U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    Openbaar ministerie
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


Dossier Sorgdrager


Nieuws
Achtergronden
Opinie
Biografieën
Links

Brief Sorgdrager

Brief Docters van Leeuwen



Brief procureur-generaal Docters van Leeuwen

'Geen muiterij'

Fragmenten van de brief die procureur-generaal Docters van Leeuwen zondag 25 januari 1998 aan het openbaar ministerie stuurde over de gebeurtenissen van afgelopen donderdag:

[...] Het beeld van muiterij [...] is in strijd met de feitelijke gangvan zaken en komt in het geheel niet overeen met de wijze waarop wij deverschillende gesprekken hebben ervaren. Die was als volgt.

Donderdagmiddag om 14.00 uur liet de secretaris-generaal mij weten dathet rapport-Dolman gereed was en dat de heer Steenhuis en ik om 18.00uur op het departement verwacht werden. Desgevraagd zei hij dat wijvoorafgaand aan dat gesprek geen inzage in het rapport zouden krijgen.Op mijn verzoek stemde de secretaris-generaal ermee in dat de tweeoverige collegeleden, de heren Ficq en Blok, om 18.30 uur, na afloop vanhet gesprek, op het departement beschikbaar zouden zijn voor onderlingberaad.

De wenselijkheid om te kunnen overleggen vloeide voort uit een eerderebeslissing. De overige Collegeleden hadden namelijk op de dag dat zijnadviseurschap bekend werd, de heer Steenhuis duidelijk gemaakt dat vanverdere samenwerking in het College alleen sprake zou kunnen zijn indienuit het door de minister inmiddels geëntameerde onderzoek niet zoublijken van op daadwerkelijke belangenverstrengeling wijzende feiten.

Rond 16.00 uur bereikte ons van de zijde van parketten het bericht datmedewerkers van het departement de leiding van alle parketten verzochthadden het daarheen te leiden dat diezelfde avond om 19.30 uur personeelaanwezig zou zijn om een belangrijke mededeling van de minister, per faxte verzenden, in ontvangst te nemen en door te leiden. Ik heb daaroptelefonisch contact opgenomen met de secretaris-generaal. Hij bevestigdehet bericht en lichtte toe dat besloten was tot deze ongebruikelijkestap - normaal communiceert de departementsleiding immers via hetCollege met de hoofdofficieren en plv. PG's - op grond van de aard vande mededeling. Desgevraagd zei hij over de inhoud daarvan niet te kunnenspreken. Wel zei hij dat het College er niet vanuit mocht gaan dat hetonderzoek van de heer Dolman een geruststellende uitkomst had; het wasernstiger. Op mijn vraag of hij een indicatie van die ernst wilde geven,antwoordde de secretaris-generaal ontkennend.

De heer Steenhuis stond aldus oog in oog met het gegeven dat hij hooguitanderhalf uur de tijd zou krijgen voor kennisneming van een rapport dathij nog niet kende, maar kennelijk ernstige uitkomsten bevatte, alsmedevoor beraad en juridisch advies over zijn rechtspositie bij een oordeeldat hij nog niet kende, maar dat naar buiten gebracht zou worden. Daarombesloot de heer Steenhuis een voorlopige voorziening [kort geding, red.]te laten voorbereiden.

Het eerste gesprek dat door uitloop van een Kamerdebat tegen zeven uurbegon, duurde ruim een half uur. De minister schorste voor beraad.Daarna hebben de secretaris-generaal en de plv. directeur-generaal WRRhet gesprek met Steenhuis en mij voortgezet. De beraadslagingen gingenover de wijze waarop de minister in een brief aan de Tweede Kamer derechtspositionele consequenties voor de heer Steenhuis voornemens was teverwoorden. Op de aanvankelijk geformuleerde voornemens met betrekkingtot een waardering van de feiten en de maatregelen die de ministerdaaraan wilde verbinden, hebben de heer Steenhuis en ik indringendgereageerd, hetgeen heeft geleid tot de formulering die in de brief aande Kamer is opgenomen. Voor mij was van belang dat de op het rechtgeoriënteerde zaak van het College vereist dat een lid van hetCollege wordt behandeld op basis van de feiten van het recht. [...]

NRC Webpagina's
27 januari 1998

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)