Raadsleden & wethouders
De Gemeentewet stelt aan het lidmaatschap van de
gemeenteraad en het wethouderschap een aantal voorwaarden. Een overzicht
van plichten en rechten:
Aantal raadsleden De omvang van de gemeenteraad hangt af van het aantal
inwoners van de gemeente. Het minimum is 9 raadsleden in gemeenten met
ten hoogste 3.000 inwoners; het maximum is 45 raadsleden in gemeenten
met meer dan 200.000 inwoners. Het aantal leden van de raad is altijd
een oneven getal; een eventuele uitbreiding van de raad - die alleen bij
de eerstvolgende verkiezingen mogelijk is - bestaat altijd uit twee
leden of een veelvoud daarvan. Ongeveer eenderde van de gemeenten in
Nederland heeft 10.000 tot 20.000 inwoners en daardoor gemeenteraden van
15 of 17 leden. Als maatstaf geldt het aantal inwoners op 1 januari van
het jaar dat voorafgaat aan het jaar van de verkiezingen. Voor de omvang
van de gemeenteraden die volgende maand worden gekozen is dus de
situatie van 1 januari 1997 bepalend.
Eisen Raadsleden moeten in de betreffende gemeente wonen, 18 jaar of
ouder zijn en niet zijn uitgesloten van het kiesrecht. Diverse functies
zijn niet verenigbaar met het raadslidmaatschap. Daarom mogen ambtenaren
geen raadslid zijn van de gemeente waar ze in dienst zijn, met
uitzondering van ambtenaren van de burgerlijke stand en
onderwijspersoneel. Evenmin mogen raadslid zijn: ministers,
staatssecretarissen, leden van de Raad van State, leden van de Algemene
Rekenkamer, commissarissen van de koningin, leden van Gedeputeerde
Staten en griffiers van Provinciale Staten.
Andere functies Raadsleden zijn verplicht hun andere functies openbaar
te maken. Een lijst met deze functies moet op het gemeentehuis ter
inzage liggen. Raadsleden mogen een aantal werkzaamheden niet
uitoefenen. Zo mogen ze in geschillen met de gemeente niet als advocaat
optreden, noch voor de gemeente, noch voor de tegenpartij. Ook mogen ze
niet als adviseur werken voor bedrijven of organisaties die een
overeenkomst met de gemeente willen sluiten voor bijvoorbeeld het
aannemen van werk, leveranties willen doen of onroerendgoedtransacties
sluiten. Soms kan het dagelijks bestuur van de provincie, het college
van Gedeputeerde Staten, van dergelijke verboden ontheffing verlenen.
Buitenlanders Buitenlanders mogen bij gemeenteraadsverkiezingen hun stem
uitbrengen en ook als raadslid worden gekozen mits ze ten minste vijf
jaar onafgebroken legaal in Nederland wonen. Als zij in dienst zijn van
de staat waarvan ze de nationaliteit bezitten, mogen ze geen raadslid
worden; hetzelfde geldt voor hun niet-Nederlandse echtgenoten of
partners en hun kinderen.
Burgemeester De burgemeester is voorzitter van de gemeenteraad. Dit is
vastgelegd in de Grondwet. Een gemeente mag van deze regel dus niet
afwijken. Ook is de burgemeester voorzitter van het college van
burgemeester en wethouders. De burgemeester wordt door de Kroon voor zes
jaar (her)benoemd, maar kan tussentijds worden ontslagen. De
burgemeester is geen lid van de gemeenteraad en heeft dus geen
stemrecht. Wel kan hij voorstellen doen en aan de beraadslagingen
deelnemen omdat hij een 'raadgevende stem' heeft. Als loco-burgemeester
kan een van de wethouders de burgemeester zonodig vervangen. De
voorzitter moet de orde in de vergaderingen handhaven. Hij kan het
publiek laten verwijderen. Hetzelfde geldt voor een raadslid dat zich
misdraagt; de burgemeester kan zo'n raadslid bovendien voor drie maanden
de toegang tot de vergaderingen ontzeggen.
Eed Raadsleden moeten alvorens hun functie te kunnen uitoefenen een
ambtseed afleggen, waarin zij trouw aan de Grondwet beloven. Ze moeten
verklaren dat ze om tot lid van de raad te worden benoemd geen gift of
gunst hebben gegeven of beloofd en dat ze bij de uitoefening van hun
ambt 'rechtstreeks noch middellijk' enig geschenk of enige belofte
hebben aangenomen of zullen aannemen. Naar eigen keuze sluiten
raadsleden deze eed af met de woorden: ,,Zo waarlijk helpe mij God
Almachtig'' dan wel: ,,Dat verklaar en beloof ik''.
Vergaderen Gemeenteraden vergaderen net zo vaak als ze zelf besluiten.
Om te kunnen vergaderen moet meer dan de helft van het aantal raadsleden
de presentielijst hebben getekend. Zo niet, dan mag de vergadering niet
worden gehouden. Wel kan de burgemeester een tijdstip vaststellen (ten
minste 24 uur later) waarop de raad alsnog zal vergaderen zonder dat
voldoende leden de presentielijst hebben getekend. Daarin mogen alleen
besluiten worden genomen over onderwerpen die op de agenda van de
oorspronkelijk uitgeschreven vergadering stonden.
Immuniteit Raadsleden kunnen niet rechterlijk worden vervolgd voor wat
ze in raadsvergaderingen zeggen (of aan de raad schriftelijk hebben
voorgelegd) en evenmin worden verplicht daarover een getuigenis af te
leggen (het verschoningsrecht).
Openbaar De vergaderingen van de gemeenteraad zijn openbaar, tenzij de
voorzitter (de burgemeester) meent dat de bijeenkomst 'met gesloten
deuren' moet worden gehouden. Ook als eenvijfde deel van de raad
verzoekt om de deuren te sluiten, gebeurt dit. Daarna pas beslist de
raad bij meerderheid of de vergadering ook daadwerkelijk besloten
blijft. Over een aantal onderwerpen mag niet in beslotenheid worden
beraadslaagd, zoals de vaststelling van de begroting of het benoemen en
ontslaan van wethouders.
Commissies Een gemeenteraad kan besluiten raadscommissies in te stellen,
en doet dat gewoonlijk ook. Gemiddeld zijn er in elke gemeente zes van
zulke commissies en in de grootste gemeenten gemiddeld tien. De
gemeenteraad regelt samenstelling, taken en bevoegdheden van de
commissies.
Wethouders De gemeenteraad kiest in de eerste vergadering na de
verkiezingen uit zijn midden de wethouders, die dus tevens raadslid zijn
en blijven. Ontstaat er een periode waarin de oude wethouders zijn
afgetreden en de nieuwe nog niet benoemd - bijvoorbeeld omdat de
meerderheid van de raad geen akkoord over de benoemingen heeft bereikt -
dan vormt de burgemeester in zijn eentje het college van B en W, met de
daarbij behorende bevoegdheden.
Het minimumaantal wethouders bedraagt twee. Maximaal mag twintig procent
van het aantal raadsleden wethouder zijn. Op deze regel is een
uitzondering mogelijk in gemeenten waar het wethouderschap een volledige
betrekking is. Dan mag de gemeenteraad besluiten hiervan een
deeltijdfunctie te maken en mag maximaal 25 procent van het aantal
raadsleden wethouder zijn. Het toegestane aantal wethouders wordt bij de
berekening afgerond naar het dichtstbijgelegen getal. Binnen de
voorgeschreven minima en maxima kan een gemeenteraad zelf bepalen
hoeveel wethouders er zullen komen. Een wethouder mag niet
tegelijkertijd ook rijks- of provincie-ambtenaar zijn.
Ontslag Wethouders die niet meer het vertrouwen van de raad bezitten,
kunnen worden ontslagen. Over zo'n ontslag moet de raad apart
vergaderen. Dit moet ten minste na twee weken en maximaal binnen drie
maanden gebeuren na de uitspraak dat de raad geen vertrouwen meer in de
wethouder heeft. De wethouder kan vervolgens wel lid blijven van de
gemeenteraad.
Vergaderingen B en W Het college van B en W, het dagelijks bestuur van
de gemeente, vergadert in beslotenheid, tenzij het zelf anders besluit.
Het college mag alleen vergaderen als ten minste de helft van het aantal
leden aanwezig is. Voor wat de leden in hun vergaderingen zeggen, kunnen
zij niet juridisch worden vervolgd. Als in het college bij een stemming
'de stemmen staken', moet er opnieuw worden gestemd. Staken de stemmen
weer, dan geeft de stem van de voorzitter (de burgemeester) de doorslag.
In de praktijk wordt zelden gestemd in collegevergaderingen.
|