U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Telecom

Cahier Veiling mobiele-telefoniefrequenties

Frequentieveiling in
Nederland

Nieuws

Achtergrond

Frequentieveilingen in het buitenland

Europa

Verenigd Koninkrijk

Duitsland

Links






Reacties

Wat is UMTS


UMTS is - net als GSM - in feite niets meer dan een reeks internationale afspraken over het gebruik van elektromagnetische golven. Deze afspraken worden opgeschreven in dikke standaardisatie-documenten. Apparaten die volgens dezelfde standaard werken, kunnen met elkaar samenwerken.

Over de standaarden voor mobiele telefonie en de hierbij toegepaste technieken worden hele stammenoorlogen gevoerd. Elke radiotechniek heeft zo zijn adepten en tegenstanders, of kent weer een Amerikaanse, Aziatische dan wel Europese variant. In Europa en delen van Azië (maar weer niet Japan) is gepoogd samenhang te creëren door invoering van één standaard: GSM (Global System for Mobile telecommunication). In de Verenigde Staten mogen telecombedrijven zelf weten welke techniek ze gebruiken, met een lapjesdeken aan mobiele telefonie-systemen tot gevolg.

Het is nog maar de vraag of UMTS (Universal Mobile Telecommunications System) een einde gaat maken aan het terminologisch en technologisch oerwoud dat in de loop der jaren is ontstaan. In Europa, Azië en Japan wordt UMTS de standaard, maar de Verenigde Staten blijven een zorgenkindje. Dat komt doordat de frequenties die, zoals internationaal afgesproken, zullen worden gebruikt voor UMTS in de VS vaak al bezet zijn voor andere toepassingen. Voor telecombedrijven daar blijft het dus een kwestie van schipperen.

Voor UMTS zijn nieuwe antennes nodig. In Nederland komen er zo'n 15.000 antennes bij. De UMTS-antennes zijn met elkaar verbonden via een vast netwerk, het bestaande zenuwstelsel van telefooncentrales en vaste koper- en glasvezelnetwerken waarop ook de GSM-antennes zijn aangesloten.

Een elektromagnetische golf kan worden gemanipuleerd wat betreft de hoogte ervan (amplitude) of de snelheid waarmee zij trilt (frequentie). Door de golf te manipuleren kunnen spraak, data of videobeelden gecodeerd worden verstuurd. Aan de ontvangende zijde wordt de manipulatie terugvertaald tot de originele boodschap. Het verschil tussen GSM en UMTS zit 'm in de wijze waarop de golven, de frequenties, in stukjes worden 'opgedeeld'.

Voor de GSM-standaard wordt gebruik gemaakt van de TDMA-techniek (Time Division Multiple Acces). Bij TDMA maken maximaal acht bellers tegelijkertijd gebruik van eenzelfde frequentie-kanaal. Dit kanaal heeft een vaste breedte van 200 kilohertz. De bandbreedte waarvoor operators een vergunning hebben, is opgedeeld in zulke kanalen.

Elke beller op het kanaal krijgt een eigen tijd-slot, een steeds terugkerend plekje in de tijd, toegewezen. De bellers praten als het ware om en om, maar dat is door de snelheid waarmee dit gebeurt voor de ontvanger niet merkbaar. De TDMA-techniek is in zekere zin 'inefficiënt': ook als je niets zegt, staat er toch een kanaal voor jou alleen open. Daarom is de GPRS-techniek (General Packet Radio Service) in het leven geroepen. GPRS is een 'veredeling' van de TDMA- techniek. Bij GPRS worden alleen tijd-sloten toegewezen als er ook daadwerkelijk iets verzonden wordt. Deze techniek levert grotere snelheden op.

Voor de UMTS-standaard wordt de W-CDMA-techniek gebruikt (Wideband Code Division Multiple Acces). Hierbij kan in principe een oneindig aantal bellers actief zijn. De beschikbare bandbreedte wordt niet opgedeeld in 'strakke' kanalen, maar wordt bij deze techniek benaderd als één blok met daarin variabele kanalen. De breedte van een kanaal dat iemand krijgt toegewezen is afhankelijk van de hoeveelheid data of videobeelden die wordt verstuurd. Wie zwijgt, houdt geen ruimte bezet binnen het frequentieblok.

Iedere beller krijgt een unieke code, een 'taal', toegewezen die aan de ontvangende zijde wordt 'herkend'. Het aantal gebruikers kan eindeloos worden gestapeld door steeds een nieuwe 'taal' toe te wijzen aan een nieuwe gebruiker. Als het gebruik intensiveert, neemt de achtergrondruis toe, maar het duurt heel lang voor je daar last van hebt. Op dit principe bestaat weer een variant: TD-CDMA (Time Division Code Division Multiple Acces), een kruising van TDMA en CDMA. Operators richten zich hoofdzakelijk op W-CDMA, omdat deze techniek het verst is ontwikkeld en geschikt is om grotere gebieden te bedekken. TD-CDMA is voornamelijk geschikt voor kortere afstanden.

Voor de GSM-standaard werd aanvankelijk afgesproken dat op het héle radio-spectrum, (vanaf 9 kiloHertz tot ongeveer 400 GigaHertz) het gebied rond de 900 Megahertz-frequentie mag worden gebruikt voor mobiele telefonie. Dat gebied is in totaal ongeveer 50 MHz breed (119 kanalen 2 keer 200 kHz = 47,6 MHz). Later kwam daar een nieuw gebied bij dat rond de 1800 MHz-frequentie ligt (360 kanalen 2 keer 200 kHz = 144 MHz). Deze frequenties werden begin 1998 door de overheid geveild.

Bij UMTS is een bandbreedte van in totaal 145 MHz geveild in de buurt van de 2 Gigahertz-frequentie (2000 MHz). Daarvan mag op 120 MHz de W-CDMA-techniek worden toegepast, 25 MHz is gereserveerd voor de TD- CDMA-techniek. Daarnaast is er nog een stuk van 10 MHz gereser veerd voor TD-CDMA dat niet is geveild. Deze frequentieband is bedoeld voor algemeen gebruik. Iedereen mag, zonder licentie, van deze frequenties gebruik maken.

NRC Webpagina's
15 september 2000

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad