Libië wil hoger beroep afwachten
TRIPOLI/LONDEN, 1 FEBR.
Libië is bereid de nabestaanden van de slachtoffers van 'Lockerbie'
financieel te compenseren, maar pas als het gisteren uitgesproken vonnis
tegen de Libische geheim agent Abdel Basset al-Megrahi in hoger beroep
wordt bevestigd. Voor de nabestaanden is die toezegging onvoldoende. Zij
eisen vervolging van de Libische leider Gaddafi.
Gisteren nog zei de Libische minister van Buitenlandse Zaken, Hassouna
Chiouch, dat Libië "nooit" de verantwoordelijkheid zal accepteren
voor de terreurdaad, waarbij in december 1988 een Boeing 747 van PanAm
werd opgeblazen boven het Schotse plaatsje Lockerbie. Daarbij kwamen 270
mensen om het leven. Chiouch zei dat de in 1992 ingestelde sancties van
de Verenigde Naties snel en volledig moeten worden opgeheven, nu de
rechtszaak tegen de twee Libische verdachten is afgelopen. De sancties,
waaronder een luchtvaartembargo, werden in 1999 al opgeschort nadat
Tripoli de verdachten uitleverde voor berechting onder Schots recht in
Kamp Zeist.
Vanochtend nuanceerde de Libische ambassadeur in Londen, Mohammed al-
Zwai, deze opstelling. Hij bevestigde tegenover de BBC dat het gisteren
veroordeelde lid van de Libische geheime dienst in hoger beroep gaat.
"Als het resultaat daarvan bekend is, kunnen we praten over compensatie,
en we zullen onze verplichtingen nakomen zoals we eerder tegen de VN-
Veiligheidsraad hebben gezegd", aldus de ambassadeur. "Als onze mensen
schuldig zijn, zullen we tegen die tijd compensatie betalen."
Met de bereidheid om de nabestaanden financiële genoegdoening te
geven, lijkt Libië voor een belangrijk deel tegemoet te komen aan
de eisen van de Amerikaanse en Britse regering, zoals die gisteren ook
doorklonken in hun reacties op het vonnis. Minister van Buitenlandse
Zaken Robin Cook zei in het Lagerhuis dat Libië nu "de
verantwoordelijkheid moet accepteren" voor de daad van zijn
functionaris. Libië moet ook compensatie betalen, zei hij. Cook
zei dat na "de schuldigverklaring van één van hun hoogste
inlichtingenagenten" de Libische leiders "elke mogelijkheid moeten
aangrijpen om de internationale gemeenschap ervan te overtuigen dat ze
terrorrisme definitief hebben afgezworen en dat ze zich voortaan houden
aan de internationale rechtsregels."
De Amerikaanse president George W. Bush verklaarde dat zijn regering
"Libië onder druk zal blijven zetten om de verantwoordelijkheid
voor zijn daad te accepteren en de nabestaanden te compenseren". "Niets
kan het lijden en het verlies van deze verschrikkelijke daad goedmaken,
maar ik hoop dat de nabestaanden enige troost kunnen putten uit het
feit dat een schuldige verdachte is veroordeeld", aldus Bush. Hij zei
dat de Libië nog niet aan alle voorwaarden heeft voldaan om de VN-
sancties volledig op te heffen. Overigens hebben de VS ook zelf
strafmaatregelen tegen Libië getroffen.
De vraag is of Libië met een eventuele officiële erkenning van
schuld en het betalen van compensatie voldoende tegemoet komt aan de
eisen van de VS en Groot-Brittannië. De Britse minister Cook zei
volgende week in Washington overleg te hebben met zijn ambtgenoot Colin
Powell. Uit reacties van nabestaanden valt op te maken dat zij een
belangrijke stap verder willen gaan door berechting te verlangen van de
opdrachtgevers achter de schermen van de aanslag. Inwilliging van die
eis lijkt uitgesloten. Toen Libië, na jarenlange weigering,
instemde met de uitlevering van de twee verdachten, verklaarden de VS en
Groot-Brittannië dat het Lockerbie-proces niet ten doel had
Gaddafi's regime te berechten. Die toezegging, die Gaddafi de garantie
gaf zelf niet in de beklaagdenbank terecht te komen, werd vervat in een
geheime brief van VN-secretaris-generaal Kofi Annan. Annan zei gisteren
dat "het recht zijn beloop heeft gehad". Hij sprak de hoop uit dat nu
"het verwerkingsproces" kan beginnen en "de nabestaanden de draad in
hun leven weer kunnen oppakken". (Reuters)