U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    Vaderlandse geschiedenis  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 



Overzicht eerdere
afleveringen


 VADERLANDSE GESCHIEDENIS
 ZELFBEWUSTE GESCHIEDENIS
 MOOIE BOEKEN
 VADERLANDS TOERISME
 JAARTALLEN
 OP SCHOOL
 FEITENLUST
 LINKS

In hun ijver van Nederland een leefbare samenleving te maken, laten schrijvers van schoolboeken grote gaten vallen in de geschiedenis.

Voor een betere wereld

Joris Abeling
"WAT WAS DE Industriële Revolutie'', vraagt onderwijzer Marcel Koch aan zijn leerlingen. In groep 7 van de Sint Jozef-basisschool in Wateringen schiet een tiental vingers de lucht in. ,,Mééster, mééster.'' Marlies (11) krijgt de beurt. Zuigend aan een pak je melk zegt ze: ,,Het was donker, er was veel lawaai en dat kwam door de machines.''

In regelmatige lagere-schoolletters schrijft Koch op het bord: ,,Op 20 september 1839 rijdt de eerste Neder landse trein van Amsterdam naar Haarlem (de Arend).'' Vervolgens leest hij een verhaal voor over de re acties van de bevolking op de eerste treinen. Boeren gooiden met stenen naar de locomotief omdat ze vrees den dat hun koeien door het lawaai en de stank geen melk meer zouden geven. ,,Wat veranderde er door de komst van de trein'', vraagt Koch dan. Bart steekt zijn vinger omhoog. ,,De bomen konden doodgaan van de luchtvervuiling.''

Dat laatste antwoord zou een lagere-schoolleerling twintig jaar geleden vast niet hebben gegeven. Maar ja, toen was er ook geen leermethode die specifiek aandacht besteedde aan wat de lesboeken van Bij de Tijd (Malmberg 1987-90) omschrijven als de "ecologisch-economische invals hoek'. Op de hedendaagse lagere school gaat het bij vaderlandse ge schiedenis niet meer in eerste instan tie om jaartallen en Grote Mannen _ de politiek-militaire geschiedenis die in Nederland decennia lang onder wezen is _ maar om economische processen en mentaliteitsgeschiede nis. In wat voor huizen leefde men in de prehistorie, wat at men in een kas teel, hoe was het om in de negentien de eeuw op school te zitten? Directeur A. van Zeijl van de Sint Jozef-basisschool vindt die keuze voor "narratieve' geschiedenis een goede zaak. ,,Het dagelijks leven spreekt kinderen aan. Kinderen kun[-] nen zich bij sfeerverhalen over het verleden meer voorstellen dan bij al die jaartallen van de Tachtigjarige Oorlog. Overigens hebben we het idee van vaderlandse geschiedenis op de basisschool grotendeels verlaten. Het gaat ons meer om algemene pro cessen, zoals de overgang van de no madische naar de agrarische samen leving, dan om geschiedenis die de vorming van een nationaal bewustzijn moet stimuleren.''

Niet iedereen staat te juichen over de huidige lesmethodes voor geschie denis. In het maartnummer van het Historisch Nieuwsblad hekelde histo rica Mieke van Baarsel de politieke correctheid van de geschiedenisboeken waaruit haar zoontjes op de lage re en middelbare school les krijgen. Zowel Bij de Tijd als Spoorzoeken in de tijd (Wolters-Noordhoff 1985-90), een andere veel gebruikte methode voor de basisschool, hebben de on bedwingbare neiging om episodes uit het Europese verleden te koppelen aan achterstandsituaties in de Derde Wereld. Naast een zwartwitfoto van een negentiende-eeuwse plaggenhut duikt steevast een kleurenfoto op van een Latijns-Amerikaanse familie in een laat twintigste-eeuwse krotten wijk. "Armoede bestaat nog steeds hoor!', staat er dan prekerig onder. "Kijk maar.'

Zulke vergelijkingen maken de auteurs heel bewust. In het inleidende boek van Bij de Tijd schrijven ze te willen uitleggen "hoe je het verleden van ons land nog elders in de wereld kunt ontmoeten'. Dat zo'n benade ring de deur wagenwijd openzet voor allerlei misleidende anachronismen deert de auteurs niet. Er blijkt een ho ger doel in het geding. Onder het kop je "Wat willen we bereiken met Bij de tijd?' komt de aap uit de mouw: de au teurs willen kinderen helpen om "van Nederland een leefbare multiculture le samenleving te maken'. Pijnlijker nog dan het moralisme vond Van Baarsel de grote gaten die een serie als Bij de Tijd laat vallen bij de behandeling van de geschiedenis. Van de schilderkunst uit de Gouden Eeuw schiet het lesboek ineens door naar 1840, zonder dat stadhouders en patriotten ook maar genoemd wor den.

Van Zeijl, die tevens lid is van de commissie voor het basisonderwijs van de Nederlandse vereniging van geschiedenisleraren (VGN), is het eens met Van Baarsels aanmerkingen op de politieke correctheid van de lesmethoden. ,,Die plaatjes van bede laars uit Bangladesh vind ik maar niks. Dat laat alleen maar zien hoe ver ze achterliggen bij ons. Boven dien is het a-historisch om die op één lijn te zetten met onze Middeleeuwen.'' Maar over de hiaten in feiten kennis haalt hij zijn schouders op. ,,Er is zoveel geschiedenis, je moet al tijd kiezen. Als je niet meer kiest voor Karel de Grote, kun je kiezen voor de economisch-culturele structuren. Ik vind dat als kinderen van school gaan, ze moeten zeggen: ik vond ge schiedenis een leuk vak. Zodat ze thuis ook nog wel eens uit eigen be weging een boekje pakken. Dat vind ik belangrijker dan dat ze weten wan neer Willem van Oranje is ver moord.''

