U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Oostenrijk

Nieuws

Regeringsformatie

Buitenlandse reacties

Documenten

Links

Discussie

Oostenrijk terecht geïsoleerd


De Europese Unie is volkomen terecht in actie gekomen tegen Oostenrijk, meent Hans van den Broek. 'Business as usual'moet binnen de Unie uit den boze zijn als het om dit soort uitwassen gaat.

De Europese Unie heeft tegenover de gebeurtenissen in Oostenrijk de goede reflex gehad. In het in 1997 gesloten Verdrag van Amsterdam werden voor het eerst in de geschiedenis van de EU sanctiemogelijkheden opgenomen tegen lidstaten die zich op immaterieel terrein (respect voor democratie en mensenrechten) schuldig maken aan 'ernstige en voortdurende schendingen' van de basisbeginselen van de Unie.

Deze verdragsbepalingen werden voornamelijk ontworpen met het oog op de aanstaande omvangrijke uitbreiding van de EU ondermeer met landen waarvan de politieke toekomst nog niet met zekerheid te voorspellen was. Veel minder wilde men denken aan de mogelijkheid van kritische politieke situaties in de bestaande lidstaten. Deels bij gebrek aan al te alarmerende ontwikkelingen, deels ongetwijfeld op grond van het op dit punt zorgvuldig bewaakte soevereiniteitsbeginsel.

Sinds Amsterdam is het 'only outside my backyard'-beginsel verlaten en zijn ook de huidige lidstaten voor en door elkaar aanspreekbaar geworden. En daarmee behoeft bepaald niet te worden gewacht totdat de situatie 'ernstig en voortdurend' uit de hand is gelopen. Liever niet.

In Oostenrijk is duidelijk sprake van rook. Het mag geen (smeulende) brand worden. Daarom is het afgeven van waarschuwingssignalen in dit geval ook nog door de naaste bondgenoten, geen uiting van 'schijnheilige emotiepolitiek'. Dat laatste is de - vriendelijk geformuleerde - samenvatting van de onverholen kritiek van Heldring (4 februari) en Spoor (5 februari) in deze krant op de EU en regeringsuitspraken en maatregelen naar aanleiding van het aantreden van ultra-rechts in de Oostenrijkse regering met de ÖVP.

Ik begrijp niet hoe deze ervaren en gerespecteerde commentatoren zich zo aan journalistiek slaapwandelen kunnen overgeven. Alsof de politiek zich nodeloos opwindt over een partijpolitiek bedrijfsongeval in een (wille)keurig ander land. Heldring verwijst ondermeer naar het destijds (in 1970 en 1983) pacteren met de FPÖ door de SPÖ waartegen toen niet werd geageerd, wat kritiek nu blijkbaar ongeloofwaardig maakt. Spoor vindt dat de daden van de regering in Wenen moeten worden afgewacht.

Beiden voeren aan dat de FPÖ over een legitieme, door de stembus verworven, machtsbasis beschikt en dat de EU Haider de wind in de zeilen blaast en zich bezondigt aan inmenging in de regeringsvorming die een puur nationale en soevereine zaak voor Oostenrijk is. Anders gezegd, waar maken we ons druk over en waar bemoeien we ons mee. In haar commentaar van 7 februari doet NRC Handelsblad ook een duit in het zakje door te suggereren dat de kritiek van de regering op Oostenrijk des te betreurenswaardiger is omdat daardoor de privévakantie van H.M. de Koningin in Lech een politieke lading heeft gekregen. Dat is wel de wereld op z'n kop. De vakantiebestemming van het staatshoofd is toch niet van invloed op het regeringsbeleid. Alleen het omgekeerde kan het geval zijn.

