|
Wat is genetische manipulatie?
|
Opinie: Onderzoek genen verduistert blik VS op ecosysteem De Verenigde Staten hebben een kortzichtige visie op genetische manipulatie en willen deze ten onrechte zonder keuzevrijheid opdringen. Ieder land moet zelf de risico's kunnen beoordelen van gemanipuleerde gewassen, vindt Miriam A.N. van Gool. 19 JANUARI 2000. Een genetische revolutie grijpt om zich heen. De kennis die besloten ligt in complexe moleculen als het erfelijke DNA, vertegenwoordigt in dit informatietijdperk een kostbaar en uitdagend bezit. Met fascinatie en grote zorg kunnen onderzoek en ontwikkeling op dit punt worden gevolgd. Fascinatie, omdat met het groeiende begrip van erfelijke codes een van de mysteries van het leven zelf wordt ontrafeld: onze biologische software. Met grote zorg, omdat soms op onverantwoorde wijze met die kennis wordt omgesprongen, alsof het risico niet groter is dan dat van een computervirus. Zo probeerde Cynthia P. Schneider, de ambassadeur van de Verenigde Staten in Nederland, zaterdag op deze pagina de kritiek op het genetisch manipuleren van gewassen te weerleggen door vooral de zegeningen van andere takken van biotechnologie te roemen. En het congres over biotechnologie dat de Amerikaanse ambassade deze week in Den Haag houdt, kan worden gezien als afleidingsmanoeuvre om inzet van de VS op de komende conferentie van Montréal te verbloemen. In Montréal wordt volgende week onderhandeld over het Protocol van de Verenigde Naties voor `bioveiligheid' (UN Biosafety Protocol), het eerste internationale milieuverdrag over genetisch gemanipuleerde organismen. De VS dreigen roet in het eten te gooien door hun kortzichtige visie op genetische manipulatie zonder keuzevrijheid te willen opdringen aan de rest van de wereld. Een primair punt van zorg is het gebrek aan kennis van DNA en de bluf over de precisie van genetische manipulatie. Het is van levensbelang ook de huidige grenzen aan de wetenschap te erkennen. De volgorde van de eigenschappen van het menselijk chromosoom 22 is misschien in kaart gebracht, van de complexe werking van dit chromosoom is nog weinig bekend. En genetische manipulatie is fundamenteel anders dan klassieke veredeling: probeer een vuurvlieg maar eens met een maïskolf te kruisen. In het lab kunnen de genen wel worden vermengd. Men heeft alleen geen idee waar de nieuwe genen in het oorspronkelijke DNA inbreken en of ze daar tot verstoring leiden. Dat blijkt pas op het veld of op ons bord. Zo bleek bij Bt-katoenplanten pas op de akkers dat de katoenbolletjes soms voortijdig van de planten vallen. En onlangs publiceerde het blad New Scientist over een bijwerking van de zogeheten Roundup Ready soja. Deze variant blijkt overgevoelig voor hete bodems. De stammetjes splijten dan, vermoedelijk door het hogere percentage houtstof wat de plant brosser maakt. Zo'n bijwerking is strijdig met de door Schneider geroemde precisie van de techniek en het door Amerikaanse advocaten bedachte concept van `wezenlijke gelijkwaardigheid'. Genetische manipulatie verandert meer dan het inbrengen van de bedoelde eigenschappen. De ontkenning van deze risico's door de VS staat in schril contrast met hun weigering om een fatsoenlijke clausule over aansprakelijkheid in het Biosafety Protocol op te nemen. Ook op ecologisch niveau bestaat een fundamentele zorg. Er is geen principieel bezwaar tegen genetische manipulatie als techniek, maar wel tegen het in het milieu brengen van genetisch gemanipuleerde organismen. Daar immers worden de experimenteel veranderde erfelijke codes doorgegeven. Het is alsof je een minuscuul tijdbommetje zichzelf laat vermenigvuldigen. Schneider ontkent niet de mogelijkheid van genetische vervuiling van wilde verwanten, maar ze gaat voorbij aan de bedreiging van de agrobiodiversiteit, de variëteit aan landbouwgewassen. Daarnaast vormen de huidige gentech-gewassen een direct ecologisch probleem wegens de niet duurzame eigenschappen. In Roundup Ready soja is afhankelijkheid van landbouwgif ingebouwd. Bt-maïs bevat naast een antibioticaresistentiegen een insectengif in elke cel. Dit heeft negatieve effecten op de bodem en op nuttige insecten als vlinders en gaasvliegen. Landbouwtechnisch zijn er ook nadelen. Resistentie van plaaginsecten ontwikkelt zich snel. Novartis heeft nu een gifcocktail voor de Bt-maïs om nog meer insecten te kunnen doden. Katalysator van de huidige problemen rondom agrobiotechnologie is de macro-economische situatie. Want waarom zijn gentech-soja en gentech-maïs op de markt? Niet om de consument een plezier te doen of om de producten gezonder te maken. Ook niet om het wereldvoedselprobleem op te lossen. De mogelijkheid van patent op leven vormt de economische motor die de meest risicovolle tak van biotechnologie op hol doet slaan. De sluipwesp Trichogramma is een met succes toegepast biologisch bestrijdingsmiddel van de maïsboorder, maar het beestje is niet te patenteren. Genetisch gemanipuleerde maïs is dat wel. De macht van bedrijven als Monsanto en Du Pont is mede dankzij het octrooirecht enorm en dat maakt de Food and Drug Administration (FDA) tot hun lobby-vrienden. De FDA functioneert niet zo onafhankelijk als wordt gesuggereerd. Hopelijk staan de VS in Montréal open voor de belangrijkste eis van bijna alle andere landen: het recht om zelf te beslissen wat zij veilig genoeg vinden. Elk land moet het recht hebben vooraf te horen welke genetisch gemanipuleerde gewassen het land binnenkomen, zodat ze zelf de risico's kunnen beoordelen en zelf kunnen kiezen. Daarbij moet het voorzorgprincipe leidend zijn. Want waar het gaat om ingrijpen in de nog talloze mysteries herbergende biologische software, is voorkomen beter dan genezen. Drs. Miriam A.N. van Gool is bioloog en leidt bij Greenpeace de campagne rondom genetische manipulatie.
|
NRC Webpagina's 9 maart 2000
|
Bovenkant pagina |
|