|
Wat is genetische manipulatie?
|
Opinie: Voorzichtigheid is geboden bij biotechnologie Het is de vraag of de eenzijdige boodschap `Biotechnologie is niet schadelijk', van Cynthia P. Schneider (NRC Handelsblad, 15 januari) bijdraagt aan een verlicht debat, vindt L.J. Brinkhorst. 22 JANUARI 2000. Wij kennen allemaal Victor Frankensteins monster. Het is een product van de techniek, een artefact, het onbedoelde resultaat van een mislukt wetenschappelijk experiment. In de hedendaagse media verbeeldt dit monster de horrorscenario's die zouden kleven aan de moderne Dossier.GM. Met dit beeld wordt zowel de auteur als de biotechnologie tekortgedaan. De auteur van het boek over Frankenstein, Mary Shelley, was een kind van de Verlichting. Ze was er niet op uit om wetenschap en technologie in diskrediet te brengen. Ze heeft willen aangeven dat een schepping van de menselijke geest kan verworden tot een monster als je haar niet goed begeleidt. Daarvan kunnen we eerst en vooral leren dat de vragen over de verhouding tussen wetenschap en technologie enerzijds en samenleving en natuur anderzijds steeds weer opnieuw gesteld moeten worden. De impact van de moderne biotechnologie op de agrofoodsector is enorm. De aard van de productie zal drastisch veranderen. De traditionele grenzen met andere productiesectoren vervagen. De landbouwwetenschappen transformeren naar life sciences en planten zullen fabrieken gaan vervangen. De internationale productieketens zullen hierdoor ingrijpend van karakter veranderen. In de eerste plaats omdat nieuwe productcategorieën ontstaan, zoals nutriceuticals en functional foods. In de tweede plaats omdat het probleem van de maatschappelijke aanvaardbaarheid van de biotechnologie in de agrofoodsector een groot effect heeft op de verhouding tussen de schakels in de internationale productieketens. Naast het veranderen van voedingspatronen zal de biotechnologie een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van grote maatschappelijke problemen bijvoorbeeld op het terrein van de gezondheidszorg, het milieu en het wereldvoedselvraagstuk. Daarbij zullen de grenzen van wat maatschappelijk aanvaarbaar is, scherp in de gaten gehouden moeten worden. De biotechnologie plaatst ons voor ongekende toepassingen. Zo is het mogelijk om op een gerichte manier soortgrenzen te overschrijden. Dat is een wezenlijk onderscheid met de klassieke veredelingsmethoden, waaraan in het artikel van Schneider wordt voorbijgegaan. Keuzevrijheid van de consument dient voor het bedrijfsleven het leidende principe te zijn. Want het recht om zélf te beslissen over je voedingskeuze is diep geworteld in de Europese cultuur. Dit aspect ontbreekt eveneens in het artikel van Schneider. Die noodzaak tot keuzevrijheid is bijvoorbeeld sterk onderschat bij de grootschalige introductie van genetisch gemodificeerde soja en maïs. Het bedrijfsleven zal moeten werken aan ingrijpende veranderingen om aan de keuzevrijheid tegemoet te komen: het invoeren van een eenduidig en vooral betrouwbaar labellingsysteem, het geven van garanties in de keten, het scheiden van productiestromen en een andere inrichting van de handel in commodities, waarin afscheid wordt genomen van bulk handling en men koerst op kleinere volumina voor specifieke marktsegmenten. Ook moet het bedrijfsleven open communiceren over de bijdrage van de biotechnologie aan de oplossing van maatschappelijke problemen. Tot nu toe is de industrie tekortgeschoten in het geven van feitelijke en volledige informatie over de voordelen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan milieu-effecten van de teelt van transgene soja. Mede door die gebrekkige communicatie heeft de publieke opinie zich tegen deze ontwikkeling gekeerd. De consument zal een minder gebruik van bestrijdingsmiddelen bij de teelt als een voordeel zien. Maar dan moet dit wél bewezen worden. Zo is het van groot belang dat maatschappelijke organisaties kennis kunnen nemen van de inhoud van dossiers die in het kader van de vergunningverlening worden overgelegd. De industrie moet niet alleen duidelijker zijn over datgene wat we mogen hopen, zij moet ook duidelijker zijn over de risico's die aan deze vindingen kleven. Met betrekking tot de risico's moeten we erkennen dat we niet alles kunnen overzien. We moeten het hebben van prudentie, en van het voortschrijdend wetenschappelijk inzicht. Daarom is een case-by-case benadering te verkiezen boven de gangbare opvatting in de VS. Overheden hebben eveneens een belangrijke taak bij het begeleiden van deze nieuwe technologie. Nieuwe handelsbelemmeringen moeten voorkomen en bestaande regelingen moeten geharmoniseerd worden. Ook moet geïnvesteerd worden in het onderling afstemmen van risk management systemen. Het bedrijfsleven moet zijn verantwoordelijkheid nemen en de overheid dient te zorgen voor een goede begeleiding van deze nieuwe technologie. Beide vanuit respect voor de keuzevrijheid van de consument. Mr. L.J. Brinkhorst is minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.
|
NRC Webpagina's 9 maart 2000
|
Bovenkant pagina |
|