Ook Loek Janssen, leraar geschie denis op de Nijmeegse scholenge meenschap Groenewoud, ziet het als een van zijn belangrijkste taken zijn leerlingen enthousiast te houden voor de geschiedenis. Naast de in gang van zijn lokaal hangen prikbor den waarop hij wekelijks nieuwe krantenknipsels hangt over histori sche onderwerpen. Ditmaal zijn dat artikelen over de geschiedenis van de Rijksvoorlichtingsdienst en een nieuwe biografie van Filips II.

Maar niet alle leerlingen van 3 VWO kunnen die namen thuisbrengen. ,,Filips de Tweede?'' Sander (15) moet grinniken. ,,Die ken ik niet. Is dat zoiets als Sony de Derde?'' Hij heeft wel de Gouden Eeuw gehad, maar dat vond hij niet de meest interessante periode. ,,Ik denk dat de Gouden Eeuw minder invloed heeft op het heden dan bijvoorbeeld - hij wijst op de video van Mississippi Burning die de klas aan het bekijken is - de slavernij op de rassenscheiding van vandaag. Kennis van het verre verleden is goed voor je algemene ontwikkeling, maar meer ook niet. Je moet het een beetje in zijn tijd kunnen plaatsen. Jaartallen hoeven we hele maal niet te kennen.''

Waar Sander wel veel over weet is James Martin. ,,De tragedie van James Martin'', zegt hij plechtig. ,,Dat was een oorlogsvlieger die hier bij Nijmegen is neergestort tijdens de Tweede Wereldoorlog. Bij het Bevrij dingsmuseum heb ik een boekje ge vonden waarin veel over hem stond.'' Uiteindelijk resulteerde zijn onder zoek naar de verongelukte vlieger in een werkstukje waarmee hij de basis vorming (eerste drie jaar van de middelbare school) geschiedenis afsloot.

Sander en zijn klasgenoten zeggen geschiedenis een leuk vak te vinden. Alleen, ze "kunnen er niets mee' voor hun vervolgopleiding. Voor Loek Janssen is dat nu juist de reden waar om hij voor de eerste klassen van de middelbare school speciale opdrach ten over de geschiedenis rondom Nij megen probeert te verzinnen. ,,Door de afkalving van het aantal uren dat het middelbaar onderwijs nog reser veert voor geschiedenis, en door de maatschappelijke druk op de leerlin gen om exacte vakken te kiezen, ga ik steeds meer marktgericht denken. Je gaat met thema's werken die aan slaan bij de leerlingen. Dat betekent in de vaderlandse geschiedenis dat je steeds meer gaat doen met de eigen omgeving. Eerst vier, vijf algemene lessen over de Romeinen, en daarna probeer je aan te sluiten bij de lokale situatie. Dat kan hier goed omdat Nijmegen voor de Romeinen een be langrijke plaats was. Maar we doen bijvoorbeeld veel minder aan de Tachtigjarige Oorlog omdat daarvan hier in de buurt nauwelijks overblijf selen zijn. Als ik in Leiden lesgaf, zou ik veel meer over de Tachtigjarige Oorlog doen, daar is veel meer ge beurd.'' Janssen loopt op een metalen kast af en haalt een aantal werkstukken te voorschijn die de leerlingen maakten rondom het thema "Nijmegen in de Tweede Wereldoorlog': een kijkdoos waarin het leven in een schuilkelder verbeeld is, een bandje vol vraagge sprekken met mensen die het bom bardement op Nijmegen meemaak ten. ,,Prachtig toch'', glundert Janssen.

Hij vindt niet dat het vak geschie denis op de middelbare school aan een terugtrekkende beweging bezig is. ,,Eerder een troepenverplaatsing. Vroeger waren namen, feiten en jaar tallen het houvast voor de leerlingen. Maar dat kennisdeel is stevig onder druk komen te staan, en dus is er nu wat wij wel "omgevingsonderwijs' noemen.'' Toch wordt het ook hem wel eens zwaar te moede. ,,Op steeds meer scholen moeten leerlingen al aan het eind van de tweede klas kiezen of ze doorgaan met geschiedenis. Op de MAVO moet ik dan de hele geschiedenis in twee jaar behandelen. Ik krijg dan klachten van ouders dat ik in de tweede klas niets doe aan de Koude Oorlog en andere moderne ontwikkelingen. Maar waar moet ik de tijd vandaan halen om dat te doen?''

Welke jaartallen vóór 1900 denkt Janssen dat zijn leerlingen nog kennen? Hij peinst even. ,,1492 kennen ze.'' Het is even stil. ,,1568 en 1648 herkennen ze. En ze kennen waar schijnlijk het jaar 0 als het moment waarop de Romeinen Nederland bin nenkwamen.'' En de rest? ,,Verder kennen ze geen jaartallen.'' De Slag bij Nieuwpoort? ,,Ook niet. Die wordt al jaren niet meer behandeld.''

Uit: Bij de tijd 1, Geschiedenis voor de basisschool van Jan Engbers en Joep den Otter.

NRC Webpagina's
26 juni 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) JUNI 1997