U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
DOSSIERSURINAME
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Suriname

Nieuws

Decembermoorden

Achtergrond

Verhouding met Nederland

Links

Het wanbeleid van de regering-Wijdenbosch

Bosje's erfenis


De nieuwe Surinaamse regering, die na de verkiezingen van vorige week het roer moet overnemen, staat voor een heksentoer nu het economisch wanbeleid van de regering- Wijdenbosch zal moeten worden bijgebogen. De informele economie bloeit, maar alles wat met de staat te maken heeft verkeert in deplorabele staat. "We gaan met angst en beven onderzoeken wat er de afgelopen jaren allemaal is gebeurd."

Door Joost Oranje

Rij door de straten van Paramaribo, ontwijk af en toe een airconditioned four wheel-drive of Mercedes, en laat verbazing je welgevallen. Een McDonalds. The Zeeland Coffee Beanery. Een Blokker. Internetcafés. Een uithangbord bij een winkel in de Keizerstraat: 'Hier Pokémon-producten te koop'.

Luister tegelijkertijd naar Surinaamse economen en huiver. "We hebben te weinig inkomsten en een zeer expansief uitgavenbeleid van de overheid" (Sigmund Proeve). "De controletaak van het ministerie van Financiën is totaal verwaarloosd." (André Brahim). "Er is geen investering in menselijk kapitaal, de administratie is volstrekt verouderd, de dienstverlening is slecht, er is geen sprake van bewust beleid, anders dan enkele incidentele maatregelen." (Silvano Tjong Ahin). "De ondernemer houdt liever zijn kruit droog dan op de lange termijn te investeren."(Winston Ramartausing).

Suriname is het land van de paradoxen. Waar gloednieuwe bruggen van om en nabij de 168 miljoen gulden in recordtijd over twee brede rivieren werden gelegd. Maar waar de wegen zich in abominabele staat bevinden. Waar nieuwe restaurants als paddestoelen uit de grond schieten en de winkels goed gevuld zijn. Maar waar de gezondheidszorg en het onderwijs het hoofd niet meer boven water kunnen houden. Waar de overheid zinloze loonsverhogingen verstrekt. En waar diezelfde overheid haar bijdragen aan het ziekenfonds of pensioengelden niet meer kan opbrengen. Het leidde in mei van vorig jaar tot massale volksprotesten, waarna president Jules Wijdenbosch noodgedwongen de verkiezingen van afgelopen week uitschreef.

In de campagnes voor die verkiezingen bleek Suriname ook een land waar opmerkelijke advertenties in de kranten staan. Enkele dagen voor de stembusgang vroegen de organisaties van het gezamenlijk bedrijfsleven de bevolking "invulling te geven aan de burgerplicht" en toch vooral te gaan stemmen omdat "het Surinaamse volk reeds geruime tijd gebukt gaat onder een ongekende achteruitgang op financieel, economisch, sociaal- maatschappelijk en politiek-bestuurlijk gebied". Waarna een vetgedrukte passage in een groter lettertype volgde: "Hetgeen rampzalige gevolgen heeft voor de totale samenleving." En vorige week woensdag lieten drie bedrijven, die ingenieurs- en consultancywerk hadden geleverd voor de bouw van de twee nieuwe bruggen, via de krant weten dat ze zeer gelukkig zijn met de bouwwerken, maar dat ze ook aandacht wilden vestigen op het feit dat ze een groot deel van hun werkzaamheden nog niet betaald hadden gekregen.

Hoe kan dat allemaal?

Probeer eens wat macro-economische indicatoren over de Surinaamse economie te verzamelen en beweeg je van het kastje naar de muur.

Die indicatoren zijn er namelijk niet.

Of beter: ze zijn er natuurlijk wel, maar (nog) niet openbaar beschikbaar. Een blik in de boeken van de Surinaamse staatshuishouding wordt daarom een pijnlijk welkomstcadeautje voor de nieuwe regering. "We gaan met angst en beven onderzoeken wat er de afgelopen jaren allemaal is gebeurd", zegt een parlementariër van het Nieuw Front (NF), de combinatie van traditionele partijen die vorige week een klinkende stembusoverwinning behaalde. "Die gewaarwording zal erger worden dan ze in hun ergste dromen hadden gevreesd", denkt André Telting. Hij stapte drie jaar geleden op als president van de Centrale Bank toen Wijdenbosch zijn voorganger Henk Goedschalk daar als president-commissaris wilde benoemen. Voor Telting was dat onaanvaardbaar omdat juist hij een radicaal andere koers had gevoerd dan Goedschalk. Waar deze de bankbiljettenpers lustig liet draaien, zorgde Telting voor monetaire stabiliteit door, in eendrachtige samenwerking met de toenmalige minister van Financiën Humphrey Hildenberg, de Surinaamse gulden te stabiliseren en de begroting in evenwicht te brengen. Heel voorzichtig begon de economie uit een diep dal te klimmen. Er ontstond zelfs een klein overschot, de inflatie daalde, bedrijven konden weer leningen krijgen omdat de banksector profiteerde van de stabielere wisselkoers. De volgende stap zou de sanering zijn van het topzware Surinaamse staatsapparaat (meer dan de helft van de beroepsbevolking werkt bij de overheid), maar de verkiezingen van 1996 gooiden roet in het eten. Omdat het regerende NF in het parlement onderling verdeeld raakte over een presidentskandidaat, moest er een Verenigde Volksvergadering van ruim 800 afgevaardigden komen. Daarin bracht Wijdenbosch het, volgens velen dankzij allerlei omkooppraktijken, ineens tot staatshoofd.

Dat heeft het Surinaamse volk geweten.

Onder zijn nieuwe bewind werd het fragiele opbouwproces uit de periode- Telting/ Hildenberg snel gesloopt. In korte tijd ontstonden er gigantische schuldverplichtingen, zakte de munt in tot een huidige waarde van ongeveer 680 Surinaamse guldens voor één Nederlandse en stegen de prijzen. "Bijna misdadig', noemt Telting het nu. "En niemand realiseert zich nog wat er voor erfenis is achtergelaten. Het is echt een immens probleem, dat nauwelijks op te lossen lijkt." Zelf wordt hij herhaaldelijk genoemd voor een reprise bij de Centrale Bank. Telting zegt de post niet echt te ambiëren: "Ik weet zeker dat dat geen leuke klus gaat worden. Dus als ze me vragen, moet ik me er heel goed op beraden of ik er wel aan wil beginnen."

Het economisch beleid van de regering Wijdenbosch wordt getypeerd door twee pijlers: ongekende overheidsuitgaven die nauwelijks worden verantwoord. Over tal van aangegane leningen ontbreken details. Jaarverslagen van de Centrale Bank zijn er niet. Exacte kosten en financiering van de twee bruggen over de Suriname- en Coppenamerivier zijn onbekend. Wat wel zeker is, is dat de overheid het overgrote deel van haar uitgaven via de geldpers heeft betaald. Telting schat dat in de periode 1997-1999 ongeveer 135 miljard Surinaamse guldens meer is uitgegeven dan de staat ontving. Dat geld ging onder meer naar grote loonsverhogingen voor het overheidspersoneel. Het bedrijfsleven, dat salarisverhogingen gewoon uit omzetten moet betalen, volgde noodgedwongen. Het zorgde er allemaal voor dat de Surinaamse gulden nog minder waard werd en de inflatie werd opgejaagd waardoor de loonsverhogingen meteen werden uitgehold. "Allemaal kunstmatige koopkracht. Je kan alleen op korte termijn wat met je geld doen. Maar uiteindelijk, en dat moment is niet ver weg meer, klapt de hele boel in elkaar", voorspelt Telting. Bijkomend probleem is het bestaan van een oncontroleerbare 'schaduwecono mie'. Door het ontbreken van een goed functionerend justitie- en opsporingsapparaat weet niemand precies de omvang, maar zeker is dat er grote hoeveelheden harde valuta de economie in worden gepompt. Het geld is vaak afkomstig van relaties of familie in Nederland, maar vooral uit het illegale (drugs)circuit. Casino's, winkels met luxe artikelen, restaurants of autohandelbedrijven functioneren als ideale 'witwasinstrumenten'. Zo bloeit de informele economie, maar verkeert alles wat met de staat te maken heeft in deplorabele staat: de infrastructuur, het ophalen van het vuilnis, het op peil houden van de pensioen- en ziekenfondsbijdragen of betaling van salarissen in de collectieve sector. Bovendien stortte 'Bosje' het geld dt er nog was vooral in prestigeprojecten als de twee bruggen, waardoor het aandeel van de overheid in een aantal kerntaken drastisch terugliep. Surinaamse economen schatten dat de staat maar 5 procent aan onderwijs besteedt en 17 procent aan gezondheidszorg. Daarnaast worden exporterende bedrijven, cruciaal voor de economie, zwaar getroffen omdat de Centrale Bank een irreële koers ten opzichte van harde valuta hanteert. Ondernemers doen daardoor nauwelijks investeringen en zetten noodgedwongen een rem op de zo noodzakelijke productiecapaciteit. Want daar is iedereen het over eens: Suriname komt er pas weer bovenop als, naast een sanering van de overheidsfinanciën, ook het productieapparaat weer op gang komt. Dat zal harde valuta, werkgelegenheid en 'echte' koopkracht genereren.

Maar zo ver is het nog lang niet. Eerst zal moeten worden geïnventariseerd hoe miserabel de stand van zaken op het moment eigenlijk is. Exacte cijfers daarover zijn er dus niet, maar een rondgang langs diverse nauw betrokkenen laat het volgende beeld zien. Er lopen voor zeker 10 miljard Surinaamse guldens aan binnenlandse leningen en nog eens 10 miljard aan direct opeisbare voorschotten. De Centrale Bank zelf staat voor rond de 100 miljard Surinaamse guldens in het rood. Daarnaast is er natuurlijk de buitenlandse schuld, naar schatting zeker 500 miljoen dollar. Een flink deel op de korte termijn zit in een wurgcontract dat de Surinaamse overheid met de Nederlandse bouwer Ballast Nedam afsloot. Omdat de twee grote bruggen snel (voor de verkiezingen) af moesten, betaalde de regering-Wijdenbosch een deel 'contant' uit de toen nog schaarse beschikbare harde valuta. Voor het resterende bedrag (ruim 82 miljoen gulden) werd een curieuze afspraak gemaakt. Ballast Nedam mag de komende drieënhalf jaar voor iedere afbetalingstermijn putten uit de belangrijkste instroom van harde valuta van Suriname: de opbrengsten uit de bauxiet. Het zorgt allemaal voor een molensteen om de nek van de nieuwe regering, en het is niet voor niets dat een van de NF-leiders, vakbondsman Fred Derby, vorige week al zei dat het Ballast Nedam-contract zal moeten worden opengebroken.

Suriname, zo is vaak gezegd, is een prachtig plekje op de aarde. De natuur is wonderschoon, het land beschikt over diverse bodemschatten en er liggen kansen voor toerisme, al was het alleen al omdat Suriname een van de meest diverse ecosystemen ter wereld heeft. Graag filosoferen Surinamers over 'het Hongkong of Singapore van Zuid-Amerika', zeker nu er aanwijzingen zijn dat er grote olievelden voor de kust van het land liggen. Maar voorlopig is het allemaal nog verre toekomstmuziek. De nieuwe regering zal, volgens Telting, in haar wittebroodsweken eerst een ontwikkelingsstrategie moeten opstellen hoe het land uit het slop te halen. Cynisch: "Het enige voordeel is dat er zoveel tegelijk acuut is, dat het eigenlijk niet uitmaakt wat je aanpakt. Alles is goed."

Toch lijkt gezondmaking van de overheidsfinanciën een eerste vereiste. Betalingsbalanssteun is daarbij onvermijdelijk. De Nieuw Front-politici zullen de blik ongetwijfeld richting Nederland wenden, waar nog 600 miljoen gulden ligt te wachten uit de toegezegde ontwikkelingsgelden bij de onafhankelijkheid in 1975. Den Haag zette de geldstroom stop omdat er geen vertrouwen was in het beleid van Wijdenbosch, maar zal niet onwelwillend tegenover een Nieuw- Frontregering staan. De overmaking van de gelden zal evenwel binnen de geldende Nederlandse regels van goed en behoorlijk bestuur moeten passen en daar zit nog een addertje onder het gras. De 'oude politici' van het NF staan op het standpunt dat Suriname eigenlijk zonder voorwaarden recht op het geld heeft en komen, zo leert de ervaring, snel in de verleiding om over iedere gulden te onderhandelen. Toch leeft er ook de hoop dat van beide kanten pragmatisme het zal winnen van prestige. Het is in ieder geval zeker dat Suriname alleen niet meer uit de economische modderpoel komt, maar in samenwerking met internationale organisaties de weg naar boven zal moeten weten te vinden. Daarbij zal men, zo weet Telting, openheid van zaken moeten geven aan de bevolking: "De binnenlandse economische sanering zal pijnlijk zijn en dat moet je uitleggen. Anders krijg je protesten en gaan de mensen zo weer de straat op. Na de periode-Wijdenbosch is transparantie van bestuur noodzaak nummer één." Een voordeel lijkt te zijn dat het Surinaamse electoraat beseft dat het vijf voor twaalf is. Niet voor niets leed Wijdenbosch, ondanks allerlei recente consumptieve uitgaven, vorige week een verpletterende verkiezingsnederlaag. De talloze phone in-programma's van de diverse radiostations illustreerden afgelopen week het realiteitsbesef van het volk. Zaterdag zei een beller in één van die programma's dat "we echt te verwend zijn. En we willen heus wel de broekriem aanhalen. Maar we roepen onze leiders op: zet die partijpolitiek opzij. Doe het goed. En doe het vooral snel."

NRC Webpagina's
2 juni 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad