Nederland mist middelen om Oostenrijk te
treffen
Door onze diplomatiek redacteur J.M. BIK
DEN HAAG, 18 FEBR. Nederland
beschikt nauwelijks over mogelijkheden om Oostenrijk in het bilaterale
verkeer te laten merken dat het , ,bezorgd en ongerust" is over de
nieuwe regeringscoalitie van christen-demcocraten (ÖVP) en de
extreem-rechtse FPÖ van Jörg Haider. Naast de contacten in de
Europese Unie is er praktisch geen bilateraal verkeer tussen Wenen en
Den Haag.
Dat blijkt uit een rondgang langs ministeries, twee weken na het
aantreden van de omstreden coalitie. Geen enkel departement heeft
contacten moeten afzeggen of uitstellen, want dergelijke contacten
stonden voor de komende maanden nergens op de agenda. Weliswaar zei
premier Kok onlangs in de Tweede Kamer dat Nederland "met ijzeren
precisie en buitengewoon alert" zou toezien op het gedrag van een
coalitie met de FPÖ, maar Nederland heeft weinig eigen
beïnvloedingsmogelijkheden in Wenen.
Alleen Financiën heeft eerder deze maand op ambtelijk niveau
contact met Oostenrijk gehad. Dat was in de zogenoemde EU-7, een groep
landen die met elkaar overleggen over de financiering van de Europese
Unie. Maar dat was een EU-forum en geen bilateraal contact. Zoiets zal
in april ook gelden voor de tweejaarlijkse VN-conferentie over
misdaadpreventie in Wenen. Daaraan neemt, net als bij vorige
gelegenheden, niet de minister maar een ambtelijke delegatie van
Justitie deel.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken hoopt volgende week klaar te zijn
met een inventarisatie van internationale posten waarop Oostenrijk
aanspraak zou kunnen maken, maar waarvoor het conform het
maatregelenpakket van de overige 14 EU-regeringsleiders van 31 januari
geen steun zal krijgen. In dat pakket werd ook afgesproken dat
regeringsleiders en ministers buiten het EU-verband geen contacten met
ministers van de ÖVP/FPÖ-coalitie hebben. En dat Oostenrijkse
ambassadeurs alleen "op technisch niveau" worden ontvangen. In Nederland
is de Oostenrijkse ambassade zeer actief. De ambassade voerde de
afgelopen weken veelvuldig telefonisch overleg met Buitenlandse Zaken
en met premier Koks ministerie van Algemene Zaken. Volgens de
persattaché, Andreas de Valk, ging het in die "constructieve en
openhartige contacten, waarin Buitenlandse Zaken wel een nuance
positiever was dan Algemene Zaken" vooral om het uitwisselen van
informatie. En om toelichtingen van ambassadeur Alexander Christiani op
de Oostenrijkse coalitie en het regeerakkoord.
De ambassade beschouwt Nederland binnen de EU niet als een van de
voortrekkers van de maatregelen tegen Oostenrijk, maar als land dat op
dit stuk tot de Europese "main stream" behoort, aldus De Valk.
Illustratief is daarvoor, vindt hij, dat minister Van Aartsen
(Buitenlandse Zaken) met zoveel woorden zegt dat hij en premier Kok
"natuurlijk" de telefoon zouden aannemen als de Oostenrijkse kanselier,
Schüssel, of minister van Buitenlandse Zaken Ferrero-Waldner zou
bellen. Het is de ambassade niet ontgaan dat Van Aartsen daarmee zijn
staatssecretaris Benschop ("Kok neemt in zo'n geval niet op")
corrigeerde.
De Oostenrijkse ambassade heeft geen speciale instructie uit Wenen over
de manier van handelen sinds de afkondiging van de EU-maatregelen. Dat
wordt aan de ambassadeurs in de afzonderlijke lidstaten overgelaten.
"Die maatregelen worden in elk land anders geïnterpreteerd. De
ambassadeurs hebben hun eigen manoeuvreerruimte, om zo het beste
resultaat te bereiken in het land waar zij werken. Wél is er
intensief onderling contact tussen de ambassadeurs in de EU-landen, die
over de resultaten van hun netwerk naar Wenen rapporteren", legt De
Valk uit. De persattaché vertelt dat ambassadeur Christiani
bijvoorbeeld op 31 januari, de dag waarop het EU-maatregelenpakket werd
uitgevaardigd, nog uitvoerig met buitenlandspecialisten uit de Tweede
Kamer als Koenders (PvdA), Weisglas (VVD) en Hoekema (D66) heeft
gesproken en nadien ook met CDA-fractieleider De Hoop Scheffer. Ook met
GroenLinks, zij het niet met fractieleider Rosenmöller maar met
diens medewerkers, heeft de ambassade contact.
Volgende week woensdag zullen Kamerleden uit de paarse fracties en de
CDA-fractie met wetenschappers en journalisten komen aanzitten aan een
diner dat ambassadeur Christiani geeft voor zijn landgenote Heide
Schmidt, die vroeg in de jaren negentig bedankte voor de FPÖ
wegens de groeiende invloed van Haiders rechts-radicalisme en een eigen
partij, het liberale Forum, oprichtte. Thema op het diner: democratie
in Oostenrijk sinds de verkiezingen van oktober 1999. Toen kreeg
Haiders FPÖ 27 procent en werd tweede.
Schmidt, die in Nederland is voor een lezing voor Leidse studenten, mag
binnen de Liberale Internationale, waaruit Haiders FPÖ allang
verwijderd is, rekenen op de sympathie van VVD en D66. Het Kamerlid
Hoekema wil komende donderdag zijn partijgenoten De Graaf
(fractieleider) en Brinkhorst (minister van Landbouw) met haar in
gesprek brengen, zei hij gisteravond. Hoekema erkent dat Nederland
buiten EU-verband voor Oostenrijk niet meer dan "een papieren tijger"
is en er weinig eigen invloed heeft. Hoekema heeft, net als de VVD'er
Van Baalen, de uitnodiging voor het diner van ambassadeur Christiani
aanvaard. "Paarse Kamerleden moeten daar zijn, dat is belangrijk in het
kader van de dialoog met Oostenrijkers waartoe premier Kok opgeroepen
heeft", zegt hij. De PvdA'er Koenders ziet dat net zo, al is hij
volgende week verhinderd wegens verblijf buitenslands en moet hij zich,
net als de de VVD'er Weisglas, die ook verhinderd is, door een
geestverwant laten vervangen. "In principe zou ik graag zijn gegaan",
verzekert Weisglas. Onverbiddelijk onderwerp aan dat diner belooft
Oostenrijks grootste grief te zullen zijn. Namelijk dat de afgekondigde
EU-maatregelen onvoorwaardelijk en voor onbepaalde tijd zijn. De Valk:
"De EU heeft ons en zichzelf daarmee geen exit strategy gegund,
er zit daardoor in de EU-sancties geen aanmoediging tot
gedragsverandering zoals je dat bij landen waar er veel
méér mis is vaak wél ziet. Dat is kras en komt als
heel hard over. Soms krijgt een nieuwe regering honderd dagen om door
daden en beleid te laten zien dat zij in het goede spoor zit, maar
daarvan is in ons geval geen sprake. We zijn vóór verdere
Europese integratie en vóór de uitbreiding van de EU. En
er is inzake de mensenrechten een unieke verklaring aan het
regeerakkoord van het kabinet-Schüssel toegevoegd. Men hoeft maar
te kijken om dat te zien."