U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Profiel - Basisschool NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


BASISSCHOOL
SELECTIE
ONDERWIJZERS
OVERBLIJVEN
ACHTERSTAND
PRIVÉ-SCHOOL
ZWARTE SCHOLEN
OUDERS
HUISVESTING
ONDERWIJSWET
SOORTEN
INSPECTIE
CIJFERS
INFORMATIE
Veel kritiek, maar ook betrokken

Ouders stellen steeds meer eisen aan de school van hun kinderen. Lastig voor school, maar beter dan ouders die niet komen.

Sheila Kamerman

EEN VADER UIT DIEMEN eiste in 1999 voor de rechtbank dat zijn kinderen vijf dagen per week les krijgen. Voor adv- of studiedagen moet de basisschool maar een andere oplossing vinden. Een paar maanden later wil een groepje ouders een Amsterdamse school via de wet juist dwingen tot een vierdaagse schoolweek. Dan worden hun kinderen in elk geval niet te pas en te onpas naar huis gestuurd, maar weten ze waaraan ze toe zijn. De ouders van een zesjarig meisje uit Bussum eisen voor de rechter dat hun dochtertje een klas over mag slaan. Volgens de ouders is ze hoogbegaafd, de school denkt daar anders over.

De procederende ouder is een nieuw fenomeen. De assertieve Karina Schaapman, die in 1998 het bestuur van de Amsterdamse 14de montessorischool voor de rechter daagde omdat haar zoon Tom geen goed onderwijs had gekregen nadat ze hem had laten testen, bleek hij een leerachterstand van twee jaar te hebben beet het spits af. Ze had succes: de rechter bepaalde dat de gemeente Amsterdam Toms bijlessen moest vergoeden. Tom zit nu op het vwo.

Die uitspraak geldt als een 'belangrijk precedent', oordeelden onderwijsjuristen. Als een schoolbestuur beterschap belooft, maar te weinig actie onderneemt, zal de rechter dat het schoolbestuur kunnen aanrekenen, zo analyseerde de Rotterdamse hoogeleraar staats- en bestuursrecht prof.dr. P. Akkermans destijds in deze krant. Schaapman: "Voor het eerst werd de kwaliteit van een school openlijk in twijfel getrokken. Daarvoor was dat onderwerp taboe.'' Toch blijven rechtszaken tegen scholen een uitzondering. "Als je bedenkt dat er 2,5 miljoen leerlingen op basis- en middelbare scholen zitten en er dus grofweg 5 miljoen ouders zijn, dan valt het aantal rechtszaken nogal mee'', vindt R. Limper, directeur van de Oudervereniging voor Openbaar Onderwijs (VOO.) Hij verwacht dan ook geen 'Amerikaanse toestanden'. Schaapman: "Ouders zijn bang dat het kind de dupe wordt van hun klacht tegen de school. En niet onterecht. Ik hoor heel vaak dat dat gebeurt.''

Wel worden ouders steeds mondiger. Werner van Katwijk, directeur van oudervereniging Ouders & Coo ziet daarvoor een aantal redenen. Tegenwoordig bestaan de meeste gezinnen uit ten hoogste twee kinderen, die relatief veel aandacht krijgen. "Ouders accepteren niet dat een kind in de versukkeling raakt.'' Daarnaast zijn ouders gemiddeld veel beter opgeleid dan pakweg twintig, dertig jaar geleden. Ze kijken niet tegen een leraar of een schooldirecteur op. En ze hebben meer geld. "De financiële kant van een rechtszaak hoeft geen belemmering te zijn.''

Ouderverenigingen vinden de toegenomen betrokkenheid van ouders meestal positief. Van Katwijk: "De tijd dat de school maar een beetje kon aanmodderen zonder daarvoor ter verantwoording te worden geroepen, is gelukkig voorbij. Ik heb het altijd verbazend gevonden dat er over een nieuwe auto veel meer informatie beschikbaar was dan over de school voor mijn kind. Wat dat betreft juich ik ranglijsten, de voor iedereen toegankelijke rapporten van de inspectie op internet en de schoolgidsen, toe.''

Ouders vinden steeds vaker hun weg naar medezeggenschapsraden en klachtencommissies. Sinds 1998 is iedere school verplicht aangesloten bij een klachtencommissie. Deze moet bij een conflict tussen ouder en school binnen vier weken met een advies komen. De klachtencommissie van het openbaar onderwijs kreeg in 1999 zo'n 400 klachten, en verwacht dat dat aantal alleen maar zal toenemen. Maar veel vaker uit de betrokkenheid van ouders zich in positieve inzet voor de school. Volgens Limper zou de organisatie van een school 'instorten' als ouders zich zouden terugtrekken. "Scholen drijven op leesmoeders, overblijfmoeders, klusjesvaders, ouders die voor Sinterklaas spelen, broodjes smeren op de sportdag en meegaan met schoolzwemmen.''

Meer zorgen baren dan ook de ouders die een totale apathie vertonen ten aanzien van de school van hun kind. Vooral scholen in de grote steden hebben te maken met 'onzichtbare' groepen allochtone, maar ook autochtone ouders. "Soms komt een ouder hier eindelijk een keer op school'', zegt een lerares van een middelbare school in Amsterdam-West. "En dan weten ze niet eens in welke klas Mohammed of Fatima zit. Dat vind ik schokkend.''

