U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Oostenrijk

Nieuws

Regeringsformatie

Buitenlandse reacties

Documenten

Links

Discussie

EU is hypocriet jegens Oostenrijk


Veertien lidstaten van de EU lopen te hoop tegen Oostenrijk. Zij vinden dat dit land, met zijn goed lopende democratie, beschermd moet worden tegen Haider. Maar die democratie liep helemaal niet zo goed, meent André Spoor. Trouwens, buiten Oostenrijk is ook het een en ander mis.

Een spook van hypocrisie, zelfgenoegzaamheid en onbekooktheid waart door Europa. Het maakt dreigende geluiden tegen Oostenrijk, waar de conservatieve Volkspartij en de rechtse populistische Freiheitliche Partei Österreich een coalitieakkoord hebben gesloten. Reden van de spookachtige bedreigingen: het extreem-rechtse karakter van de FPÖ, wier leider Jörg Haider het in de afgelopen jaren meer dan eens bont heeft gemaakt met uitspraken die het nazi-verleden van oudere Oostenrijkers vergoelijkten, Euroscepsis uitstraalden en een stop in de toestroom van buitenlanders bepleitten.

De leiders van veertien bij de Europese Unie aangesloten staten hebben krachtige waarschuwingen aan het adres van Wenen laten horen om een dergelijke coalitie niet tot stand te laten komen. Want anders zal de EU van Kopenhagen tot Lissabon Oostenrijk isoleren, schorsen, de bilaterale contacten bevriezen of iets anders vreselijks doen, aldus verscheidene Europese regeringsleiders en ministers. Dit is een volstrekt unieke wending in de manier waarop de leden van de EU tot nog toe met elkaar zijn omgegaan. Tot nu toe ging men ervan uit dat de in het Verdrag van Amsterdam vastgelegde eerbiediging van elkaars identiteit dergelijke inmenging in het proces van regeringsvorming uitsloot.

Wel werd in Amsterdam overeengekomen dat als een lid een patroon van schendingen van de beginselen van de EU vertoont (en dit onder allerlei voorwaarden, zoals eenstemmigheid van alle andere leden of instemming van het Europees Parlement is vastgesteld) het zijn stemrecht tijdelijk kan verliezen. Het gaat daarbij dan om de beginselen vrijheid, democratie, eerbiediging van de rechten van de mens en de rechtsstaat. Maar Oostenrijk vertoont zo'n patroon niet. De EU-bedreigingen beoogden te voorkomen dat er een nieuwe regering komt waarin de partij van de rechtse populist Haider een rol speelt. Zelf blijft hij gouverneur van de deelstaat Karinthië. De inmenging van de EU zou dus gerechtvaardigd moeten zijn door de vaste overtuiging dat een ÖVP- FPÖ-coalitie genoemde beginselen zal gaan schenden.

Een potsierlijke vertoning. Het coalitie-akkoord is, behalve bij de Oostenrijkse bondspresident Klestil, nog bij niemand precies bekend. Bondskanselier Wolfgang Schüssel heeft al eerder gesteld dat vrijheid en mensenrechten in Oostenrijk net zo gerespecteerd zullen blijven als elders in de EU, over de noodzaak tot uitbreiding van de EU zijn de coalitiepartners het eens geworden, evenals over sanering van de overheidsfinanciën en herziening van het sociale stelsel. Wat de instroom van vluchtelingen etc. betreft zal Oostenrijk zich houden aan de internationale afspraken. De democratie hoopt men te bevorderen door het houden van referenda en er zal een einde komen aan het gesjoemel achter de schermen waarbij macht en baantjes tussen partijvriendjes werden verdeeld.

Misschien allemaal mooie woorden zonder inhoud. Maar het is wel een programma dat Schüssel de vorige keer dat hij een gooi deed naar het bondskanselierschap, in 1995, ook al bepleitte. Het staat trouwens niet zo ver af van de hoofdpunten uit 'FPÖ Ideeën voor 2000', waarover de correspondent in Wenen in deze krant op 1 februari berichtte. Gruwelijke verrechtsing van het EU-land Oostenrijk houden zij op papier ook niet in. Onder normale omstandigheden zou de EU haar kritische reacties dan ook hebben moeten uitstellen totdat daden van de nieuwe Oostenrijkse regering daar aanleiding toe zouden hebben gegeven. De deelname van de ultra-rechtse, zich toen Nationale Alliantie noemende neo-fascisten aan de Italiaanse regering in 1994, gaf destijds ook geen aanleiding tot grote opwinding in Brussel. Men wachtte rustig af wat de nieuwe ploeg in Rome ging doen.

