U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Genetische manipulatie

Nieuws

Wat is genetische manipulatie?

GM-voedsel

Gentherapie

Biotech-industrie

Meningen

Links

Laat consument zijn eigen voedsel kiezen

Het debat over biotechnologie wordt te veel beheerst door paternalisme en Westers imperialisme, vindt Michiel Korthals. Het onlangs gesloten Biosafety Protocol is genuanceerd en daarom volgens hem constructief.

8 FEBRUARI 2000. Het verdrag voor biologische veiligheid (Biosafety Protocol) dat meer dan 130 staten onlangs in Montréal hebben gesloten, is winst voor de consument. Deze krijgt de mogelijkheid een keuze te maken tussen voedsel dat genetisch gemodificeerd is en voedsel dat deze bewerking niet heeft ondergaan.

Opmerkelijk is dat voor- en tegenstanders van biotechnologie zich voorafgaande aan de conferentie in Montréal tegen die keuzevrijheid hebben opgesteld. Zowel de Amerikaanse ambassadeur in Den Haag, mevrouw Cynthia Schneider (opinie, 15 januari), als Greenpeace, bij monde van Miriam van Gool (opinie, 19 januari), gunt de consumenten niet het recht zelf te kiezen voor of tegen genetisch gemodificeerd voedsel. Ze maken zich bovendien geen zorgen over specifieke toepassingen die genetische modificatie van gewassen voor met name ontwikkelingslanden en landen met bevolkingexplosies kan hebben.

Schneider en Van Gool, als ook de ethicus Visser (opinie, 22 januari), redeneren zeer paternalistisch. Schneider meent dat genetische modificatie (GM) zonder meer door de strot van de consument geduwd dient te worden. De tegenstanders menen omgekeerd dat de consument juist hiertegen beschermd moet worden. Van Gool stelt dat er geen onderscheid mogelijk is tussen genetische gemodificeerde gewassen en niet-genetisch gemodificeerde gewassen; ze meent dat genetische vervuiling door genetisch gemodificeerde gewassen de biodiversiteit bedreigt en dat genetische gemodificeerde gewassen verboden moeten worden. De consequentie van dit standpunt is dat de consument niet mag kiezen.

Het kwalijke van deze stellingname is dat ze geen respect toont voor de standpunten van consumenten. Consumenten dienen als volwassen personen behandeld te worden. Gegeven het feit dat velen bezwaren hebben tegen GM-voedsel, is het vanzelfsprekend dat hieraan tegemoet gekomen wordt, zonder dat deze consumenten als dom of irrationeel worden afgeschilderd.

Verder is genetische vervuiling wel degelijk iets waartegen maatregelen genomen kunnen worden, zo goed als dat kan tegen de bedreiging van biodiversiteit. Er is dus geen reden daarom GM-gewassen te verbieden, zoals Van Gool stelt. Gewassen kunnen ruimtelijk van elkaar geïsoleerd worden; er zijn bepaalde GM-technieken die niet via zaad lopen of die het mogelijk maken het specifieke gen alleen onder heel bepaalde omstandigheden tot expressie te brengen.

Daarnaast hebben de andere toepassingen van genetische modificatie, met name die in verband met micro-organismen, zoals enzymen, in nog veel sterkere mate het riscio dat ze doordringen in het natuurlijke milieu. Greenpeace rept hier niet van omdat het hierbij gaat om toepassingen die niemand betwijfelt, namelijk de medische. Aan al het menselijk technologisch handelen kleven risico's, en wat ons te doen staat is een afweging en goede maatschappelijke afhandeling van deze risico's.

Aan de andere kant zien veel consumenten de positieve kanten van genetisch gemodificeerd voedsel, en menen ze er ook baat bij te hebben. Deze groepering moet net zo goed gerespecteerd worden. Zo wordt een aantal functionele voedingsmiddelen ontwikkeld met behulp van biotechnologie die tegemoet komen aan de extra behoeften van ouderen aan bepaalde vitaminen en aan kalk, zodat bijvoorbeeld botontkalking wordt tegengegaan. Ook zullen binnenkort allerlei kankerpreventieve voedingsmiddelen op de markt komen. Verder voorziet melk dat met een menselijk gen is verrijkt in een behoefte. Veel mensen kunnen niet tegen normale koeienmelk. De voorstanders van GM-voedsel dienen derhalve net zo goed gerespecteerd te worden.

De bio-ethicus Visser wenst de voorkeuren van de voorstanders niet te respecteren. Hij stelt (opinie, 22 januari) dat het niet wenselijk is voedsel te vermengen met geneesmiddelen (waaruit `neutraceuticals' ontstaan) en dat de vraag naar functionele voeding onzin is. Daarmee negeert hij het feit dat de maatschappelijk-culturele ontwikkelingen, zoals vergrijzing, het traditionele dieet inadequaat maken; het zal derhalve grondig veranderd dienen te worden. Ouderen hebben grote behoefte aan neutraceuticals, zoals met kalk en vitaminen verrijkt voedsel. Laat consumenten toch zelf kiezen.

Het offensief dat Greenpeace voert tegen al het GM-voedsel betekent dat de consument niet zelf kan kiezen in de supermarkt. Anderzijds veronachtzaamt de opvatting van Schneider dat consumenten goede redenen kunnen hebben tegen GM-voedsel te zijn. Misschien zijn dat geen wetenschappelijke redenen, maar de zaken liggen hier niet zodanig dat alleen wetenschappelijke argumenten de doorslag kunnen geven. Immers, de wetenschappen geven over de vele controverse en risico's rond genetische modificatie geen eenduidig antwoord. Daarom is het onredelijk te verwachten dat de consumenten zich neerleggen bij deze onduidelijkheid.

Een tweede type argument dat op dezelfde manier door voor- en tegenstanders wordt gehanteerd, betreft de voor- respectievelijk nadelen van genetisch gemodificeerde gewassen voor de ontwikkelingslanden en landen met bevolkingsexplosies. Schneider gaat er zonder meer vanuit dat als Monsanto of andere Amerikaanse bedrijven hun genetisch gemodificeerde gewassen in deze gebieden dumpen, grote wederzijdse voordelen ontstaan. Dat is Westers imperialisme, want het houdt geen rekening met de eigen wensen van deze landen. En Greenpeace veronachtzaamt dat genetische gemodificeerde gewassen die op de specifieke wensen van ontwikkelingslanden zijn toegespitst, wel degelijk grote voordelen hebben en door deze landen worden begroet.

Resistentie tegen droogte, tegen ziekte en virussen en verhoging van de opbrengst zijn kwesties waarvoor ontwikkelingslanden steeds weer aandacht vragen. De bevolkingsexplosie die zich voltrekt, vraagt hoe dan ook om zowel sociale als technische (agronomische) maatregelen. Alleen sociale maatregelen, in de zin van verbetering van distributiesystemen en verbreding van de toegang tot voedselsystemen, zijn onvoldoende. De opbrengsten moeten net zo goed omhoog.

Van belang hierbij is ook dat telkens opnieuw bacteriën en virussen resistent worden. Er is op moleculair niveau een welhaast onvermijdelijke strijd aan de gang tussen bacteriën en mensen.

Om alleen de opbrengsten op het zelfde niveau te houden zijn derhalve voortdurend technische verbeteringen nodig. Sinds mensen 10.000 jaar geleden begonnen met landbouw en domesticatie, is die strijd aan de gang. De flauwe verhalen die Greenpeace en Visser opdissen dat mensen in vrede met de natuur moeten leven, snijden geen hout. Voeding voor vijf tot binnenkort tien miljard mensen vereist nu eenmaal ingrijpen in de natuur en een voortdurende zorg voor gewassen die worden aangetast.

Met het Biosafety Protocol is een genuanceerde en sociaal verantwoorde positie gekozen in dit biotechnologische debat. Het is dezelfde constructieve opstelling die minister Brinkhorst op 22 januari op deze pagina innam. Ze opent de deur voor verdere sociale regulering en maatschappelijke inbedding van biotechnologie en genetische modificatie.

De volgende stap voor het beleid is de oprichting van een objectief en onpartijdig Europees instituut voor de beoordeling van veiligheid en gezondheid van voedsel, zodat de consumenten op basis van goede informatie zelf kunnen kiezen.

Dr. M.J.J.A.A. Korthals is hoogleraar toegepaste filosofie aan Wageningen Universiteit.

NRC Webpagina's
9 maart 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad