Patriottisme is volgens FPÖ redding
Oostenrijk
Oostenrijkers hebben 'recht op
een Heimat' vindt de FPÖ. Hoe extreem zijn de standpunten van
Jörg Haiders partij?
Door onze correspondent KARIN JUSEK
WENEN, 1 FEBR. Vrijheid, menselijke waardigheid, een gemeenschappelijk
Europa en een gezamenlijke veiligheidspolitiek zijn begrippen die in het
partijprogramma van de FPÖ van Jörg Haider grote waarde wordt
toegekend. Op het eerste gezicht niet het programma van een extreem-
rechtse partij.
Maar even verderop wordt christendom beschreven als een van de pijlers
van de samenleving, samen met 'Die Heimat'. De FPÖ vindt dat het
christendom zich strijdbaar moet opstellen, want het wordt door diverse
stromingen bedreigd. De belangrijkste vijand is volgens de partij de
fundamentalistische islam maar ook het hedonistische consumentisme, een
agressief kapitalisme en obscurantisme bedreigen het geestelijke
fundament van het avondland.
Het derde hoofdstuk 'Oostenrijk eerst!' van het programma van de
Freiheitlichen laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Hier
wordt van alle landgenoten een bekentenis tot het patriottisme
geëist dat voor relativering of kritiek geen ruimte laat. Het
historische en culturele erfgoed geeft aanleiding tot trots en
patriottisme en verplicht tot afweer van culturele vervlakking. Van een
Oostenrijkse patriot wordt verder verwacht dat hij de tradities
verdedigt en optreedt tegen de toenemende tendensen om Oostenrijk te
vernederen.
Hier mogen zich vooral de Oostenrijkse kunstenaars en intellectuelen
aangesproken voelen. Zij worden door de FPÖ al jaren uitgemaakt
voor nestbevuilers.
Maar ook een door de Europese Unie beïnvloede politiek die zich
baseert op uniformering en aanpassing aan 'vreemde' normen, waardoor
Oostenrijks culturele en geestelijke waarden worden aangetast, wordt
door de FPÖ scherp veroordeeld. Het met verve gepropageerde 'Recht
op Heimat' erkent dat in Oostenrijk vanouds verschillende
bevolkingsgroepen leven waarvan rechten gerespecteerd dienen te worden.
Maar er wordt wel vastgesteld dat de Duitse bevolkingsgroep vanouds in
de meerderheid is.
Afgeleid van het recht op Heimat komt de FPÖ tot de
conclusie dat Oostenrijk op grond van zijn topografie,
bevolkingsdichtheid en beperkte hulpbronnen geen immigratieland kan
zijn. Multiculturele experimenten worden afgewezen omdat die alleen maar
tot conflicten leiden. Het belang zichzelf te beschermen vereist dan ook
de volledige beslissingsbevoegdheid van Oostenrijk zelf met betrekking
tot de rechten van buitenlanders - waarmee de FPÖ afstand neemt van
de EU-regels.
Duidelijker nog dan de taal in het partijprogramma is die van de
jaarboeken van de FPÖ. In de uitgave van 1995 staat een artikel dat
door de Oostenrijkse justitie als nazi-propaganda werd beoordeeld (zo
staat er dat de joden in 1933 de Duiters de oorlog hebben verklaard en
dat Hitler uit noodweer handelde). Andere boeken zijn niet minder
expliciet.
Wolfgang Neugebauer, directeur van het Dokumentationsarchiv des
ÖVPsterreichischen Widerstandes (DÖVPW) en uitgever van het
Handbuch des Rechtsextremismus, vindt het politiek gedrag en de
eisen die een partij stelt belangrijker dan haar programma. "Als je de
FPÖ daarop beoordeelt, zie je dat extreem-rechtse items altijd
voorop staan. Zo is het aanwakkeren van vreemdelingenhaat een
belangrijk instrument van de FPÖ. In Karinthië laat Haider
geen gezinshereniging meer toe."
Volgens Neugebauer heeft niet alleen Haider, maar ook een groot deel van
de partij een "moeilijke verhouding" tot het nationaal-socialisme:
"Steeds weer wordt gebagatelliseerd, gerechtvaardigd of
verontschuldigd." Kort geleden vergeleek Haider Churchill nog met
Stalin. Het DÖVPW heeft nauwkeurig gedocumenteerd dat alle liberalen
de partij - die oorspronkelijk een liberale signatuur had - hebben
verlaten en dat extreem-rechtse activisten en veroordeelde neo-nazi's
in de partij zijn opgenomen. Binnenkort moet Neugebauer weer voor de
rechter verschijnen. Haider heeft voor de tiende keer een proces tegen
hem aangespannen.
Hoofdpunten uit 'FPÖ Ideeën voor 2000':
Sanering van overheidsfinanciën via een fundamentele
herziening van de uitgaven. Beperking van de kosten van de
gezondheidszorg en voorkomen van misbruik van sociale voorzieningen.
Vermindering van de kosten op arbeid door verlaging van de
zogeheten Lohnnebenkosten, dat zijn de bijdragen aan het
gezinsfonds en het woningbouwfonds die door werkgevers en werknemers
naast de belasting en de sociale verzekeringen moeten worden betaald.
Verbetering van inkomens; een punt dat niet concreet wordt
ingevuld. Beloofd wordt steun aan gezinnen en veiligstellen van
pensioenen.
Verhoging van de veiligheid door bestrijding van criminaliteit en
hervorming van het vreemdelingenbeleid.
Verbetering van de democratie door bevordering van het
referendum, verlenging van regeerperiodes, en afschaffing van het
zogeheten Proporz-systeem, waarbij functies en privileges worden
verdeeld op basis van partijlidmaatschap.
De zogeheten Flattax (20 procent belasting voor alle
inkomens, ongeacht de hoogte) en de Kindercheque (duizend gulden
per maand per kind voor elke Oostenrijkse moeder die er voor kiest haar
'natuurlijke beroep' uit te oefenen) waren de belangrijkste leuzen
tijdens de verkiezingscampagne, maar worden in het programma niet
genoemd.