Belangrijk hoofdstuk op Lockerbieproces
De mysterieuze klant van winkelier Gauci
'Malta' was deze week aan de
orde op het Lockerbieproces in Kamp Zeist. De Maltese winkelier Tony
Gauci herkende, min of meer, een van de Libische verdachten. Maar ook
een Palestijnse terrorist blijkt in Malta te zijn geweest.
Door onze redacteur STEVEN DERIX
KAMP ZEIST, 15 JULI. Een Maltese kledingzaak, een geheimzinnige klant,
een krantenartikel en tientallen politiefoto's. Dat waren deze week de
belangrijkste ingrediënten in het Lockerbieproces in Kamp Zeist.
Volgens de Schotse aanklagers zijn de Libiërs Abdelbasset Ali
Mohammed al-Meghrahi en Al-Amin Khalifa Fhima verantwoordelijk voor de
aanslag op PanAm-vlucht 103 boven het Schotse Lockerbie op 21 december
1988, waarbij 270 mensen om het leven kwamen. Maar herkende winkelier
Tony Gauci ook de Palestijnse terrorist Abu Talb? Het Lockerbie-proces
ging deze maandag zijn elfde week in. Vele tientallen getuigen werden
al gehoord; vele tientallen moeten nog verschijnen tijdens het
monsterproces dat in ieder geval nog tot het einde van dit jaar zal
duren. Voor de wereldpers duurt dit allemaal te lang: kon de
openingsweek nog rekenen op massale belangstelling, tegenwoordig telt
het immense mediacentrum in Kamp Zeist slechts een enkele journalist.
De meeste kranten en tv-stations volgen het proces nu via internet.
Helemaal terecht is dat niet. De afgelopen week was gewijd aan wat wel
eens het belangrijkste hoofdstuk zou kunnen worden: 'Malta'.
Eind jaren tachtig is Malta door zijn strategische ligging tussen het
Midden-Oosten en Europa een broeinest van radicale groepen, terroristen
en geheim agenten. Hier, op het vliegveld Luqa, begint de bom die via
Frankfurt en Heathrow aan boord van PanAm 103 wordt gesmokkeld, aan
zijn dodelijke reis. Verdachte Al-Amin Khalifa Fhima is station
manager van Libyan Arab Airlines op het vliegveld, medeverdachte
Abdelbasset al-Megrahi is er enige tijd 'hoofd beveiliging'. Beiden
zijn eigenlijk lid van Libische geheime dienst. Via Malta kan een
overtuigend verband worden gelegd tussen de twee verdachten en de
Lockerbie-aanslag, zo hopen de Schotse aanklagers.
December 1988. Een regenachtige avond in Sliema, Malta. In Mary's House,
een kledingwinkel aan Tower Road, denkt verkoper Tony Gauci al aan
sluiten. Dan komt een Arabier de winkel binnen. Gauci haast zich hem te
helpen. De man bestelt onder andere twee herenpantalons, twee
overhemden, twee pyjama's, twee wollen vesten en een paraplu. Passen
hoeft niet, zegt de man: de kleding is volgens hem bestemd voor 'iemand
anders'. De gerafelde resten van de kleding worden later teruggevonden
op de met wrakstukken bezaaide velden rond Lockerbie. Afgelopen
dinsdag, in de rechtszaal in Kamp Zeist, identificeert Gauci ze nog
eens: "Maat 36/32. Zo'n broek heb ik toen verkocht, ja." Het stukje
textiel is afkomstig uit de zwarte Toshiba-koffer waarin de bom was
verstopt.
Maar wie was de geheimzinnige klant? Tony Gauci weet het nu niet meer zo
zeker: het is allemaal lang geleden, zegt hij dinsdag tijdens zijn
verhoor in de rechtszaal. Op verzoek van aanklager Alistair Campbell
identificeert hij vervolgens verdachte Abdelbasset al-Megrahi als
"iemand die lijkt op de man die de kleren van mij heeft gekocht". Het
is een bevestiging van de directe confrontatie die in mei van dit jaar
werd gehouden in de daarvoor speciaal ingerichte identification
parade suite van Kamp Zeist. Toen wees Gauci eveneens naar Al-
Megrahi - na enig aarzelen. "Niet precies de man die ik in de winkel
zag", zei hij erbij. "Maar die man die een beetje op hem lijkt, is nr.
5."
Negen jaar geleden, drie jaar na de aanslag, was Tony Gauci echter ook
niet helemaal zeker van zijn zaak. Op 15 februari 1991 kreeg hij
tijdens een fotoconfrontatie op het hoofdkwartier van de Maltese
politie in Floriana voor het eerst een afbeelding van de Libische
verdachte onder ogen. Gauci constateerde dat "alle mannen op de foto's
te jong" waren. Toen chief-inspector Henry Bell van de Schotse
politie hem zei niet te letten op eventueel leeftijdsverschil, wees
Gauci uiteindelijk Al-Megrahi aan. De man op de pasfoto (geleverd door
de FBI) was "een jaar of dertig" schatte hij. " Als hij tien jaar ouder
was geweest, dan zou hij eruit zien als de man die de kleren van hij
heeft gekocht." In een ondertekende verklaring constateerde hij dat de
foto van Al-Megrahi "de enige is die erop lijkt - behalve de foto die
mijn broer liet zien." De foto waar Gauci op doelde was afkomstig uit
een artikel uit de Sunday Times van 5 december 1989. Boven een
paginagroot stuk over de Lockerbie-aanslag stonden twee terroristen
afgebeeld. Toen zijn broer Paul hem die dag de krant onder de neus
duwde, 'herkende' Tony Gauci de rechterfoto: een afbeelding van Abu
Talb, lid van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina - algemeen
commando, die een gevangenisstraf uitzit in Zweden. Dat de Sunday
Times deze Palestijnse terrorist omschreef als één
van de mannen achter de Lockerbie-aanslag, was niet zo vreemd. Ook de
Schotse politie ging lange tijd uit van de zogenaamde 'Palestijnse
connectie'. Abu Talb was ook in Malta, zo vertelt hoofdinspecteur Bell
deze week in de rechtszaal. De Palestijn reisde begin oktober 1988 via
Cyprus naar Valletta, om op 26 oktober via Zürich terug te vliegen
naar Zweden. Voor de Schotten, de FBI, en het Bundeskriminalambt
was Talb lange tijd verdachte nummer één: een Palestijnse
bakkerij op het eiland werd afgeluisterd - zonder toestemming van de
Maltese autoriteiten, die in 1990 de opsporingsambtenaren
geïrriteerd van het eiland zetten.
Eigenaardig is wèl dat Gauci Abu Talb alléén
herkende op de afbeelding uit de Sunday Times. In de zes
fotoherkenningsessies die hoofdinspecteur Bell tussen september 1989 en
1991 in Malta hield, is de foto van Abu Talb wel degelijk aan Gauci
getoond - zonder resultaat. Advocaat Richard Keen concentreert zich
deze week tijdens zijn ondervraging daarom maar op de Sunday
Times: "Dit is de foto die uw broer u liet zien, nietwaar?" "Ja,
ja." "En u identificeerde de man op de foto rechts als de man die de
winkel in kwam. Herinnert u zich dat?" "Ja. Hij lijkt erg op hem. Hij
lijkt erg op hem. "