Dubbelzinnige signalen
ER IS GEEN causaal verband
tussen de geslaagde machts greep van Jörg Haider in Wenen, de
machteloze poging in Brussel om die op de valreep te verijdelen en de
rassenrellen in El Ejido. Toch hebben de gebeurtenissen zich in
één week afgespeeld. Hoe verschillend de oorzaken, ze
illustreren een groeiende machteloosheid als het om migratie gaat.
Terwijl Europa met de regelmaat van de klok de indruk wekt dat ook het
vreemdelingenbeleid zal convergeren - conform juridische maatstaven en
internationale verdragen - blijkt de Europese burger daarover meer en
meer het zijne te denken. Een paar decennia geleden leek xenofobie (de
angst voor het vreemde die niet simpel op één lijn met
racisme kan worden geplaatst) slechts voorbehouden aan de onderste lagen
van de samenleving. Die voelden zich bedreigd door de nieuwkomers die
ook om een plaatsje onder de zon vroegen. Nu wordt duidelijk dat die
vrees in bredere kring leeft. Haider en zijn 'nationalistisch-rechtse'
geestverwanten hebben niet het monopolie op de politieke vertaling
daarvan. Ze vertolken de huiver wel het meest ongegeneerd.
Het probleem is dat die onbeschaamdheid minder weerzin oproept dan tien
jaar geleden. Dat komt omdat de overheden zich met de migratiebewegingen
geen raad weten. Ze bestoken de burgers met paradoxale signalen.
Enerzijds moet de stroom asielzoekers worden 'ingedamd'. Anderzijds wil
Europa trouw blijven aan het rechtsstatelijke ideaal dat alle burgers
voor de wet gelijk zijn. Enerzijds dienen immigranten zich aan te passen
aan de dominante cultuur waarvoor ze, met hun komst, impliciet hebben
gekozen. Anderzijds wordt erkend dat de Europese beschaving niet
monolithisch is maar pluriform.
Op alle relevante maatschappelijke terreinen (onderwijs, arbeidsmarkt,
huisvesting, godsdienst) manifesteert zich deze spreidstand. De
uitbarsting in El Ejido bijvoorbeeld, aangewakkerd door de moord op een
vrouw door een psychiatrische patiënt uit Noord-Afrika, is
veroorzaakt door het onvermogen van Madrid onder ogen te zien dat Spanje
door zijn economische succes een immigratieland is geworden en dat zo'n
positie beleid vereist. Door dit laisser faire voelen velen zich in de
kou staan, zowel immigranten die in een horige positie verkeren als
autochtonen die de verandering van hun naaste omgeving niet kunnen
bijbenen.
IN NEDERLAND gaat het op het oog beter. Raciaal geweld neemt hier
geen massale vormen aan maar blijft grotendeels beperkt tot incidenten
als in Kollum. Sommige groepen migranten, zoals Surinamers en jonge
vrouwen uit verschillende etnische groepen, zijn na de valse start van
twintig jaar geleden nu bezig aan een inhaalrace die spectaculairder is
dan wordt onderkend. Maar over de hele linie is het beeld minder
rooskleurig. Eén blik op het onderwijs is voldoende om de
sociaal-culturele problemen waar te nemen.
De materiële voorspoed verblindt niettemin nog. Zolang het goed
gaat, kunnen dreigende conflicten worden gesmoord. De Europese burgers
elders maken inmiddels duidelijk dat ze die aanpak niet onvoorwaardelijk
vertrouwen. Het is een illusie te denken dat die golf bij Lobith
stukslaat.