De rechtszaak om een vijfdaagse schoolweek af te dwingen, werd gevoerd door hoogopgeleide, betrokken ouders. Toen scholen in de Amsterdamse Bijlmer besloten de kinderen bij gebrek aan leraren naar huis te sturen, kwam er nauwelijks protest "Het is een minder kritisch publiek'', zei directeur Rob Geul van basisschool Onze Wereld toen. "Ze vinden het niet leuk, maar reageren gelaten en hangen hun kind een sleutel om de nek. Als het in Naarden zou gebeuren, waar ik woon, stonden alle middle class tweeverdieners meteen op hun achterste benen.''

Om het contact met allochtone ouders te vergemakkelijken, hebben veel Amsterdamse scholen een allochtone leerlingbegeleider aangesteld, die als intermediair fungeert tussen ouders en school. De begeleider kan de ouders in hun eigen taal uitleggen wat er aan de hand is en kan goed op eventuele cultuurverschillen inspelen. Directeur Ria Bleeker van het 'ondernemerscollege' van het ROC van Amsterdam vindt hun Marokkaanse leerlingbegeleider Abdes Mehyou een gouden greep. "Ouders blijken vaak heel coöperatief als er een probleem is. Maar ze moeten wel begrijpen wat er precies aan de hand is. Voorheen konden we ze slecht bereiken en bleken ze bovendien vaak een gekleurde versie van hun zoon of dochter te horen hebben gekregen.''

Op initiatief van Ouders & Coo loopt een pilotproject op een school in Ommen, waarbij ouders, kind en leraar regelmatig bij elkaar komen en dan afspraken maken over onderwijsdoelen. Ook wordt afgesproken wat iedereen daarvoor zal doen. Bijvoorbeeld: de leerling moet over drie maanden een niveau hoger zitten met het lezen. De leerling zal daarvoor dagelijks een kwartiertje lezen, de ouders zullen regelmatig met hem naar de bibliotheek gaan om nieuwe boekjes te halen en de leraar zal eens in de week kijken hoe het ervoor staat. Van Katwijk: "De methode komt uit Engeland. Daar worden er heel goede resultaten mee geboekt.''

Soms schiet de mondigheid van ouders door in (verbaal) geweld. Uit recent onderzoek blijkt dat de helft van de docenten op middelbare scholen het afgelopen jaar te maken heeft gehad met agressie van leerlingen, ouders en collega's. Negen procent van de leraren werd fysiek bedreigd door ouders. Zo werdvorige maand een vader uit Deventer gearresteerd omdat hij een leerkracht van de openbare basisschool Het Mozaïek met een hockeystick tegen zijn been had geslagen. De vader was boos over de schooladviezen voor zijn kinderen. Limper: "Niet elke ouder is even goed in staat zijn grieven onder woorden te brengen. Natuurlijk moet je je als leraar niet in elkaar laten rammen. Maar de school zou de signalen wel op moeten pakken.''

Plichten

De enige wettelijke verplichting die ouders aan een basisschool hebben, is hun kinderen elke dag naar school te sturen. De verwarring bijvoorbeeld over de ouderbijdrage is echter groot. Wat moet en wat mag?

Ouderbijdrage Basisscholen mogen ouders vragen elk jaar een vrijwillige ouderbijdrage over te maken. Deze is bedoeld voor extra voorzieningen, die het ministerie van Onderwijs niet vergoedt, zoals schoolreisjes, overblijven, schoolzwemmen en culturele evenementen.

Enkele scholen gebruiken de ouderbijdrage echter ook om bijvoorbeeld extra docenten aan te stellen of om de school een grote beurt te geven. Ouders met kinderen op deze scholen zijn meestal duurder uit dan ouders met kinderen op scholen die de ouderbijdrage voor kleine activiteiten gebruiken. De vrijwillige ouderbijdrage loopt ver uiteen, van honderd tot zevenduizend gulden per jaar. De overheid heeft hiervoor geen wetten opgesteld, de ouderbijdrage zou tot de autonomie van de school behoren.

Scholen kunnen de bijdrage niet verplichten. Ze kunnen kinderen van ouders die de ouderbijdrage niet kunnen of willen betalen wel uitsluiten van deelname aan bijvoorbeeld schoolreisjes. In de praktijk blijkt dat ouders de bijdrage toch als een verplichting ervaren. Sommige scholen sturen zelfs incassobureaus naar 'wanbetalende' ouders, terwijl de toegankelijkheid van het onderwijs volgens de wet niet mag worden beïnvloed door de ouderbijdrage.

Activiteiten Hoewel ouders niet verplicht zijn zich actief op te stellen binnen de basisschool, is dit vaak wel wenselijk voor zowel de school, de ouders als het kind. Scholen staan over het algemeen te springen om hulp van ouders. Ze kunnen helpen met niveaulezen, overblijven, sportdagen en schoolreisjes. Daarnaast kunnen ouders plaatsnemen in de medezeggenschapsraad. Nederland telt op dit moment 60.000 participerende ouders. Als alle activiteiten van ouders bij elkaar worden opgeteld, vullen zij 2.400 fulltime arbeidsplaatsen. Omdat Nederlanders het steeds drukker hebben en steeds meer moeders werken, is er een gebrek aan ouders die overdag een handje meehelpen.

Uit onderzoek blijkt dat veel ouders het wel plezierig vinden om betrokken te zijn bij de school van hun kinderen. Door participatie leren zij zowel de school als de leraren kennen. Ouders doen er vaak wel verstandig aan om, voordat zij actief worden binnen de basisschool, met hun kinderen te overleggen over hun participatie: niet ieder kind vindt het even leuk om bij een van de eigen ouders in bijvoorbeeld het leesgroepje terecht te komen.

NRC Webpagina's
22 maart 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad