Bouterse blijft justitie bezighouden
Het recente volkenrechtelijk
advies over de Decembermoorden betekent hoogstwaarschijnlijk dat
justitie deze zaak nu moet gaan onderzoeken.
Door onze redacteur JOOST ORANJE
AMSTERDAM, 12 JULI. Net nu de strijd in de rechtszaal over de
betrokkenheid bij cocaïnehandel van Desi Bouterse enigszins is gaan
liggen, dient zich het volgende juridische probleem voor de voormalige
Surinaamse legerleider aan. Met het rapport van de Zuid-Afrikaanse
hoogleraar volkenrecht prof. C. Dugard is een grote stap gezet naar
strafrechtelijke vervolging van Bouterse in Nederland vanwege de
'Decembermoorden'. Dat is een grote overwinning voor de nabestaanden E.
Hoost en R. Wijngaarde, die al jarenlang vechten om de
verantwoordelijken van de moordpartij in 1982 ter verantwoording te
roepen.
Het openbaar ministerie (OM) zag geen brood in een vervolging in
Nederland, maar het gerechtshof achtte een dergelijke stap in maart
"opportuun", vooral vanwege "de nauwe en historische banden" die ons
land met Suriname heeft. Het hof zei destijds in feite: vervolging is
wenselijk, maar of het ook kan, is de vraag. Daartoe schakelde het
rechtscollege C. Dugard in, een volkenrechtdeskundige met groot gezag.
Deze concludeert nu dat de Decembermoorden, volgens het internationale
volkenrecht, niet kunnen worden gezien als oorlogsmisdaden, maar wel
als misdaden tegen de menselijkheid waarbij ook foltering aan de orde
was. Voor deze feiten kunnen personen ook buiten hun eigen land worden
vervolgd, al noemt Dugard het "discutabel" of landen daartoe ook de
rechterlijke plicht hebben.
Met de eerdere uitspraak van het hof in de hand, lijkt het onontkoombaar
dat het OM in het najaar de opdracht van het hof krijgt om een
onderzoek naar de Decembermoorden te openen. Dat kan nog grote
consequenties hebben. Hoewel het bijna achttien jaar geleden is dat de
vijftien opposanten van het toenmalige bewind in Fort Zeelandia werden
neergeschoten, hangt de gebeurtenis nog steeds als een schaduw over
grote delen van de Surinaamse gemeenschap. Details over de
Decembermoorden kunnen zowel in Nederland als Suriname hevige
sentimenten oproepen. De vijftien slachtoffers waren vooraanstaande
advocaten, journalisten, militairen en vakbondsleiders en hun
gewelddadige dood gaf een schok in de samenleving.
Een onderzoek naar de moorden zal veel boven brengen. Hoewel Bouterse
enkele malen publiekelijk heeft toegegeven verantwoordelijk te zijn
geweest voor de gebeurtenis, waren er in de nacht van 8 op 9 december
veel meer personen betrokken. Ook zij zullen bij een onderzoek in beeld
komen. Bovendien is er nog steeds één kroongetuige in
leven: vakbondsleider en Nieuw Front-politicus Fred Derby. Hij was de
enige van de zestien arrestanten die de moordpartij overleefde en heeft
meer keren gezegd dat hij zijn verhaal in de rechtszaal zal vertellen
als de tijd daar is. In de verkiezingsstrijd van afgelopen mei hamerde
hij trouwens al regelmatig op een onderzoek naar de Decembermoorden.
Het zou ook logischer zijn als de Decembermoorden in Suriname zelf
worden onderzocht. Maar hoewel zowel de presidenten Venetiaan als
Wijdenbosch dat in het verleden in het vooruitzicht hebben gesteld, is
het er nooit van gekomen. Wel loopt er nog een procedure bij het Hof
van Justitie, aangespannen door een aantal organisaties. Niet
uitgesloten moet worden geacht dat het rapport van Dugard daar als een
katalysator zal werken. Ook de komst van een nieuwe Front-regering kan
bijdragen tot vervolging in Suriname zelf, vooral omdat het ministerie
van justitie lijkt toe te vallen aan de Surinaamse Partij van de
Arbeid, de groepering waavan uitgerekend Derby de politiek leider is.