Haider verscherpt het politieke bewustzijn in
Oostenrijk
Een nuttige idioot
Democraten binnen en buiten
Oostenrijk maken zich grote zorgen over de nieuwe regering met de
extreem-rechtse FPÖ, die het land sinds gisteren heeft. De
Oostenrijkse schrijver Robert Menasse verafschuwt Haider, maar vindt
hem goed voor de democratie.
Robert Menasse
Het huidige beeld van Oostenrijk ziet er als volgt uit. Het is een land
vol nazi's en moordenaars wier leider de neonazi Jörg Haider is. En
omdat nu eenmaal alle Oostenrijkers nazi zijn, zullen ze Haider tot
Oosten-rijks kanselier maken, waarna hij korte metten maakt met de
democratie. Oostenrijk dreigt dan opnieuw weg te zinken in het
fascisme. De weinigen die zich daar moedig en consequent tegen
verzetten, een handvol Oostenrijkse kunstenaars en intellectuelen,
zullen dan in ballingschap moeten gaan. Wegens hun onbuigzame
antifascisme worden deze kunstenaars, die het laatste bastion van
verzet vormen, nu al door Haider onbarmhartig vervolgd. Bij iedere
aantijging krijgen zij een smaadproces aan hun broek. Mede hierdoor
staat Oostenrijk aan de rand van de afgrond.
Dit beeld is natuurlijk absurd, een product van hysterie. Ten eerste
zijn niet alleen een handvol Oostenrijkse kunstenaars politieke
tegenstanders van Haider, maar ook de sociaal-democraten (SPÖ), de
Groenen, en grote delen van de conservatieve Volkspartij (ÖVP).
Ten tweede zou men, naar mijn mening, voorzichtiger met het begrip
'nazi' moeten omgaan. Haider een nazi noemen leidt niet alleen tot
demonisering van zijn persoon en tot een hysterische kijk op het
binnenlandse politiek klimaat, wat de discussie met Haider zinloos
bemoeilijkt, maar ook wordt het werkelijke nationaal-socialisme erdoor
gebagatelliseerd - iets wat men Haider toeschrijft.
Ongetwijfeld zwaait de politieke slinger in Oostenrijk momenteel naar
rechts. Maar dat is nog lang geen terugval in het nationaal-socialisme.
Door nu overal nazi's te bespeuren, bevordert men geen politiek
bewustzijn, maar vernietigt men het juist. Er bestaan, zoals bekend,
verschillende theorieën over het fascisme in het algemeen, maar
alle schrijven het nationaal-socialisme een reeks bijzondere trekken
toe die het van andere vormen van fascisme onderscheiden. Die zijn
allemaal niet van toepassing op Haider. Geplande genocide, geplande
veroveringsoorlog enzovoort. Gelooft iemand in ernst dat Haider, mocht
hij ooit kanselier worden, opnieuw vernietigingskampen opricht? Of met
het Oostenrijke leger veroveringsoorlogen begint? Wat moet hij
veroveren? Zuid-Tirol misschien? Dat is toch allemaal grotesk.
Waarvoor staat Haider werkelijk? Men zegt dat hij zo moeilijk te
'vatten' is, omdat zijn uitspraken zo tegenstrijdig zijn en hij zich
wendt of keert al naar het hem uitkomt. Ook dat klopt niet. Haider
lijkt mij heel consequent, hij probeert systematisch alle taboes en
legenden die bepalend zijn voor de naoorlogse Tweede Republiek op te
ruimen. Die tegenstrijdige indruk ontstaat omdat deze taboes en
legenden zelf zo tegenstrijdig zijn.
De kritische intelligentsia van het land heeft een probleem met Haider
omdat hij exact alles frontaal aanvalt wat de intelligentsia ook altijd
al heeft bekritiseerd, bijvoorbeeld de vriendjespolitiek van de
regerende partijen. Alleen: hij heeft succes, de Oostenrijkse
intellectuelen niet. En: hij doet het natuurlijk met heel andere
politieke oogmerken. Het probleem is nu: de intellectueel die, om
Haider te hinderen, plotseling verdedigt wat Haider aanvalt, is
ongeloofwaardig, híj is degene die zich wendt of keert.
Bovendien zal deze verdediging nog minder succesvol zijn dan de kritiek
daarvóór, omdat de stemmen voor Haider laten zien dat er
op dit moment in Oostenrijk een grote maatschappelijke behoefte bestaat
om afscheid nemen van zaken die nooit tot de aantrekkelijkste kanten
van de Tweede Republiek konden worden gerekend.
Wat we dus zien is een maatschappelijk transformatieproces. Waarheen dat
zal voeren is nog geheel open. In de jaren vijftig, zestig, zeventig,
tachtig - in elk decennium is een generatie kunstenaars opgestaan die
aanzien kreeg en zei dat alles in Oostenrijk eigenlijk zo bekrompen en
belabberd is - en nu opeens willen of moeten ze één front
vormen en ontsteld waarschuwen dat de nazi Haider onze mooie republiek
kapotmaakt. Ik begrijp niet waarom niemand de huidige situatie als een
uitdaging ziet. Als alles in beweging komt, zou men toch hier gebruik
van kunnen maken. En inzicht in Haider zou inzicht betekenen in datgene
waar deze man programmatisch werkelijk voor staat.
Als men goed kijkt, dan ziet men dat Haider het meeste succes heeft met
austrofascistische signalen en niet met nazi-leuzen. Dat is het
politieke standpunt dat hij steeds duidelijker is gaan innemen. Reden
ook waarom hij het gedweep met alles wat Duits is in zijn beweging
heeft afgeschaft. Hij kan, als we hem onder één noemer
brengen, het best worden beschouwd als een austrofascist-nieuwe-stijl.
En daarmee belanden we bij de kern van de zaak betreffende dit land. Er
bestaat één werkelijk ongebroken fascistische traditie in
Oostenrijk, en die loopt van het vooroorlogse austrofascisme naar de
naoorlogse Tweede Republiek. Waarom? Omdat Hitler, toen hij in 1938
Oostenrijk had ingelijfd, niet alleen joden, zigeuners en antifascisten
heeft vervolgd, maar ook zijn concurrenten. En het austrofascisme was
een concurrerend fascisme. Dat leidde er in 1945, na de bevrijding, toe
dat de austrofascisten meteen vrijuitgingen, omdat hun anti-Hitlerisme
eenvoudig als antifascisme werd beschouwd. Er werd gedenazificeerd en -
daargelaten hoe inconsequent en halfhartig men deze denazificatie nu
kan noemen - er ontstond toen in elk geval een breuk: in de publieke
opinie, in de algemene beoordeling van het nationaal-socialisme. Er
ontstonden persoonlijke drama's, eenvoudig omdat nazi's zich na 1945 de
vraag moesten laten welgevallen of ze wel of niet misdadigers waren.
Ten opzichte van het austrofascisme heeft zo'n breuk nooit bestaan. Zij
die met austrofascistische standpunten gesympathiseerd hadden, konden
doen of er niets gebeurd was. Het was als het ware het onverdachte, het
fatsoenlijke, het goed-patriottische fascisme. Geen austrofascist is
ooit met de vraag geconfronteerd of hij een misdadiger was, of hij iets
verkeerd had gedaan, of hij ten prooi was gevallen aan een dwaling.
Geen van hen heeft ooit de aanvechting gehad zich dat zelfs maar in het
geheim af te vragen. De austrofascistische geesteshouding kon in
Oostenrijk zonder enige onderbreking blijven bestaan en worden
doorgegeven. Precies deze geesteshouding wordt nu door Haider
geactiveerd en gemobiliseerd. En wel in een moderne vorm, zonder exact
op het concrete politieke programma van het austrofascisme noch op de
bijbehorende vormen en symbolen terug te grijpen - anders dus dan
neonazi's met het hakenkruis doen.
Zeker bestaan er in Oostenrijk ook nog een aantal onverbeterlijke
nazi's, maar die zijn er niet zoveel dat ze Haiders electorale succes
kunnen verklaren. Haider neemt hen op de koop toe, door ze nu en dan
naar de mond te praten. Hij is dus zo handig de twee concurrerende
vormen van fascisme te verzoenen. Dat verklaart zijn soms scandaleuze
uitspraken, waarin woordkeus of geest duidelijk nazistische sporen
heeft. Maar programma en steun bij de massa zijn wezenlijk
austrofascistisch van aard en niet nationaal-socialistisch: anti-
stedelijk, operetteachtig patriottisch en niet uit op
wereldheerschappij; vol ressentiment, en niet ijskoud technocratisch;
begerig naar autoriteit, maar niet stram in het gelid; eenkennig, maar
niet vernietigend.
Bepaalde elementen van alledaags rascisme, min of meer fascistoïde
tendensen of reacties op bepaalde maatschappelijke problemen komen
steeds weer in alle landen voor, ook in landen die zeer beschaafde,
gevestigde democratieën zijn. Het probleem in Oostenrijk is dat we
hier met het austrofascisme een variant van het fascisme hebben die
nooit gedesavoueerd werd, die onverdacht en fatsoenlijk overkomt. En
als die zich nu weer als politieke kracht aanbiedt, dan kunnen velen aan
hun fascistoïde reflexen toegeven - ook de arbeiders met hun
angsten en ressentimenten jegens buitenlanders bijvoorbeeld - zonder
het gevoel te hebben dat ze politieke criminelen zijn. Ze geloven dat
ze patriotten zijn, en worden natuurlijk steeds agressiever als men ze
onophoudelijk nazi's noemt. Dat 'nazi! nazi!'-geblaat draagt nul komma
nul bij aan een redelijke politieke discussie in Oostenrijk.
Ik zie de huidige situatie in Oostenrijk als een noodzakelijk
transformatieproces, en daarin heeft Haider een tamelijk logische
functie. Het was de hoogste tijd dat er in Oostenrijk een sterke
politieke oppositie ontstond. Dat is voor de Oostenrijkse democratie
een fundamentele vooruitgang. Dat die sterke oppositie van rechts komt,
is na een kwart eeuw sociaal-democratische (SPÖ) regering logisch.
Dat zij niet gematigd rechts is, is ook logisch, want de gematigde
rechtse burgerlijke partij (ÖVP) maakte immers als kleinere
coalitiepartner deel uit van de regering, en daarvoor was ze in het
sociaal-politieke harmoniemodel voor alle zaken medeverantwoordelijk.
Dat heeft nu juist die versteende verhoudingen bewerkstelligd die ten
slotte bij velen - niet te vergeten: ook en vooral bij links! - een
behoefte aan oppositie, verandering, regeringswisseling hebben
veroorzaakt. Door toedoen van Haider zijn deze versteende verhoudingen
voorgoed aan het wankelen gebracht. En dat heeft ook een paar positieve
effecten: het parlementarisme is sterker geworden; er zijn voor de
eeuwisseling met de Groenen en de 'Liberalen' (= FPÖ) twee
oppositiepartijen ontstaan die, als ze sterker worden, nieuwe
regeringscoalities mogelijk maken; alle partijprogramma's krijgen
scherpere contouren. Kortom: mij lijkt Oostenrijk nu veel levendiger,
democratischer te zijn dan tien jaar geleden.
Natuurlijk is datgene waar Haider voor staat absoluut niet aangenaam
en al helemaal niet het grote aantal stemmen dat hij vergaart. Maar het
is zeer de vraag of al degenen die hem als brutale oppositie-politicus
hebben gekozen, hem ook als kanselier willen. Het is goed mogelijk dat
hij, nu hij steeds dichter bij het centrum van de macht lijkt te komen,
juist daarom weer stemmen verliest. In geval van twijfel zal voor veel
van zijn kiezers de zekerheid van hun pensioenen en uitkeringen
belangrijker blijken dan Haider als kanselier de kans te geven de
verzorgingsstaat 'uit te mesten' en een paar klaplopers achter tralies
te zetten.Misschien is Haider een nuttige idioot. Hij heeft bijgedragen
aan een democratiseringsproces en een verscherping van het politieke
bewustzijn in Oostenrijk, zonder dat hij zelf zal kunnen profiteren van
hetgeen hij heeft losgemaakt. En als vijandbeeld van de democratie maakt
hij het alle bewuste democraten in Oostenrijk mogelijk zich opnieuw te
formeren, democratische verhoudingen te verdedigen en de democratisering
verder te helpen. Voorwaarde is natuurlijk dat het lukt de politieke
druk te verhogen op hen die misschien in de verleiding zouden komen -
in een verlangen naar behoud van macht - verhoudingen te continueren
die Haider in de kaart spelen.
Voor de eerste keer sinds een halve eeuw heeft er in Oostenrijk een
regeringswisseling plaatsgehad, die die naam verdient. Dat is uit
democratisch oogpunt een vooruitgang, puur formalistisch gezien.
De laatste jaren hadden we een conservatieve regering met een sterke
rechtse oppositie. Nu krijgen we een conservatieve regering met een
sterke linkse oppositie. Dat is een vooruitgang, al is het maar voor de
sfeer.
Ik voel helemaal geen sympathie voor de nieuwe regering, maar zij heeft,
voorzover ik het kan overzien, met name dit voordeel: zij moet tot aan
de punten en komma's voldoen aan de in het Verdrag van Maastricht
vastgestelde criteria, hoe pijnlijk de daarvoor nodige ingrepen ook
zullen zijn. Verder: zij moet de Europese behoefte aan privatisering en
liberalisering bevredigen, meer dan de Oostenrijkse bevolking wenst, en
meer dan met de oude coalitie mogelijk was geweest.
Vertaling Paul Beers
Delen van dit essay verschenen in het Oostenrijkse tijdschrift Falter en de Frankfurter Allgemeine Zeitung.
Robert Menasse (46) is auteur van o.a. 'Trilogie der Entgeisterung',
waarvan de eerste twee delen 'Bar hopeloos' en 'Zalige tijden,
breekbare wereld' bij de Arbeiderspers verschenen in vertaling van Paul
Beers. Menasse kreeg vorig jaar de Oostenrijkse Staatsprijs voor
cultuurkritiek. Bij de Weense uitgeverij Sonderzahl verscheen onlangs
'Dummheit ist machbar. Begleitende Essays zum Stillstand der Republik'.