|
afleveringen BALKAN GESCHIEDENIS GESCHIEDENIS IN KAART TWISTEN SERVIË BOSNIË KROATIË SLOVENIË MONTENEGRO MACEDONIË HONGARIJE ALBANIË BULGARIJE ROEMENIË GRIEKENLAND TURKIJE HOOFDROLSPELERS HISTORISCH MISVERSTAND BOEKEN INTERNET |
Hoofdrolspelers
Milo Djukanovic (37), de president van de kleine Servische broederrepubliek Montenegro, is de enige politicus die Milosevic vreest. Djukanovic weet hoe hij de Montenegrijnen en Serviërs moet manipuleren, bijvoorbeeld door vlak voor verkiezingen duizenden nieuwe agenten in dienst te nemen en de dankbare stemmen van hun familie te incasseren. Toen Joegoslavië nog onderworpen was aan strenge sancties, werd de jonge Djukanovic puissant rijk als smokkelkoning in dienst van het vaderland. Vorig jaar raakte Djukanovic in conflict met Momir Bulatovic, de lokale stroman van president Milosevic. Djukanovic nam diens partij DPS over. Hij wilde toenadering tot het Westen, en handel. Vorige zomer won hij de verkiezingen ruim. Het conflict in Kosovo en de NAVO- bombardementen ondergraven de positie van deze pro- Westerse politicus.
Adem Demaçi (63) bracht 28 jaar door in Joegoslavische gevangenissen wegens seperatistische agitatie. Dat leverde hem de bijnaam 'de Mandela van Kosovo' op, maar niet de corresponderende wijsheid. Demaçi beschikt over een falsetstem, die overslaat wanneer hij zich opwindt. En daar is weinig voor nodig. In 1996 begaf Demaçi zich in de politiek. Zijn partij PPK koos voor de harde lijn. Demaçi bepleitte eerst aansluiting bij Albanië en daarna de losse federatie 'Balkania', riep op tot actieve weerstand en steunde van meet af aan de ontluikende verzetsbeweging UÇK. Elk compromis is in zijn ogen verraad; Demaçi gooide onlangs zelfs de telefoon op de haak toen de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Albright hem belde. Het UÇK benoemde hem vorig jaar even tot politieke woordvoerder. De koppige Demaçi keerde zich echter tegen deelname aan vredesbesprekingen in Rambouillet en werd daarom opzij geschoven.
Hashim Thaçi (29) leidde vorige zomer onder de nom de guerre De Slang het UÇK in de kortstondige 'hoofdstad' Malisevo in Centraal-Kosovo. Hij is de rijzende ster van de Kosovaarse politiek en de premier van de door de UÇK geïnstalleerde regering van Kosovo. Deze pragmatische hard-liner stamt uit het onverzettelijk Drenica-gebied en was in 1989 al actief in het studentenverzet tegen de Serviërs. Later studeerde hij politicologie in Zwitserland en Duitsland. Daar raakte Thaçi betrokken bij de marxistisch- leninistische volksbeweging Kosovo in ballingschap, een van de voorlopers van het UÇK. Binnen de Kosovaarse delegatie in het Franse Rambouillet was hij een onbekend gezicht, maar al snel bleek hij de leiding te hebben, niet Rugova. Thaçi talmde met het zetten van een handtekening onder het vredesakkoord en bracht op die manier het Westen in verlegenheid.
Veton Surroi (37) was tot voor kort de eerste halte voor elke Westerse bezoeker aan Kosovo. Zijn dagblad Koha Ditore gold als onafhankelijk en kritisch, vooral ook jegens de Kosovaarse leider Ibrahim Rugova. Vorig jaar ontpopte Koha Ditore zich evenwel tot spreekbuis van het Kosovo Bevrijdingsleger UÇK en schuwde de krant de gruwelpropaganda niet. Surroi, een politiek realist met een neiging tot cynisme, gelooft dat het doel de middelen heiligt. Dat doel is en blijft een onafhankelijk Kosovo. Surroi veranderde dit jaar van journalist in politicus, met dure auto, net pak en lijfwacht. Op de Balkan geen ongewone metamorfose. Hij nam als vertegenwoordiger van de 'journalistieke gemeenschap' deel aan diplomatieke missies. Surroi is naar verluidt ondergedoken na het leegroven van zijn redactie. Vojislav Seselj (44), tegenwoordig vice-president van de Servische regering, zat in het communistische Joegoslavië lang achter de tralies als nationalistisch dissident. De professor begon zijn politieke loopbaan in de vroege jaren negentig. Eerst samen met Vuk Draskovic, later met zijn eigen Radicale Partij ( SRS ) streefde hij naar een Groot- Servië. Tijdens de Kroatische en Servische oorlog (1991-1995) bekwaamden zijn cetnik-milities zich in etnische zuiveringen. Toen Milosevic in 1993 genoeg kreeg van die oorlog, liet hij Seselj vallen en gevangen zetten. De SRS is sterk gegroeid door strakke discipline en simpele, fascistoïde campagnes: tucht, orde, strijd, eerlijkheid, veel kinderen. Kiest Milosevic het oorlogspad, dan haalt hij boeman Seselj uit zijn hok. Vooral voor binnenlandse consumptie: Hondsdolle Seselj kan mooi schelden, dreigen en vijanden laten molesteren.
