Nieuw bewijs in proces Lockerbie
Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 25 OKT. Het
Lockerbieproces tegen twee Libische verdachten in Kamp Zeist is
gisteren opnieuw met een week verdaagd als gevolg van nieuwe gegevens
die de afgelopen weken boven zijn gekomen.
Volgens advocaat Bill Taylor gaat het om "uiterst gevoelige informatie" die het proces "een
belangrijke wending kan geven". De verdediging zal de komende week
gebruiken om onderzoek te doen in zes landen op drie continenten, aldus
Taylor, die geen verdere mededelingen wilde doen.
Vorige week vroeg de Schotse aanklager al om uitstel, nadat het openbaar
ministerie nieuwe informatie had gekregen van een "buitenlandse
mogendheid, niet de VS". Volgens het Schotse recht is het openbaar
ministerie verplicht alle informatie die ontlastend is voor de
verdachten over te dragen aan de verdediging.
De Schotse krant Scotland on Sunday meldt dat de informatie
afkomstig is van de Syrische regering. Volgens de krant gaat het om
bewijs dat de bom aan boord van PanAm-toestel, dat op 21 december 1988
boven Lockerbie ontplofte, afkomstig was uit Damascus. Als dit waar is,
dan betekent dit het einde van de Lockerbie-zaak. In de aanklacht van
het openbaar ministerie staat dat de twee Libische verdachten een
koffer met een bom vanaf Malta naar Frankfurt smokkelden, waar hij werd
overgeladen op een vlucht naar Heathrow, Londen. Volgens Scotland on
Sunday is er in de laadgegevens van het vliegveld Frankfurt geen
koffer terug te vinden die vanaf Malta naar Londen en PanAm-vlucht 103
werd getransfereerd. Wel wordt er volgens de krant op dit moment
onderzoek gedaan naar een tas met de code 8849, afkomstig van een
Lufthansa-vlucht uit Damascus.
Volgende week zal het proces naar verwachting worden voortgezet met de
getuigenis van de Palestijnse terrorist Abu Talb, die in Zweden een
gevangenisstraf uitzit. Volgens de verdediging zitten Talb en Syrië
achter de Lockerbie-aanslag.