|
Wat is genetische manipulatie?
|
Opinie: Voorzichtigheid is geboden bij biotechnologie Het zesvoudig pleidooi voor biotechnologie van de hand van de Amerikaanse ambassadeur Cynthia P. Schneider roept om zes kanttekeningen, vindt Thijs Visser, geneticus en bioethicus. 22 JANUARI 2000. 1. Selectieve kruising is nog niet hetzelfde als wat in de biotechnische laboratoria plaatsheeft. Daar wil men juist beter en sneller dan de natuur produceren. Dat heet genetische manipulatie, waarbij de mens als actor gericht het genoom verandert, tegenover de willekeur van de natuur. De natuur (noch de klassieke verdelingsmethoden) zal ooit soortgrenzen doorbreken om `met vaccins verrijkte bananen' te laten groeien. 2. Is het wel verstandig voedsel te vermengen met geneesmiddelen? Hoe gezond voedsel ook mag zijn, er pleit veel voor het oorspronkelijk onderscheid te handhaven. En of deze vermenging `dus' tot lagere kosten voor de consument leidt, staat nog maar te bezien. Monopolieposities, gecombineerd met octrooien, wijzen vaak in een andere richting. Ook de beweerde lagere milieubelasting is omstreden. 3. Over de veiligheid van het toelaten van biotechnische producten wordt gelukkig niet alleen door wetenschappers beslist. Zelfs niet in de VS, waar kennelijk de rechtbank uitsluitsel moet geven. Het `voorzorgsbeginsel' is meer dan het volledig uitsluiten van risico's. Het is een afwegingsproces van de (on)zekerheid van mogelijke voordelen tegen de (on)zekerheid van mogelijke nadelen. `Technische gelijkwaardigheid' als bepleit door mevrouw Schneider is niet het enige, en evenmin het doorslaggevende argument om genetisch gemanipuleerde producten op de markt los te laten. Heersende morele opvattingen leiden tot een `policy of prudence', waarbij men – voorlopig – afziet van de beweerde gunstige effecten totdat de risico's duidelijker en aanvaardbaar zijn. De bewijslast ligt hier bij de veroorzaker van het probleem. Had men dit beginsel bij de toelating van nucleaire energie serieus toegepast, dan was ons heel wat ellende bespaard gebleven. 4. Of de nieuwe landbouwproducten betaalbaar zullen zijn voor de hongerigen is nog maar de vraag. Dit is afhankelijk van de ontwikkelingen in de farmaco/agrobusiness. En als het over honger gaat is (Westerse) vleesconsumptie een omstreden zaak. 5. Genetische milieuvervuiling beperkt zich niet tot de compatibiliteit van soorten. Gevaarlijk kunnen genen zijn die ongemerkt en ongewild in het manipulatieproces, tijdens het transport of bij uitzetting in de natuur in onbedoelde genomen geraken en daar aan de slag gaan. 6. De overspannen verwachtingen dat de complete opheldering van de genetische code in staat zal zijn `elke belangrijke menselijke ziekte te genezen', of zelfs maar de `diagnostiek en genezing van kanker' zal bewerkstelligen, wordt zeker niet bevorderd door octrooiering van het menselijk genoom. De wetenschapper is er juist bij gebaat om in een vroegtijdig stadium wetenschappelijke gegevens uit te wisselen en te toetsen, iets wat door – tijdelijke – geheimhouding wordt belemmerd. Dr. M.B.H. Visser is geneticus en bioethicus.
|
NRC Webpagina's 9 maart 2000
|
Bovenkant pagina |
|