Ibrahim Rugova (54) is de Gandhi van Kosovo. De intellectueel Rugova, die in de jaren zestig aan de Sorbonne studeerde, wierp zich na de inlijving van de autonome provincie Kosovo in 1989 op als leider van de Kosovaren. Hij richtte de 'Democratische Liga van Kosovo' ( LDK ) op en werd in 1992 tot president gekozen. Rugova predikte passieve weerstand en bouwde een ondergrondse staat op, compleet met een presidentieel paleis. Maar zijn diplomatieke contacten brachten Kosovo niet op de kaart en dwongen de Serviërs niet naar de onderhandelingstafel. Dat lukte het militante UÇK wel. Met zijn zijden sjaaltjes en wollige taal lijkt Rugova derhalve slechts een herinnering aan een mislukt experiment, maar misschien is zijn rol nog niet uitgespeeld. UÇK' ers zeggen vaak dat Rugova Kosovo weliswaar niet kon bevrijden, maar dat de veldcommandanten op hun beurt een raar figuur zouden slaan bij een bezoek aan het Witte Huis.
Zeljko Raznjatovic (46), alias Arkan (Roofkat), was in de jaren zeventig en tachtig leider van het beruchte hooligan-legioen van Rode Ster Belgrado, bankrover, uitbreker uit gevangenissen (onder meer de Bijlmerbajes) en vermoedelijk ook huurmoordenaar in dienst van de Joegoslavische geheime dienst. Hij vormde in 1991 de 'Arkan Tijgers', een militie die zich toelegde op etnische zuiveringen in Kroatië en Bosnië. Door de VS wordt hij verantwoordelijk gehouden voor de dood van ten minste 2.000 moslims. Inmiddels is hij door het Joegoslavië- tribunaal in Den Haag aangeklaagd wegens oorlogsmisdaden. Na een flirt met de politiek werd Arkan met de oorlogsbuit een mafiamagnaat, met belangen in casino's, winkels en benzinehandel en een eigen voetbalclub. Arkan is getrouwd met de turbofolk-ster Ceca.
Milan Milutinovic (56) is de eerste onder de partijmuizen waarmee Slobodan Milosevic zich omringt. Eind 1997 zat zijn baas met een probleem. Alle macht lag bij de Servische president, maar volgens zijn eigen grondwet mocht Milosevic zich niet herkiesbaar stellen. Het ontbrak hem aan stemmen om de grondwet aan te passen. Milosevic nam het ceremoniële presidentschap van de Joegoslavische federatie op zich en zocht een ja-knikker om hem op te volgen. Die rol vervult Milutinovic sinds zijn verkiezingsoverwinning op Seselj, een verkiezing waarbij volgens hardnekkige geruchten door loyale beambten in Kosovo flink is geknoeid.
Slobodan Milosevic (57) leek een mensenschuwe apparatsjik. Totdat hij in 1987 zijn mentor Ivan Stambolic ten val bracht als Servisch partijleider door het opzwepen van de nationalistische woede over een veronderstelde terreurcampagne tegen Serviërs in de autonome provincie Kosovo. Confisqueerde in 1989 de provincies Kosovo en Vojvodina, verstoorde het delicate evenwicht binnen de bondsstaat Joegoslavië en geldt daarom als hoofdverantwoordelijke voor de bloedige burgeroorlog van 1991-1995. Overleefde de Servische nederlaag door in het Dayton-akkoord de positie te verwerven van enige garantie op duurzame vrede. Massale protesten in 1996-1997 brachten hem aan het wankelen, meer niet. Hij geldt als meester-tacticus zonder strategie, met als enig doel machtsbehoud. Hoewel zijn neocommunistische partij SPS erodeert, Servië verarmt en hij op voet van oorlog leeft met de hele wereld, weet Milosevic aan de macht te blijven op de vleugels van het nationalisme en door tegenstanders tegen elkaar uit te spelen.
Vuk Draskovic (52), oud-journalist, was begin 1997 nog voorman van de pro-Westerse oppositiebeweging 'Zajedno'. Hij was 'de koning van de pleinen' die massa's met wijdlopige redevoerigen in vervoering bracht. Macht leverde hem dat aanvankelijk niet op, wel celstraffen en blauwe ogen. Nu mag zijn 'Servische Vernieuwingsbeweging' (SPÖ) aan de macht ruiken. Draskovic is vice-premier in de Joegoslavische regering. Zijn partij heerst in Belgrado. De bebaarde politicus zwalkt al sinds begin jaren negentig tussen romantisch Servisch nationalisme en Westerse waarden. Consistentie is niet zijn sterkste punt. Volgens vijanden wordt hij van afstand bestuurd door zijn manhaftige echtgenote Danica. Draskovic doet nu dienst als het nette gezicht van Joegoslavië tegenover de Westerse pers. |
NRC
Webpagina's
|
Bovenkant pagina |