Ook voor de EU gelden regels
J.H. Sampiemon
Van tijd tot tijd komt de
democratie zichzelf tegen. De opmars van uiterst rechts heeft ook in
Nederland, België, Frankrijk en Duitsland voor hoofdbrekens
gezorgd.
De vraag: wat te doen met een onwelgevallige
verkiezingsuitslag, spitst zich doorgaans toe op: negeren of
confronteren? Na de ineenstorting van uiterst rechts in Rotterdam bij de
jongste gemeenteraadsverkiezingen liet burgemeester Peper zich er op
voorstaan dat zijn harde aanpak succes had opgeleverd. Maar de hoge
absentie onder de ultrarechtse volksvertegenwoordigers in raad en
deelraden had er zeker ook toe bijgedragen. De ultrarechtse falanx
waarvoor men vier jaar eerder had gesidderd, was geleidelijk aan vanzelf
uiteengevallen.
Dergelijk natuurlijk verloop is helaas niet vanzelfsprekend. Als de
gevestigde partijen als gevolg van hun immobilisme steeds meer het
vertrouwen van de kiezer verliezen, ultrarechts zich opwerpt als
bestrijder van ingevreten corruptie en oneigenlijke bevoorrechting en
als ultrarechts over charismatisch-populistische leiders beschikt, die
op het electorale ongenoegen weten in te spelen, werken negeren,
isoleren en confronteren averechts. De gebeurtenissen in Oostenrijk zijn
daarvan een voorbeeld. Op een kort intermezzo na, in een coalitie met de
socialisten in de jaren tachtig, is de FPÖ buiten de macht
gehouden. Sinds dat intermezzo is het met deze partij in stijgende lijn
gegaan. De voorheen gebruikelijke score van rondom de vijf procent liep
sindsdien gestaag op - tot 27 procent bij de parlementsverkiezingen van
vorig jaar. De keerzijde was de gestaag dalende lijn die socialisten
(SPÖ) en christen-conservatieven (ÖVP) in diezelfde periode
te zien gaven.
De Europese staats- en regeringsleiders hebben in het geval van
Oostenrijk voor de harde aanpak gekozen. De FPÖ van Haider mocht
van hen niet in de regering, hoewel een voortzetting van de grote
coalitie van socialisten en christen-conservatieven niet mogelijk bleek
en een andere meerderheid slechts was te vormen samen met de FPÖ.
Of de socialisten in de door president Klestil gewenste
minderheidsregering met de Groenen gedoogsteun van de FPÖ zouden
hebben geaccepteerd, zal altijd wel een vraag blijven. Hoe dan ook, de
ÖVP heeft niet op zo'n constructie willen wachten en heeft, buiten
het staatshoofd om, het gesprek aangeknoopt met de FPÖ. In feite
hebben de Europese staats- en regeringsleiders de in Oostenrijk gangbare
politiek van uitsluiting van de FPÖ willen voortzetten. Ook zij
hebben niet willen wachten, bijvoorbeeld totdat de ontwikkelingen in
Oostenrijk zich hadden uitgekristalliseerd. Volgens in Denemarken en
Frankrijk geventileerde berichten zou Oostenrijks president zelf de
andere lidstaten hebben aangemoedigd. Als dat klopt zouden de vijftien
het eens zijn geweest, hoewel het Portugese voorzitterschap zich, bij
zijn aankondiging van sancties tegen Oostenrijk, in het openbaar slechts
woordvoerder heeft gemaakt van veertien lidstaten (minus Oostenrijk
dus).
Zijns ondanks heeft president Klestil nu toch de coalitie van ÖVP
en FPÖ moeten accepteren. De belofte van goed gedrag die zij beiden
hebben moeten tekenen, kan de zorgen natuurlijk niet wegnemen. Haider
heeft zich bewezen als een doorknede opportunist die even gemakkelijk
ondiplomatieke uitspraken doet als dat hij ze inslikt. De bruine geur
die de 'Freiheitlichen' verspreiden kan daarmee niet worden
geneutraliseerd. De presidentiële nederlaag maakt in ieder geval
voor wat Oostenrijk betreft een einde aan de politiek van uitsluiting.
De actie van de staats- en regeringsleiders heeft intussen een precedent
geschapen, waarvan maar moet worden afgewacht wat dat voor de Europese
eenwording betekent. De Europese commissaris belast met de
uitbreidingsonderhandelingen, Verheugen, ziet de toekomst rooskleurig:
"De boodschap aan de wereld is duidelijk. De deelname van een radicale
rechtse partij in een democratisch land in Europa zal eenvoudig niet
worden aanvaard. Die tijden zijn voorbij, en daar ben ik blij om." De
Belgische minister van Buitenlandse Zaken, Michel: "De nieuwe
Oostenrijkse coalitie zou een onaanvaardbare breuk forceren in het
verzet tegen een wederopstanding van fascistische ideeën in
Europa." Volgens hem had Haider stemmen gewonnen met "xenofobische,
simplistische, verderfelijke en discriminerende ideeën die de
democratische beginselen ondermijnen waarop ons politieke systeem
berust." De Portugese minister van Europese Zaken, Seixas da Costa: "We
bevinden ons niet langer in een Europese Gemeenschap waarin wij geen
beginselen hebben waaraan wij ons kunnen houden. We bevinden ons nu in
een Europese Unie. [...] Wanneer wij kandidaatleden vragen zich volgens
bepaalde regels te gedragen, kunnen we niet het risico nemen om mensen
in enkele regeringen binnen de Europese Unie een andere weg te laten
gaan." De ambtgenoten van Zweden en Frankrijk hebben zich in
vergelijkbare bewoordingen uitgelaten.
Nu de uitsluiting van de FPÖ in Oostenrijk zelf is mislukt, zal
moeten blijken of een uitsluiting van Oostenrijk door de Europese Unie
een beter resultaat oplevert. De veertien hebben voorlopig alleen
aangekondigd hun bilaterale betrekkingen met dat land op een laag pitje
te zetten. Zij hebben hun actie immers buiten het gemeenschappelijke
verband georganiseerd. Het voorzitterschap mag zich tot woordvoerder
hebben gemaakt, maar zelfs dat was geen intergouvernementele
onderneming, zoals die in de Unie wordt bedoeld. Er is geen formeel
beraad in een formele zitting van de Europese Raad (van staats- en
regeringsleiders) aan voorafgegaan. Het voorwerk heeft zich uitsluitend
in de bilaterale sfeer voltrokken.
Er is al doende spanning ontstaan tussen de hooggestemde uitlatingen van
leidende Europese politici over de betekenis van hun actie voor de
toekomst van Europa en de geïmproviseerde manier waarop zij aan hun
hoge idealen vorm hebben gegeven. Nu al doemen problemen op.
Bijvoorbeeld: dient de bilaterale boycot te worden omgezet in een boycot
die de communautaire organen insluit? Als de leiders van Europa zichzelf
ernstig nemen, lijkt dat de enig juiste gedragsregel nu zij niet zijn
geslaagd in hun opzet Haiders partij op afstand van de macht te houden.
Wel dan graag met inachtneming van de regels die het Verdrag van
Amsterdam in zo een geval voorschrijft.
J.H. Sampiemon is commentator voor NRC Handelsblad.