Het verschil is dat men deelname van de partij van Haider aan de regering in Wenen niet als 'normale omstandigheid' ziet. Daaraan is Haider zelf ten dele schuldig. Afkomstig uit een overtuigde nazi- familie groeide hij op in een broeierig ultra-rechts klimaat en hij deed het eerst van zich spreken door op veteranenreünies de generatie die in Hitlers oorlogen gevochten had te prijzen als vaderlandslievende gezellen, die de wederopbouw mogelijk hadden gemaakt. In 1986 greep hij met zijn entourage van vlotte jonge mannen, yuppies die het gezeur over het verleden beu waren, de macht in de FPÖ, een liberale partij met anderhalve liberaal en veel oud-nazi's en Duits-nationalen. (Ex-nazi's waren overigens sterk vertegenwoordigd in alle partijen, ook in de sociaal-democratische SPÖ en de ÖVP.) De nieuw geformuleerde idealen van de Haider-FPÖ: Volk, Waarheid, Vrijheid, Eer, Trouw, Volksgemeenschap en Gerechtigheid.

Uitsluitend met deze rechtse oudbakken kreten zou Haider de doorbraak naar bijna 30 procent van het electoraat nooit hebben gemaakt. Al snel actualiseerde hij zijn programma. Op zijn verkiezingsbijeenkomsten, waar steeds meer vlot uitgedoste discojongeren verschenen, was hij plat maar vaak geestig, pleitte hij voor harde maatregelen tegen drugs en geweld, tegen de multiculturele samenleving, tegen schijnasielzoekers en tegen 'nestbevuilers' als de schrijver Thomas Bernhard. Daarmee werkte hij als een anti-depressiemiddel in een samenleving van lamgeslagen onderdanen, aldus indertijd een studie van het socialistische Renner-instituut. Maar de sleutel tot zijn verbluffende electorale successen sinds 1986 ligt toch in zijn permanente kritiek op de sjoemel- en bedisselcultuur van de twee grote partijen die sinds de oorlog aan de macht zijn geweest en het politieke bestel in een zelfbedieningszaak voor hun bonzen hebben omgetoverd.

Die kritiek zou niet zo effectief zijn als zij niet zo gerechtvaardigd was. Het is volmaakt belachelijk om de laatste dagen uit de monden van EU-politici en televisiegeleerden te horen dat de tot nu toe goed lopende democratie in Oostenrijk beschermd moet worden tegen het monster Haider. Die democratie liep in veel opzichten helemaal niet. De twee grote partijen SPÖ en ÖVP bekokstoven sinds 1945 alles samen, opererend achter een masker met een democratische grimas. Het parlement is een wassen neus. De socialisten, die de afgelopen 25 jaar de regering hebben geleid, twaalf jaar met een absolute meerderheid in het jaknikkende parlement, lanceren weliswaar bij elke verkiezingen hervormingsplannen, zoals flexibilisering van de arbeidsmarkt, deregulering en andere internationaal goed klinkende kreten, maar in feite gebeurt er niets omdat men anders de partijbonzen, de vakbewegingsbazen en andere machten en krachten die in besloten kring het beleid bekokstoven op hun in peperdure schoenen verpakte tenen zou trappen.

Het parlement komt er nauwlijks aan te pas. Schaamteloos werd dit door de SPÖ-ÖVP-regering nog eens gedemonstreerd in 1996, toen de twee partijen bij de verkiezingen van december 1995 weer, als in de meeste decennia in het verleden, over een tweederde meerderheid beschikten, waardoor zij ook wetgeving die in strijd was met de grondwet door het parlement konden laten aannemen. 98 wetsvoorstellen, voor een deel over bezuinigingen, werden over de heren en dames in het parlement uitgestort. Na vier dagen debat mochten zij er met handopsteken over stemmen, zoals in Oost-Europa voor de Wende. De FPÖ en de twee andere oppositiepartijtjes, Groenen en het Liberale Forum, protesteerden en boycotten commissievergaderingen. Maar daarover haalde de sociaal-democratische kanselier Vranitzky en zijn ploeg hun door de arrogantie van de macht in dit gebaar geoefende schouders op. Alles bleef bij het oude. Zonder partijboekje van een van de twee grote partijen kwam men nergens aan bod. Hoorde men tot de partij-elite dan zat men zonder zorgen op het zijden kussen, vaak met drie verschillende salarissen die tot twee of drie pensioenen leidden. In het bedrijfsleven (voor dertien procent van de staat) was altijd wel een lucratieve baan voor een wat minder bruikbare elite-genoot. Ondertussen waren ook de vaak geroemde Oostenrijkse overheidsvoorzieningen toegesneden op de belangen van de 'betere partijkringen'. Op de dertiende en veertiende maand van salarissen werd geen belasting geheven. Een heel systeem van onderwijssubsidies, gezinstoelagen en medische tegemoetkomingen kwam voor 58 procent ten goede aan de 33 procent bestbetaalden in de samenleving. De onderste 33 procent mocht maar van dertien procent van deze overheidsuitgaven genieten. In die sociale laag is bovendien de rechtszekerheid minimaal.

Kan het iemand verbazen dat nu meer arbeiders op Haider stemmen dan op de SPÖ? Haider raast en tiert tenminste tegen de misstanden en amuseert zijn gehoor daarbij ook nog vaak door zijn vlerkerigheid, voor velen die al generaties in een onderdanencultuur leven een verademing. Dat Haider in de deelstaat waar hij aan de macht is, Karinthië, de hervormingen grotendeels heeft beperkt tot het verwijderen van sociaal- democraten van de zijden kussens om daarin dan medestanders comfortabel te kunnen laten wegzinken, zien velen graag over het hoofd.

Wolfgang Schüssel, leider van de Volkspartij die al meer dan een halve eeuw meegeniet van het bedissel-, sjoemel, en bevoordelingssysteem van de rood-zwarte samenwerking, wil natuurlijk niet in zee met Haiders partij omdat hij plotseling een ultra-rechtse rakker geworden is. Schüssel is er ook ongelukkig over dat de Freiheitlichen zulke open grenzen naar ultra-rechtse en soms zelfs neonazi-kringen handhaaft. Maar Schüssel ziet ook dat zijn partij permanent afkalft in de kiezersgunst omdat zij deel uitmaakt van het steeds meer verafschuwde verstandshuwelijk met de SPÖ. Echte hervormingen zijn in die situatie uitgesloten, evenals trouwens een bondskanselierschap voor de ambitieuze Schüssel. Met de FPÖ liggen de kaarten voor het eerst sinds 1945 anders.

In de aanhef van dit artikel suggereerde ik dat hypocrisie, zelfgenoegzaamheid en onbekooktheid de opgewonden reactie van de EU op de coalitievorming in Oostenrijk kenmerkten. Hypocrisie omdat het 'eenpartijensysteem' van de SPÖVP opeens tot een fatsoenlijke en goed functionerende democratie werd verklaard en Haider als de onacceptabele fakkeldrager van het onverwerkte verleden werd bestempeld. Maar het lange tijd onder het kleed vegen van de rol van Oostenrijkers in het Derde Rijk was geen uitvinding van Haider. Om der wille van de politieke vrede en het aantrekken van de al gauw weer stemgerechtigde 600.000 ex-nazi's werd door de grote partijen na 1945 meteen flink geveegd (ook door de joodse bondskanselier Kreisky), daarbij geholpen door de geallieerden die Oostenrijk tot eerste slachtoffer van de nazi-agressie uitriepen. Als zodanig kreeg in 1956 het Oostenrijkse volk de eerste Erasmusprijs en werden bij het officiële bezoek van staatspresident Schrf aan Nederland, in 1961, de namen van de Oostenrijkse nazi-misdadigers die in Nederland hadden huisgehouden, zoals Rauter en Kaltenbrunner, niet genoemd.

Zelfgenoegzaam klonk de kritiek van heel wat EU-politici omdat zij hun eigen democratische huis lang niet altijd op orde hebben. Frankrijk had tot voor kort een ex-Vichy-collaborateur als president en zou niet de trom moeten slaan over mensenrechten in Oostenrijk zolang zijn eigen gevangenissen op martelinstellingen lijken. In Duitsland heeft oud- kanselier Kohl net laten zien hoe je met geld op geheime rekeningen politieke macht kunt manipuleren en daarmee de democratie kunt ondermijnen. In Nederland heeft het 56 jaar geduurd totdat een premier, na enig tegenstribbelen, ertoe gebracht kon worden zich te verontschuldigen voor de schandelijke manier waarop joodse medeburgers die de nazi-hel hadden overleefd in ons keurige vaderland zijn behandeld. Het aantal leden van de EU is nu te groot om het hele rijtje langs te gaan. Met deze onbekookte reactie heeft de EU volgens de eerste peilingen alleen maar een harde bries in Haiders zeilen geblazen. Dat zal het regeren voor Schüssel, die toch al een marginaal kleinere partij dan de FPÖ achter zich heeft, alleen maar moeilijker maken. De Oostenrijkse regering zal moeten worden beoordeeld op haar daden, zoals elk EU-land, en het is onzinnig dat zij daarbij met één been in de beklaagdenbank zou moeten hangen. De opkomst van Haider had in plaats van tot onbekookte diplomatie met een opgeheven vingertje in een aantal landen (Frankrijk en België bijvoorbeeld) beter kunnen leiden tot het stellen van de vraag waarom partijen als die van Jörg Haider zo kunnen groeien dat zij aan de macht komen. Het opgeheven vingertje zou beter wat kunnen krabbelen in eigen boezem.

Drs. A. Spoor is oud-hoofdredacteur van NRC Handelsblad.

NRC Webpagina's
5 FEBRUARI 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad