Stergetuige Lockerbie levert geen direct
bewijs
Gisteren getuigde in Kamp Zeist
een Libische dubbelspion tegen de twee verdachten van 'Lockerbie'. Maar
ook hij kon geen direct verband leggen tussen hen en de bomaanslag.
Door onze redacteur STEVEN DERIX
KAMP ZEIST, 27 SEPT. Daar was hij dan eindelijk, de dubbelagent. Op de
vijftigste zittingsdag van het Lockerbie-proces speelde het Schotse
openbaar ministerie gisteren zijn laatste troefkaart uit. En inderdaad:
Abdul Majid Abdul Razkaz Abdul-Salem Giaka, de man die werkte voor
zowel de Libische geheime dienst als de Amerikaanse CIA, leverde het
meest overtuigende bewijs dat de de Kroon tot nu toe naar voren heeft
weten te brengen tegen de twee Libische verdachten van de aanslag op
een Amerikaanse Boeing 747 in december 1988 boven het Schotse
Lockerbie. Abdelbaset Ali Mohammed al-Megrahi en al-Amin Khalifa Fhimah
beschikten over explosieven. Bovendien waren ze in de weer met een
bruine Samsonite koffer, die december-avond op het vliegveld van Malta.
Maar daarmee is het directe verband tussen de twee en de bom aan boord
van PanAm-vlucht 103 nog steeds niet aangetoond.
Abdul Majid Giaka - een valse naam - heeft lang moeten wachten op zijn
optreden in de rechtszaal. Sinds zijn definitieve vlucht naar de VS in
1991 zit de dubbelagent in een Amerikaans beschermingsprogramma. Zes
weken geleden werd hij in het diepste geheim gevlogen naar Kamp Zeist,
om na enkele dagen onverrichterzake terug te keren. De advocaten van de
verdachten hadden moord en brand geschreeuwd over twee 'telexen',
codeberichten over Giaka die de Amerikaanse ambassade op Malta in 1988
verstuurde naar het CIA-hoofdkwartier in Washington. Slechts na
wekenlang juridisch getouwtrek bleek de CIA bereid tot het openbaar
maken aan de verdediging van een groter gedeelte van de telexen, zij
het in zwaar gecensureerde vorm. En zo kon Giaka dan zijn opwachting
maken, onttrokken aan een het oog door een scherm en sprekend met
elektronisch vervormde stem. Giaka was een kleine vis, zo bleek
gisteren. Na als automonteur en archivaris voor de geheime politie in
Libië te hebben gewerkt, werd de 26-jarige Giaka in 1986
aangesteld assistent station manager van het filiaal van Libian
Arab Airlines (LAA) op het Maltese vliegveld Luqa. Zijn directe baas
was Khalifa Fhima, de filiaal-directeur. Abdelbaset al-Megrahi, 'hoofd
beveiliging' van de LAA, kende hij zijdelings, zo vertelde hij
gisteren. Op 10 augustus 1988 bood Giaka op de Amerikaanse ambassade
zijn diensten aan, nadat hij was teruggeroepen naar Libië, naar
eigen zeggen wegens een 'incident' rond een achternicht van van de
vroegere Egyptische president Nasser op het vliegveld. In ruil voor
informatie wilde hij naar de VS. Later vroeg hij slechts geld om een
autoverhuurbedrijf te beginnen. Door middel van een nep-operatie en een
valse medische verklaring hoopte hij zich te kunnen onttrekken aan de
Libische militaire dienst.
De Amerikanen stelden zich welwillend op tegenover de overloper, maar
hechtten aanvankelijk niet veel waarde aan zijn informatie. In een van
de vrijgegeven telexen vraagt de case officer van de CIA in
Malta zich zelfs af of Giaka de dollars die hij iedere maand ontvangt,
wel waard is. Dat veranderde toen na de Lockerbie-aanslag op 21
december 1988 het spoor in de richting van Malta en Libië begon te
lopen. Volgens de theorie die het Schotse OM tijdens dit proces moet
bewijzen, waren het Abdelbaset al-Megrahi en Khalifa Fhima die op Luqa
een koffer met daarin een als cassetterecorder vermomde bom aan boord
wisten te brengen van een vliegtuig naar Frankfurt, waar de koffer werd
doorgecheckt naar Londen en werd ingeladen in PanAm-vlucht 103 naar New
York.
Kroongetuige Giaka leverde gisteren twee belangrijke bouwstenen voor
deze stelling. Zo vertelde hij hoe Khalifa Fhimah hem al in 1986 tien
kilo tnt liet zien, verstopt in een bureaula. Verder beschreef hij in
detail hoe Abdelbaset al-Megrahi in de week voor de Lockerbie-aanslag
uit Zürich op Malta arriveerde. Samen met Khalifa Fhimah checkte
hij een bruine Samsonite-koffer uit van hetzelfde type als werd
gebruikt voor de bomaanslag. "Ze liepen samen naar de douane", zei
Giaka. "Er was geen controle." Het waren belangrijke toevoegingen aan de
indrukwekkende verzameling indirect bewijs die het Schotse OM tot nu
toe naar voren heeft gebracht. Of het genoeg zal zijn, is de vraag.
Aanklager Campbell heeft laten doorschemeren dat de getuigenis van
Giaka het op een na laatste 'hoofdstuk' is in de bewijsvoering van de
Schotse Kroon. In de komende weken zal het OM alleen nog proberen de
stelling van de verdediging dat niet de Libiërs, maar radicale
Palestijnen achter de bomaanslag zaten, op voorhand onderuit te halen.
Daarna is het woord aan de advocaten van de verdachten, als dezen
tenminste geen verzoek indienen om het proces meteen te beëindigen
wegens gebrek aan bewijs. Nu het OM er nog niet in is geslaagd een
direct verband tussen de verdachten en de Lockerbie-bom te leggen,
zullen de rechters in dat laatste geval eerst moeten beslissen of uit
het naar voren gebrachte bewijsmateriaal de schuld van de verdachten
kan worden afgeleid. Is dat niet het geval, dan komt er een
vroegtijdig einde aan een voorspeld monsterproces.