U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Oostenrijk

Nieuws

Regeringsformatie

Buitenlandse reacties

Documenten

Links

Discussie

Nederland mist middelen om Oostenrijk te treffen

Door onze diplomatiek redacteur J.M. BIK
DEN HAAG, 18 FEBR. Nederland beschikt nauwelijks over mogelijkheden om Oostenrijk in het bilaterale verkeer te laten merken dat het , ,bezorgd en ongerust" is over de nieuwe regeringscoalitie van christen-demcocraten (ÖVP) en de extreem-rechtse FPÖ van Jörg Haider. Naast de contacten in de Europese Unie is er praktisch geen bilateraal verkeer tussen Wenen en Den Haag.

Dat blijkt uit een rondgang langs ministeries, twee weken na het aantreden van de omstreden coalitie. Geen enkel departement heeft contacten moeten afzeggen of uitstellen, want dergelijke contacten stonden voor de komende maanden nergens op de agenda. Weliswaar zei premier Kok onlangs in de Tweede Kamer dat Nederland "met ijzeren precisie en buitengewoon alert" zou toezien op het gedrag van een coalitie met de FPÖ, maar Nederland heeft weinig eigen beïnvloedingsmogelijkheden in Wenen.

Alleen Financiën heeft eerder deze maand op ambtelijk niveau contact met Oostenrijk gehad. Dat was in de zogenoemde EU-7, een groep landen die met elkaar overleggen over de financiering van de Europese Unie. Maar dat was een EU-forum en geen bilateraal contact. Zoiets zal in april ook gelden voor de tweejaarlijkse VN-conferentie over misdaadpreventie in Wenen. Daaraan neemt, net als bij vorige gelegenheden, niet de minister maar een ambtelijke delegatie van Justitie deel.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken hoopt volgende week klaar te zijn met een inventarisatie van internationale posten waarop Oostenrijk aanspraak zou kunnen maken, maar waarvoor het conform het maatregelenpakket van de overige 14 EU-regeringsleiders van 31 januari geen steun zal krijgen. In dat pakket werd ook afgesproken dat regeringsleiders en ministers buiten het EU-verband geen contacten met ministers van de ÖVP/FPÖ-coalitie hebben. En dat Oostenrijkse ambassadeurs alleen "op technisch niveau" worden ontvangen. In Nederland is de Oostenrijkse ambassade zeer actief. De ambassade voerde de afgelopen weken veelvuldig telefonisch overleg met Buitenlandse Zaken en met premier Koks ministerie van Algemene Zaken. Volgens de persattaché, Andreas de Valk, ging het in die "constructieve en openhartige contacten, waarin Buitenlandse Zaken wel een nuance positiever was dan Algemene Zaken" vooral om het uitwisselen van informatie. En om toelichtingen van ambassadeur Alexander Christiani op de Oostenrijkse coalitie en het regeerakkoord.

De ambassade beschouwt Nederland binnen de EU niet als een van de voortrekkers van de maatregelen tegen Oostenrijk, maar als land dat op dit stuk tot de Europese "main stream" behoort, aldus De Valk. Illustratief is daarvoor, vindt hij, dat minister Van Aartsen (Buitenlandse Zaken) met zoveel woorden zegt dat hij en premier Kok "natuurlijk" de telefoon zouden aannemen als de Oostenrijkse kanselier, Schüssel, of minister van Buitenlandse Zaken Ferrero-Waldner zou bellen. Het is de ambassade niet ontgaan dat Van Aartsen daarmee zijn staatssecretaris Benschop ("Kok neemt in zo'n geval niet op") corrigeerde.

De Oostenrijkse ambassade heeft geen speciale instructie uit Wenen over de manier van handelen sinds de afkondiging van de EU-maatregelen. Dat wordt aan de ambassadeurs in de afzonderlijke lidstaten overgelaten. "Die maatregelen worden in elk land anders geïnterpreteerd. De ambassadeurs hebben hun eigen manoeuvreerruimte, om zo het beste resultaat te bereiken in het land waar zij werken. Wél is er intensief onderling contact tussen de ambassadeurs in de EU-landen, die over de resultaten van hun netwerk naar Wenen rapporteren", legt De Valk uit. De persattaché vertelt dat ambassadeur Christiani bijvoorbeeld op 31 januari, de dag waarop het EU-maatregelenpakket werd uitgevaardigd, nog uitvoerig met buitenlandspecialisten uit de Tweede Kamer als Koenders (PvdA), Weisglas (VVD) en Hoekema (D66) heeft gesproken en nadien ook met CDA-fractieleider De Hoop Scheffer. Ook met GroenLinks, zij het niet met fractieleider Rosenmöller maar met diens medewerkers, heeft de ambassade contact.

Volgende week woensdag zullen Kamerleden uit de paarse fracties en de CDA-fractie met wetenschappers en journalisten komen aanzitten aan een diner dat ambassadeur Christiani geeft voor zijn landgenote Heide Schmidt, die vroeg in de jaren negentig bedankte voor de FPÖ wegens de groeiende invloed van Haiders rechts-radicalisme en een eigen partij, het liberale Forum, oprichtte. Thema op het diner: democratie in Oostenrijk sinds de verkiezingen van oktober 1999. Toen kreeg Haiders FPÖ 27 procent en werd tweede.

Schmidt, die in Nederland is voor een lezing voor Leidse studenten, mag binnen de Liberale Internationale, waaruit Haiders FPÖ allang verwijderd is, rekenen op de sympathie van VVD en D66. Het Kamerlid Hoekema wil komende donderdag zijn partijgenoten De Graaf (fractieleider) en Brinkhorst (minister van Landbouw) met haar in gesprek brengen, zei hij gisteravond. Hoekema erkent dat Nederland buiten EU-verband voor Oostenrijk niet meer dan "een papieren tijger" is en er weinig eigen invloed heeft. Hoekema heeft, net als de VVD'er Van Baalen, de uitnodiging voor het diner van ambassadeur Christiani aanvaard. "Paarse Kamerleden moeten daar zijn, dat is belangrijk in het kader van de dialoog met Oostenrijkers waartoe premier Kok opgeroepen heeft", zegt hij. De PvdA'er Koenders ziet dat net zo, al is hij volgende week verhinderd wegens verblijf buitenslands en moet hij zich, net als de de VVD'er Weisglas, die ook verhinderd is, door een geestverwant laten vervangen. "In principe zou ik graag zijn gegaan", verzekert Weisglas. Onverbiddelijk onderwerp aan dat diner belooft Oostenrijks grootste grief te zullen zijn. Namelijk dat de afgekondigde EU-maatregelen onvoorwaardelijk en voor onbepaalde tijd zijn. De Valk: "De EU heeft ons en zichzelf daarmee geen exit strategy gegund, er zit daardoor in de EU-sancties geen aanmoediging tot gedragsverandering zoals je dat bij landen waar er veel méér mis is vaak wél ziet. Dat is kras en komt als heel hard over. Soms krijgt een nieuwe regering honderd dagen om door daden en beleid te laten zien dat zij in het goede spoor zit, maar daarvan is in ons geval geen sprake. We zijn vóór verdere Europese integratie en vóór de uitbreiding van de EU. En er is inzake de mensenrechten een unieke verklaring aan het regeerakkoord van het kabinet-Schüssel toegevoegd. Men hoeft maar te kijken om dat te zien."

NRC Webpagina's
18 FEBRUARI 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad