Landen EU handhaven sancties tegen
Oostenrijk
Door onze correspondent BEN VAN DER VELDEN
FURNAS, 8 MEI. Een poging van
ministers van Buitenlandse Zaken van de Europese Unie om sancties tegen
Oostenrijk af te zwakken is het afgelopen weekeinde mislukt. Diplomaten
van verschillende EU-lidstaten gaven de schuld van de mislukking aan
Oostenrijk zelf.
De Oostenrijkse regering heeft vorige week gedreigd een referendum te
organiseren, waarmee de Oostenrijkers zich zouden kunnen uitspreken over
de sancties van de andere veertien EU-lidstaten tegen hun land. Volgens
diplomaten heeft dat dreigement averechts gewerkt omdat ministers die
aanvankelijk Oostenrijk tegemoet wilden komen, niet de indruk wilden
wekken voor Oostenrijkse druk te zwichten. Ze besloten onverminderd aan
de sancties vast te houden, hoewel hun Oostenrijkse collega Ferrero-
Waldner verzekerde dat het idee van een referendum niet was geopperd als
dreigement.
Toch ontstond er tijdens informeel overleg van de EU-ministers het
afgelopen weekeinde op de Azoren voor het eerst een discussie over de
vraag hoe lang de speciale behandeling van Oostenrijk nog kan worden
voortgezet. Met name de Italiaanse minister Dini vond de tijd gekomen om
de sancties opnieuw in overweging te nemen.
Veertien EU-lidstaten besloten begin februari om de bilaterale
betrekkingen met Oostenrijk op een laag pitje te zetten wegens de
deelname van de extreem-rechtse FPÖ aan de Oostenrijkse
regeringscoalitie. Deze sancties mochten het functioneren van de EU
echter niet belemmeren. De Nederlandse minister Van Aartsen zei dat de
maatregelen van kracht blijven zolang de FPÖ in de Oostenrijkse
regering zit. Maar zijn Britse collega Cook vond de tijd gekomen om vast
te stellen welk gedrag er van de Oostenrijkse regering wordt verlangd.
De Oostenrijkse minister Ferrero-Waldner had daar ook om verzocht, omdat
volgens haar op het beleid van haar regering niets aan te merken valt en
bovendien de omstreden Jörg Haider niet langer voorzitter is van de
FPÖ.
De voorzitter van de bijeenkomst op de Azoren, de Portugese minister van
Buitenlandse Zaken Gama, weigerde aanvankelijk om de kwestie Oostenrijk
op de agenda te plaatsen. Maar nadat de Oostenrijkse minister had
gesproken, ontstond er toch een discussie. Minister Van Aartsen
verklaarde samen met zijn collega's van België, Luxemburg,
Frankrijk, Duitsland, Portugal en Zweden, dat er voor zo'n discussie
geen reden was.
Diplomaten konden gisteren niet zeggen waaruit een versoepeling van de
sancties tegen Oostenrijk zouden kunnen bestaan. Ze zeiden dat alleen
Frankrijk, België en Portugal voor een onverminderde strikte
handhaving van het isolement van Oostenrijk zijn. De landen die het
sterkst op opheffing van de sancties aandringen zijn Italië,
Denemarken, Finland en Duitsland.
Hoewel er officieel niets is veranderd, bleken op de Azoren de ministers
van Buitenlandse Zaken van veertien EU-lidstaten vriendelijker tegen hun
Oostenrijkse collega dan de afgelopen maanden het geval was. In maart
tijdens de Europese top in Lissabon weigerden regeringsleiders van
veertien EU-landen samen met hun Oostenrijkse collega Schüssel voor
een traditioneel groepsportret te poseren. In Furnas werd van de EU-
ministers van Buitenlandse Zaken wel een groepsportret gemaakt, waarbij
de Oostenrijkse minister Ferrero-Waldner breed glimlachend tussen haar
ontspannen kijkende Duitse collega Fischer en de Franse minister
Védrine stond.