Ik ga er vanzelfsprekend vanuit dat geen van de auteurs in kwestie enige affiniteit bezit met Haider of zijn gedachtengoed. De discussie betreft uitsluitend de vraag hoever de EU en de Nederlandse regering in dit stadium mag of moet gaan bij het afgeven van blijken van afkeuring. Aan de orde zijn opvattingen die de grondbeginselen raken waaraan de EU en ieder van haar lidstaten zich bij verdrag(en) hebben gecommitteerd. Alles wat naast democratie en vrijheid te maken heeft met respect voor het individu, tolerantie, bestrijding van discriminatie en vreemdelingenhaat zijn evenzovele essentiële om niet te zeggen existentiële elementen waarop de lotsverbondenheid van het na- oorlogse Europa steunt.

Met grote regelmaat nemen de Europese ministerraad, het Europees Parlement en de Europese Commissie verklaringen of resoluties aan die internationaal willen bijdragen aan bescherming van fundamentele rechten en vrijheden. De EU heeft speciale 'waakhond'-instellingen opgericht om (dreigende) schendingen te signaleren en werkt momenteel aan een EU- burgerrechten-handvest. In de toetredingsvoorwaarden voor nieuwe EU- leden spelen respect voor mensenrechten een belangrijke rol. Met een coalitie zoals die nu in Wenen aan het bewind is, had de EU- kandidaatlanden, die dateren uit 1993, te verloochenen. Om vergelijkbare politieke redenen worden de officiële onderhandelingen met Turkije nog niet gestart hoewel dat belangrijke land (tijdens de Helsinki-Top in december) wel de kandidaat-status is toegekend.

Binnen de Unie mogen soevereiniteit en respect voor identiteit voor geen enkele lidstaat een vrijbrief zijn voor het ondermijnen van de grondvesten waarop de EU is gebouwd. Ontnemen van het stemrecht is krachtens het verdrag van Amsterdam mogelijk bij ernstige en voortdurende schending van mensenrechten. Dat betekent niet dat de landen elkaar niet op basis van de gemeenschappelijke waarden in een eerder stadium de maat mogen nemen als ontsporingen dreigen. Moeten we daarmee wachten tot Haider Bondskanselier is?

Maakt een passieve, afwachtende houding de FPÖ niet internationaal salonfähiger? En wat zou de anti-Haider-meerderheid in Oostenrijk moeten opmaken uit een zwijgen van de EU? Moeten we de internationale reacties dan maar overlaten aan de Le Pens, De Winters, Zirinowski's en Milosevicen die de FPÖ al hebben gelukgewenst of de EU hebben uitgescholden wegens buitenlandse inmenging?

Zouden wij van andere EU-partners passiviteit verwachten als de Centrumpartij van Janmaat de helft van onze regeringsposten zou bezetten? Inderdaad en goddank een vrij hypothetische casus, maar het negatieve antwoord op die vraag verandert daardoor niet. 'Business as usual' moet binnen de EU uit den boze zijn als het om dit soort uitwassen gaat.

Hoe kan Haiders schriftelijke verklaring van trouw aan democratie en mensenrechten reden zijn tot terughoudendheid? Wie accepteert een pyromaan als (plaatsvervangend) hoofd van de brandwacht alleen omdat hij plechtig verklaart een trouwe brandblusser te willen zijn?

Zonder twijfel hebben SPÖ en ÖVP beide gedurende lange jaren door hun eenkennig beleid en cliëntelisme een stevige bijdrage geleverd aan het succes van Haider en dragen daar in die zin medeverantwoordelijkheid voor. Maar ook dat gegeven mag geen reden zijn om het nationalistisch alternatief maar op zijn beloop te laten. Laten opiniemakers de politiek liever helpen dan hinderen in het nimmer eindigende gevecht tegen het virus van het nationalisme.

De EU isoleert niet, de Oostenrijkse coalitie isoleert zichzelf. De van Vichy-kant tot verzetsman geworden François Mitterrand zei kort voor zijn dood: "le Nationalisme c'est la guerre..." Ten opzichte van Wenen past daarom in dit stadium tenminste afstandelijkheid waar mogelijk en alleen samenwerking waar nodig.

Hans van den Broek was Europees Commissaris en minister van Buitenlandse Zaken.

NRC Webpagina's
10 FEBRUARI 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad