U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Oostenrijk

Nieuws

Regeringsformatie

Buitenlandse reacties

Documenten

Links

Discussie

Met optreden tegen Oostenrijk stippelt EU eigen toekomst uit


Het voornemen van Oostenrijk een referendum te houden over de sancties van de andere EU-lidstaten heeft de verhoudingen in Europa opnieuw op scherp gezet. Een handvest van grondrechten kan uitkomst bieden, meent Dominique Moïsi.

Bijna een half jaar na het opleggen van de bilaterale sancties tegen 'het Oostenrijk van Jörg Haider' en kort na de benoeming van drie 'wijze mannen' die de mensenrechtensituatie onder de nieuwe regering in Wenen moeten beoordelen, rijst de vraag wat we moeten denken van deze eerste poging van de EU om haar identiteit te bepalen als een waardengemeenschap.

Een gunstig facet van de kwestie is dat de in hoofdzaak symbolische maatregelen - want dat zijn het toch: Oostenrijkse ambassadeurs die op het laagste diplomatieke niveau worden ontvangen of een weigering Oostenrijkse kandidaten voor internationale posities te steunen - het debat hebben gestimuleerd. De vernedering en stigmatisering hebben Oostenrijk ten langen leste gedwongen de kwestie van zijn verleden en zijn huidige identiteit onder ogen te zien. Zonder dit besef van uitgestoten-zijn was Oostenrijk de gesloten, egocentrische samenleving gebleven die zo pijnlijk treffend wordt beschreven in de toneelstukken van Thomas Bernhardt. Minder gunstig is dat de plotselinge introspectie eerder een tartende dan een deemoedige houding heeft opgeroepen. Oostenrijk heeft meelij met zichzelf: het vermoedt dat het wordt gestraft niet om zijn optreden maar omdat het klein is.

Oostenrijk, een gewezen keizerrijk dat nog altijd bijzonder trots is op zijn wonderbaarlijke economische herstel na de Tweede Wereldoorlog, voelt zich verongelijkt. In de hoogste politieke en diplomatieke kringen wordt betoogd dat slechts weinig andere Europese landen met een vergelijkbare bevolking hun grenzen zo ruimhartig voor immigranten hebben opengesteld. De EU, zo wordt geklaagd, zou Duitsland geen sancties durven opleggen en zal niet optreden tegen Italië als extreem-rechts daar de komende tijd deel gaat uitmaken van een regeringscoalitie.

Helemaal ongelijk heeft men niet. Maar ook al zijn de sancties misschien oneerlijk, ze zijn beslist gerechtvaardigd. Dit onderscheid gold tevens voor de Westerse militaire interventie in Kosovo: ook die was wellicht niet geheel wettig, maar moreel zeker terecht. Het probleem van Oostenrijk ligt elders. Het land heeft geen oog gehad voor de ingrijpende veranderingen, nog versneld door de mondialisering, die zijn opgetreden in alle Westerse politieke systemen en in de verhoudingen tussen burgers en regeerders - de behoefte aan meer openheid. Wat er gaande is, is niet slechts dat jonge Oostenrijkse kiezers zich tot Haider hebben gewend omdat ze de oude gevestigde partijen beu waren. Europa als geheel wil dat Oostenrijk meer openheid betracht ten aanzien van zijn verleden.

Oostenrijk is het Japan van Europa, een natie die niet bij machte is om zich openlijk te verontschuldigen voor fouten in het verleden - een merkwaardige paradox in een grotendeels rooms-katholiek land waar biechten gemakkelijk zou moeten gaan. Waar is de Oostenrijkse tegenhanger van Willy Brandt, de Duitse bondskanselier die knielde voor het oorlogsmonument in het getto van Warschau? Het geval van Kurt Waldheim, de Oostenrijkse president die zijn landgenoten en waarschijnlijk zichzelf beloog omtrent zijn oorlogsverleden, verklaart ten dele de felheid van Europa's reactie toen Oostenrijk bereid leek in zijn vroegere fouten te blijven vervallen.

Een gering aantal Oostenrijkers pleegde tijdens de Tweede Wereldoorlog heldhaftig verzet tegen Hitler, veel meer collaboreerden er actief met het nazi-regime. De rest van de bevolking zat daar ergens tussenin. Oostenrijk bevond zich op het verkeerde moment op de verkeerde plaats, terwijl het de vernedering van de nederlaag en het verlies van zijn keizerrijk nog niet te boven was. Vandaar ook nu nog zijn onzekere, geknakte identiteitsbesef.

De Oostenrijkers beginnen eindelijk de dubbelzinnigheid van hun verleden te erkennen, maar excuses aanbieden voor het heden zal lastiger zijn. Daarvoor is een zelfbewustzijn nodig dat zij thans missen. Terwijl Oostenrijkse diplomaten zich in het openbaar verdedigen, erkennen zij binnenskamers wel dat de kritiek van Europa ten dele terecht is en dat er dingen moeten veranderen. Dat zal een diepgaand debat vergen over de betekenis van de democratie. Want laten we niet vergeten dat Haiders Vrijheidspartij in de regering is gekomen via een keurig democratisch verkiezingsproces.

Wat de tartende houding van de Oostenrijkers verder versterkt, is hun scherpe blik voor het ongemak en de verlegenheid, om niet te zeggen regelrechte verdeeldheid, die het sanctiebeleid heeft teweeggebracht bij de overige Europese landen. De Fransen, die juist het voorzitterschap van de EU voor een halfjaar hebben overgenomen, willen aan dat beleid vasthouden. Andere landen hebben minder fiducie in de doeltreffendheid van goeddeels symbolische sancties, of trouwens van sancties in het algemeen.

Terwijl de EU-partners naar een uitweg zoeken, wisselt Oostenrijk openlijke dreigingen om EU-instanties te verlammen af met een afwachtend-lijdzame houding. Wellicht blijven beide tactieken zonder succes, maar er staat een andere weg open. Waar die toe leidt hangt af van de ondertekening door alle EU-landen van een handvest van grondrechten, een stap die geldt als een eerste aanzet tot een toekomstige Europese grondwet en als een van de doelstellingen van het Franse voorzitterschap. Als Oostenrijk zo'n symbolische tekst ondertekent, zou dat het begin kunnen zijn van een geleidelijke herintree van Oostenrijk in de gemeenschap van democratische naties.

Tot slot: sancties zijn van minder belang dan het stellen van een voorbeeld. Door op te treden tegen Oostenrijk heeft de EU twee vliegen in één klap geslagen: ze heeft haar toekomst uitgestippeld en de Oostenrijkers gedwongen hun verleden onder ogen te zien. Het fenomeen Haider is meer symptoom dan oorzaak, een symptoom dat dwingt tot het stellen van een veel fundamenteler vraag: is Oostenrijk, door allerlei historische, culturele en politieke oorzaken, intrinsiek meer xenofobisch dan andere Europese landen; of komt de Oostenrijkse xenofobie in Europa algemeen voor?

In een tijd waarin hernieuwde economische groei in Europa de behoefte aan meer immigratie doet voelen, brengt de kwestie-Oostenrijk spanningen aan het licht tussen de rationele argumenten voor een open, multiculturele samenleving en het emotionele verzet daartegen door meer homogene opvattingen van nationaliteit. Niet ieder land heeft, zoals Frankrijk, een zegevierend voetbalelftal ter ondersteuning van een pluralistische, veelkleurige en zelfbewuste identiteit waarmee het xenofobische instincten kan onderdrukken.

NRC Webpagina's
5 juli 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad