Kok acht opheffing sancties terecht
Door onze diplomatiek redacteur
DEN HAAG, 15 SEPT. Nederland
heeft alleen ingestemd met het opheffen van de maatregelen van veertien
leden van de Europese Unie tegen de Oostenrijkse regeringscoalitie omdat
die maatregelen "contraproductief" dreigden te worden en bovendien als
een "splijtzwam" in de EU gingen werken. Dit heeft premier Kok gisteren
in de Tweede Kamer verklaard. Hij zei het op dat punt geheel eens te
zijn met het rapport van de 'drie wijzen' van vorige week vrijdag.
Kok reageerde daarmee op kritiek uit de oppositiefracties van GroenLinks
en het CDA. Die hadden hem eraan herinnerd dat hij sinds de maatregelen
zeven maanden geleden van kracht werden steeds had verzekerd dat zij pas
zouden worden beëindigd nadat de extreem-rechtse FPÖ de
Oostenrijkse regeringscoalitie zou hebben verlaten. Volgens Kamerlid
Karimi (GroenLinks) staat de Europese Unie na de onvoorwaardelijke
opheffing van de maatregelen nu "in haar hemd". Verhagen (CDA) zei blij
te zijn dat de maatregelen verleden tijd zijn. Zij verdienden "geen
schoonheidsprijs", ze waren strijdig met het EU-Verdrag, ze hebben de
Unie niet dichter bij de burger gebracht en ook nog "de bijl aan de
wortels van de Europese samenwerking gelegd", zei hij.
De VVD'er Van Baalen vroeg Oostenrijk voortaan weer geheel als "normaal
lid van de Unie" te behandelen. De GPV'er Van Middelkoop vond dat Kok
"wel iets uit te leggen" had en noemde het rapport van de drie wijzen
spottend "een braakpil voor de sociaal-democraten in Europa om van de
maatregelen terug te kunnen komen". Kok antwoordde daarop dat de Kamer
zeven maanden geleden in grote meerderheid achter de maatregelen had
gestaan zodat "wel meer mensen nu wat uit te leggen hebben". Overigens
vond ook hij dat Nederland zich nu niet "kneuterig" jegens Oostenrijk
mag opstellen. Maar waakzaamheid jegens de FPÖ blijft geboden, want
met recht wijst het rapport van de drie wijzen erop dat die partij
wortels heeft in het nationaal-socialisme, zei hij.
Nederland zal volgens Kok zijn uiterste best doen artikel 7 van het EU-
Verdrag ter bestrijding van racisme in december op de EU-top in Nice
verscherpt te krijgen en een Eurocommissaris met het toezicht daarop te
belasten.