaanbieders de potentiële klanten in één keer kunnen bereiken. Bij Internettoegang via de kabel gaat het dataverkeer zo'n honderd maal sneller dan via de huidige analoge telefoonlijn. Maar ook PTT Telecom gaat z'n infrastructuur verbeteren. Het bedrijf wil eveneens binnen drie jaar een breedbandige telefonische toegang tot Internet gaan bieden. Daarmee worden PTT Telecom en de kabelbedrijven voor het eerst op grote schaal elkaars directe concurrenten. Critici menen overigens dat de driejarige termijn, die kabelexploitanten en PTT Telecom nodig zeggen te hebben om de voorwaarden voor een meer massale toegang tot Internet te kunnen scheppen, veel te lang is. Dat zal, zo vrezen zij, leiden tot stagnatie in de aanbieding van nieuwe Internetdiensten. Uit NRC Handelsblad, 13 december 1996
|
NRC Webpagina's
16 APRIL 1997
|
Bovenkant pagina |