|
Wat is genetische manipulatie?
|
Winst mag niet boven smaak gaan in Frankrijks eten Frankrijk is eensgezind in zijn afkeer van genetisch gemanipuleerd voedsel. Al was het alleen al om Amerika een hak te zetten. Tweede deel van een serie over biotechnologie en eten. Door onze correspondent MARK CHAVANNES 27 SEPTEMBER 1999. Frankrijk is geen protectionistisch land, Europa is open'', zei de Franse minister-president Lionel Jospin toen hij onlangs op bezoek was bij de Verenigde Naties. Hij wees de wereld erop dat Frankrijk bij de komende 'Millennium Ronde' overigens uit alle macht zal opkomen voor het recht van ieder land op zijn eigen voedseltraditie. De nieuwe onderhandelingsronde over de wereldhandel in Seattle gaat vanaf eind november over een breed pakket onderwerpen, van een belastingvrije cyberspace tot het verder vrij maken van het internationale dienstenverkeer. Maar `Seattle' betekent in Frankrijk nu al `geen genetisch gemanipuleerd voedsel' en `het aan banden leggen van de Wereldhandelsorganisatie (WHO)'. Die laatste organisatie wordt in brede kring gezien als de ongecontroleerde vrije markt-politie naar Amerikaans model. De WHO gaf de Verenigde Staten de ruimte om Europa deze zomer met strafheffingen te treffen nadat de EU geweigerd had Amerikaanse hormoonbiefstuk en genetisch gemanipuleerd voedsel binnen te laten. Een comité van WHO-deskundigen had daar geen wetenschappelijk bezwaar tegen gezien, maar een aantal Europese landen onder aanvoering van Frankrijk zorgde ervoor dat Europa de poot stijf hield en de WHO trotseerde. Sindsdien is de radicale boerenleider José Bové een dagelijkse verschijning in de Franse media. President Chirac en premier Jospin haastten zich zijn pleidooi voor `eten waar niet mee geknoeid is' en zijn afkeer van de vermeende Amerikaanse handelsdominantie in diplomatieke woorden na te zeggen. Washington heeft de foie gras en de roquefort-kaas in Amerika onbetaalbaar gemaakt. In de Franse publieke opinie is dat een ongeciviliseerde maatregel die eens te meer bewijst dat de Amerikanen winst boven smaak laten gaan en zelfs hun eigen gezondheid en die van de rest van de wereld op het spel zetten. Alles om de winsten van de biotech-bedrijven zeker te stellen. Genetisch gemanipuleerd voedsel (`OGM' voor Organismes Génétiquement Modifiés - in het Frans) is hier nooit een neutraal begrip geweest. Toen premier Juppé de deur voorzichtig op een kier zette, waren het nog vooral de actiegroepen die tegengeluiden lieten horen. Sinds deze zomer is `OGM' de kreet die de negatieve lading van Prins Charles' `Frankenstein Food' evenaart. Nu blijkt dat José Bové vorig jaar al in de gevangenis heeft gezeten wegens het vernielen van een proefveld met OGM-maïs, is zijn nationale heldenstatus alleen maar vergroot. OGM is in Frankrijk fout, op grond van hetzelfde sentiment dat vorig jaar een eind maakte aan het AMI (de Franse afkorting van het Multilaterale Investeringsverdrag, MAI in het Engels), dat door kenners wel werd omschreven als 'het toekomstig Handvest van de wereldeconomie'. De Franse filmindustrie eiste het recht op bescherming tegen de overmacht van Hollywood, maar zelfs als de `exception culturelle' geregeld had kunnen worden, was het AMI in Frankrijk niet te redden geweest. Een heterogene coalitie van rechtse en linkse lobbies schoot het als `kil, Angelsaksisch en puur-kapitalistisch' omschreven project af. Het MAI kwam er niet, in tegenstelling tot de Amerikaans-Europese als `Blair House' aangeduide landbouwronde in '93 en de `Uruguay' handelsronde van '86-'93. Ook bij die multilaterale handelsbesprekingen kwam Frankrijk op voor zijn eigen karakter én belangen, en wist Europa in meerdere of mindere mate aan zijn strijd te verbinden. Maar ís genetisch gemanipuleerd voedsel wel vies of gevaarlijk? Die vraag wordt in de openbare discussie in Frankrijk zelden gesteld, laat staan beantwoord. Het meest rationeel klinkt het antwoord: het is te vroeg