|
Cahier Veiling mobiele-telefoniefrequenties
Frequentieveiling in Frequentieveilingen in het buitenland
|
Noodrem werkt niet bij veiling
ROTTERDAM, 25 OKT. Het snelle einde van de Italiaanse UMTS-veiling laat opnieuw zien dat wie lichtzinnig met veilingen omspringt, genadeloos wordt afgestraft. Nederland ondervond dat als eerste, in juli. Voor aanvang van de Nederlandse UMTS-veiling haakten steeds meer belangrijke en financieel sterke bieders af, waardoor uiteindelijk zes gegadigden overbleven voor vijf vergunningen. Na ongeveer een week haakte nummer drie af en eindigde de veiling met een opbrengst van 6 miljard gulden. Achteraf zeiden premier Kok en minister Zalm (Financiën) dat het veilingontwerp geen ruimte bood om te reageren op onvoorziene omstandigheden. Toekomstige veilingen, zoals die van radiofrequenties volgend jaar, zullen daarom worden uitgerust met een 'noodremprocedure'. Zo'n noodrem klinkt geruststellend, maar werkt niet goed, zo blijkt uit de Italiaanse veiling. De Italianen wilden lering trekken uit het Nederlandse UMTS-debacle en beschikten daarom wel over een noodrem. Zo behield de Italiaanse regering zich het recht voor om in te grijpen als het aantal bieders vóór aanvang van de veiling plotseling zou teruglopen. In dat geval zou de regering het aantal vergunningen van vijf naar vier terugbrengen. Op die manier zou de strijd in de veiling weer worden aangewakkerd en zou de opbrengst alsnog hoger uitkomen. De ontwerpers van het Italiaanse veilingmodel zagen hierbij een belangrijk scenario over het hoofd: de mogelijkheid dat bieders niet kort vóór de veiling afhaken, maar kort ná aanvang ervan. Dat rampscenario werd bewaarheid. Opbrengst: 30 miljard gulden, nog niet de helft van wat was voorspeld. "Je ziet dat zo'n noodremprocedure lastig is te implementeren", zegt Eric van Damme, econoom en veilingdeskundige aan de Katholieke Universiteit Brabant. "Het is maar de vraag of het juridisch gezien mogelijk is het aantal vergunningen direct na aanvang van de veiling nog te wijzigen." Dat het aantal bieders tegenviel, had Italië aan zichzelf te danken. "In het begin waren er acht spelers. Een van hen viel af, omdat ze het technisch niet voor elkaar kregen. Een tweede speler werd door de regering afgewezen omdat er niet op tijd een bankgarantie was. Misschien was een iets soepeler beleid achteraf beter geweest om deze spelers wat tijd te gunnen." Dat het bedrag toch nog zo hoog is uitgevallen, is volgens Van Damme te danken aan een andere les die de Italianen van Nederland hebben geleerd en die wel goed heeft uitgepakt: er werd een hoge minimumprijs gevraagd aan de bieders. Bovendien was - les twee - de veiling aantrekkelijk gemaakt voor nieuwkomers op de markt. Nieuwkomers die erin slagen een licentie te bemachtigen, mogen voor een vast bedrag extra frequentieruimte kopen. Alleen de Britten en de Duitsers waren tot nu toe succesvol met hun veilingen. De Britse veiling was zeer grondig voorbereid, het Duitse veilingontwerp was vooral ingenieus (er waren volop mogelijkheden om andere bieders uit de veiling te drukken). Het Verenigd Koninkrijk had bovendien het voordeel dat het als eerste in Europa ging veilen: het was voor bedrijven de eerste mogelijkheid om toegang te krijgen tot de Europese markt. Inmiddels, ruim een half jaar later, hebben de belangrijkste bedrijven voet aan Europese grond gekregen. De UMTS-taart is min of meer op. In Frankrijk worden de licenties weliswaar pas volgend jaar verdeeld, maar dat zal via een schoonheidswedstrijd (vergelijkende toets van bieders) gebeuren. De prijzen in Frankrijk staan vast (22 miljard gulden per vergunning). Verrassingen worden hier niet verwacht. Overheden hebben een belangrijk nadeel ten opzichte van de bieders, zegt Van Damme. "Ze moeten zich tevoren vastleggen op de regels." Bieders krijgen daardoor altijd de kans om in te spelen op het veilingontwerp. Ze kunnen hun strategie aanpassen of consortia vormen. De enige remedie hiertegen is een gedegen voorbereiding met simulaties van álle denkbare scenario's. Een noodrem alleen is onvoldoende. 'Hopen dat het goed gaat', zoals in Nederland en Italië is gedaan, is helemaal geen betrouwbaar uitgangspunt.
|
NRC Webpagina's 25 oktober 2000
|
Bovenkant pagina |
|