|
Wat is genetische manipulatie?
|
Kapitaal voor de octrooistamboom
LEIDEN, 1 JULI. Vijf jaar geleden ontdekte Mathieu Noteborn het tumorcel-dodende eiwit 'Apoptin' in de bloedcellen van kippen. Een jaar na die vondst richtte hij het Leidse biotech-bedrijf Leadd op, samen met Dirkjan Masman. Noteborn is wetenschappelijk directeur, Masman doet de financiën. In die scheiding kan Noteborn zich goed vinden. "Ik heb geen ondernemersbloed. Dirkjan wel. Ik zie ze wel eens, wetenschappers die ook ondernemer proberen te zijn. Volgens mij zijn er weinig mensen die op beide fronten uitblinken." Sinds de oprichting van Leadd zoekt het bedrijf naar commerciële toepassingen voor Apoptin. "We hebben het eiwit weliswaar ontdekt in kippencellen, maar het werkt ook in menselijke cellen", zegt Noteborn. De interessantste toepassing noemt hij de bestrijding van kanker via gentherapie. "We plaatsen het gen voor Apoptin in een virus. We proberen een virus te kiezen dat in de patiënt automatisch de tumorcellen opzoekt en infecteert. Apoptin komt zo in de tumorcellen terecht en kan de cellen aanzetten tot zelfmoord." In de reageerbuis blijkt de aanpak succesvol. Tumorcellen sterven, gezonde cellen blijven buiten schot. Ook in muizen werkt het, maar of het in patiënten lukt is nog niet duidelijk. Leadd trok aandacht met zijn onderzoek. Twee jaar geleden nam het Duitse farmaceutische bedrijf Schering AG een licentie op alle toepassingen van Apoptin. Het bedrijf betaalt de komende jaren al het onderzoek, waarvan de kosten kunnen oplopen tot 12 miljoen Duitse mark. Een aantal maanden geleden ontving Leadd, samen met de Universiteit Leiden en Franse en Portugese groepen, nog een Europese subsidie van bijna 3 miljoen gulden. "Over geld hoeven we ons voorlopig niet druk te maken", zegt Noteborn. Inmiddels heeft het bedrijf vijftien mensen in dienst. Zoals Leadd zijn er de laatste jaren meer biotech-bedrijven in Nederland opgericht. Octoplus (Leiden, 1998) ontwikkelt speciale toedieningsvormen voor nieuwe generaties medicijnen, Ingeny (Goes, 1997) maakt diagnostische tests en U-bisys (Utrecht, 1996) maakt antilichamen. "Biotechnologie zal, denk ik, de meeste toepassing vinden in de farmaceutische industrie", zegt Noteborn. Dat verwacht ook het ministerie van Economische Zaken, zo blijkt uit een rapport uit 1996. In 1995 bedroeg de farmacie-markt in Nederland 5 miljard gulden. Voor 2010 wordt dat bedrag, met name door toedoen van de biotechnologie, geschat op 35 miljard gulden, meer dan de complete agrarische sector, de chemie of de voedingssector. Misschien zijn die bedragen wishful thinking. Niettemin slaagde een bedrijf als U-bisys er twee jaar geleden in 10 miljoen gulden aan risicokapitaal binnen te halen. Isotis uit Bilthoven, opgericht in 1996, sleepte de afgelopen twee jaar maar liefst 54 miljoen in de wacht. Het concern kweekt huid en bot en combineert daarvoor kennis uit de biotechnologie en de materiaalkunde. Daarnaast legt het bedrijf zich toe op het bekleden van protheses (heup, schouder) met een speciale coating waardoor de prothese minder snel wordt afgestoten. Ook voor grotere bedrijven zoals Organon is biotechnologie onmisbaar. "We leggen ons al sinds 1980 toe op biotechnologie", zegt dr. Wiebe Olijve van Organon, dochter van Akzo Nobel in Oss. "Chemie is nog steeds belangrijk bij het ontwerpen van medicijnen, maar de sturende rol die de chemie had is overgenomen door de biologie. Daar zijn nu de doorbraken en innovaties te verwachten." Organon besteedt jaarlijks ruim 1 miljard gulden aan onderzoek en ontwikkeling van medicijnen. Essentieel voor met name startende bedrijven is de bescherming van hun moeizaam opgebouwde kennis. "Een sterke octrooipositie is van levensbelang", aldus Olijve. Noteborn erkent dat. In 1996 toog hij naar het Amerikaanse octrooibureau om het eerste door Leadd aangevraagde octrooi op Apoptin toe te lichten. "Je krijgt 45 minuten om duidelijk te maken dat je innovatief bent. Dat is me blijkbaar gelukt, want een paar maanden later werd het octrooi toegekend", aldus Noteborn. "Vandaaruit bouw je je positie uit. Er ontstaat een octrooistamboom." Met zo'n stamboom krijg je aandacht, en hopelijk geld, van grote farma- bedrijven. Een goed voorbeeld daarvan is het Leidse bedrijf Pharming, dat menselijke eiwitten in koeiemelk produceert. Het bedrijf bezit inmiddels 26 octrooien en heeft de laatste jaren op grond van zijn strategische positie contracten weten af te sluiten met onder andere Genzyme en het Amerikaanse Rode Kruis. De waarde van die contracten bedraagt tientallen miljoenen guldens. Noteborn schat dat de investering in een patent ongeveer een half miljoen gulden bedraagt over een periode van tien jaar. "We hebben het laatste half jaar bijna elke maand een nieuw patent aangevraagd. Als die over twee, drie jaar worden beoordeeld, zullen we veel geld nodig hebben." Over het plan van minister Jorritsma (Economische Zaken) om binnen vijf jaar 75 nieuwe biotech-bedrijven in Nederland uit de grond te stampen, heeft hij zijn twijfels. "Het lijkt alleen om de kwantiteit te gaan", zegt Noteborn. "Ik zou meer investeren in de bescherming van kennis. Daar draait het uiteindelijk toch om." Ook Olijve van Organon heeft zijn bedenkingen bij het plan van Jorritsma. "Het ontbreekt ons niet aan ondernemersgeest, en ook de wetenschappelijke creativiteit is aanwezig. Maar het draait hier om de combinatie van die twee. Op de een of andere manier zijn we in Nederland niet alert genoeg om ideeën en vindingen te vertalen in commerciële activiteiten."
Dit is deel vier van een serie over de biotech-industrie in Nederland. Eerdere delen verschenen op 22 maart, 15 april en 13 mei.
|
NRC Webpagina's 1 juli 2000
|
Bovenkant pagina |
|