om de consequenties te kennen, we moeten een generatie lang proeven nemen vóór de veiligheid van OGM kan worden vastgesteld. Wacht en gij zult weten. Het minder rationele deel van de briefschrijvers, woordvoerders en bevlogen artiesten kent het antwoord al. Deskundigen die er genuanceerder over denken zijn met een lampje te vinden. Louis-Marie Houdebine, directeur van de `Unité de différenciation cellulaire' van het onderzoekscentrum voor landbouw INRA bijvoorbeeld, wees een jaar geleden al op het risico van niets doen. Hij schreef dat het goed is dat er commissies zijn die waken over de 'bio-veiligheid'. ,,Die kunnen tegenwicht bieden aan grote agrotech-groepen. Dat is winst voor de democratie. Gezien de twintig jaar moratorium die de onderzoekers zich al hebben opgelegd is een kritische maar constructieve houding [ten opzichte van OGM] geboden''. In de publieke opinie spelen zulke geluiden een geringe rol. De biotech-industrie doet aan het openbare debat mee via geruststellende advertenties en lobbying achter de schermen. Per saldo is Frankrijk steeds meer tegen. De Europese Commissie heeft Parijs onlangs zelfs in gebreke gesteld wegens het niet correct toepassen van een Europese richtlijn. Die verplicht lidstaten verzoeken om OGM's binnen 90 dagen te behandelen. Tegenover de Franse maïstelers sprak de minister van Landbouw, Jean Glavany, zich deze maand overigens gematigder uit. Hij wacht op een Europees standpunt maar wil nieuwe kennis-vergaring niet tegenhouden, en door middel van etiketten zorgen dat de consument vrij is in zijn keuze. In Frankrijk is de schaal waarop OGM-gewassen worden verbouwd onder druk van het negatieve klimaat in een jaar teruggebracht van ongeveer 1500 naar 123 hectare. Commercieel staat er nog maar 80 hectare uit. Twee grote Franse veevoeder-fabrikanten hebben inmiddels met boeren afspraken gemaakt om een 'OGM-vrije' productlijn op te zetten. Die zou al snel 20 procent van de Franse sojaproductie kunnen omvatten; Frankrijk voert overigens de overgrote meerderheid in uit Noord- en Zuid-Amerika, waar OGM welig tiert. Grote supermarktketens verkopen steeds meer producten met plakkers `Sans OGM', hoewel het Franse normalisatie-instituut Afnor heeft gezegd dat er geen waterdichte OGM-test is vast te stellen. Niemand kan al zijn grondstoffen garanderen. Dus of de consument echt kan kiezen is nog maar de vraag. Franse consumenten zijn iets minder vlees gaan eten na de gekke koeien-ziekte. Zij kunnen onder meer uitwijken naar sojaburgers, die een flinke kans maken genetisch gemodificeerd te zijn. `La bouffe saine' van José Bové Hoeveel proefvelden? Frankrijk heeft 1400 hectare proefvelden met genetisch gemodificeerde gewassen (OGM) gezaaid, en is daarmee koploper in Europa. Dat zeggen Les Amis de la terre (de Franse afdeling van Friends of the Earth) en France Nature Environnement (FNE), twee actiegroepen die de regering onder druk zetten om de biotech-industrie aan banden te leggen. Klopt niets van, zegt de minister van Landbouw, Jean Glavany, die het OGM-areaal deze maand in een toespraak tot de kwekers op een getal dichter bij 120 hectare hield. Het aanzienlijke verschil is een teken van de geheimzinnigheid die rond de kwestie heerst. Het door de regering in 1998 ingestelde 'Comité de Biovigilance' heeft deze zomer een werkprogramma bekend gemaakt, maar stuit daarbij op het niet openbaar bekendzijn van de stukken land waar met OGM wordt geëxperimenteerd: ,,Het ministerie van landbouw maakt aan het grote publiek alleen globaal bekend, dat wil zeggen per regio, om hoeveel hectare het gaat.'' Christophe Terrain van de Franse maïsproducenten meent dat de angst voor OGM berust op ,,een door niets gerechtvaardigde collectieve paranoia''. Hij pleitte voor meer openheid en het bekendmaken van OGM-producten, zonder welke de lancering van 'OGM-vrije' producten een fictieve garantie zou blijven.
|
NRC Webpagina's 9 maart 2000
|
Bovenkant pagina |
|