|
Cahier Veiling mobiele-telefoniefrequenties
Frequentieveiling in Frequentieveilingen in het buitenland
|
'Ben drukt opbrengst veiling'
DEN HAAG, 30 JUNI. Paul Klemperer, professor aan de Universiteit van Oxford, is van mening dat de Nederlandse veiling van UMTS-frequenties (voor de derde generatie mobiele telefonie) niet tot dezelfde torenhoge bedragen zal leiden als in Groot-Brittannië. Dat een van de bieders in Nederland, Ben, zich sinds enkele dagen gesteund ziet door Deutsche Telekom - waarmee het een innige samenwerking is aangegaan - heeft de kans op een efficiënte veiling verder verkleind, zegt de Britse speltheoreticus tijdens een telefonisch onderhoud. Klemperer kan het weten. Hij is geestesvader van de Britse veiling. Hij kreeg twee opdrachten mee van de Britse overheid: ontwerp een eerlijke en transparante veiling, maar ontwerp de veiling dusdanig dat wij de best mogelijke prijs krijgen voor onze frequenties. Zo geschiedde. De Britse veiling duurde zes weken en leverde de Britse overheid ruim 80 miljard gulden op. Een veiling kan om drie redenen slecht zijn ontworpen, meent Klemperer. De veiling kan zo zijn opgezet dat bieders gaan samenspannen en de prijzen laag houden. Of kan ertoe leiden dat bedrijven roofbouw op zichzelf plegen. De hoogste bieder komt er na afloop achter dat er teveel is betaald. Tot slot kan een veiling dusdanig zijn opgezet dat 'nieuwkomers' van buitenaf worden afgeschrikt om er aan deel te nemen. De Britse markt kent vier nationale aanbieders van mobiele telefonie: Vodafone, Orange, British Telecommunications en One2One. Volgens de gangbare veilingtheorie zijn 'thuisspelers' er op gebrand om 'thuisspeler' te blijven. Ze zullen agressief blijven bieden. Om te voorkomen dat de vier thuisspelers in Groot-Brittannië de koek onderling gingen verdelen, riep Klemperer een vijfde vergunning in het leven om nieuwkomers aan te trekken. Klemperers veiling bleek goed ontworpen. Samenspannen ging moeilijk omdat er in totaal 13 biedende partijen waren die boden op vijf UMTS- vergunningen. Bovendien was een van die vergunningen gereserveerd voor een nieuwkomer. Voor partijen van buitenaf was het daardoor tot in een vergevorderd stadium aantrekkelijk om te blijven bieden. Want de kans op succes was altijd aanwezig. Sommigen vinden overigens dat de bieders in Groot-Brittannië wel degelijk roofbouw op zichzelf hebben gepleegd. Maar daarover kan pas iets met zekerheid worden gezegd als een van de bieders bankroet gaat als gevolg van de UMTS-veiling. Tijdens de Nederlandse veiling liggen vijf vergunningen in de etalage, terwijl er ook vijf bestaande aanbieders van mobiele telefonie zijn: KPN, Libertel, Dutchtone, Telfort en Ben. Deze situatie kan nieuwkomers afschrikken en het heeft er volgens Klemperer alle schijn van dat dit effect al is opgetreden. Verkeer en Waterstaat rekende een maand terug op ongeveer twaalf deelnemers aan de veiling, maar, zo werd gisteren bekend, dat zijn er nu nog maar acht, inclusief de 'thuisspelers'. Dat betekent dat er maar drie nieuwkomers zijn, tegenover negen nieuwkomers in de Britse situatie. "Op zich zegt het aantal deelnemers niet zoveel", zegt Eric van Damme, speltheoreticus en hoogleraar economie aan de Universiteit van Tilburg. Wel belangrijk is of the nieuwkomers sterk genoeg zijn. "Dat ziet er wel naar uit", zegt Van Damme, die tevens in dienst is bij een van de Nederlandse bieders. Onder de nieuwkomers zitten Hutchison - het conglomeraat uit Hong Kong - en Nogenta, onderdeel van telecombedrijf NTL dat ook in Groot-Brittannië deelnam aan de veiling en daar pas in een laat stadium opgaf. Tot gisteren gaf Klemperer het Nederlandse ontwerp enige kans van slagen. Dit had te maken met de positie van Ben, de kleinste en financieel meest zwakke aanbieder van mobiele telefonie in Nederland. Bens zwakke positie zou gunstig zijn geweest voor nieuwkomers die het bedrijf met een hoger bod uit de UMTS-markt hadden kunnen houden. De vijfde vergunning in Nederland kon zo dezelfde rol gaan spelen als die in Groot-Brittannië. De veiling zou efficiënter zijn geweest. Nu Ben in zee is gegaan met Deutsche Telekom ontstaat een hele andere situatie, zegt Klemperer. De Duitsers kunnen er een hele smak geld tegen aan gooien. Dat zal nieuwkomers afschrikken. De Nederlandse veiling lijkt daardoor een kort leven en een lage opbrengst beschoren. Het wordt zeker niet de 20 miljard gulden die vaak wordt genoemd en waar in politiek Den Haag op gehoopt wordt, verwachten zowel Klemperer als Van Damme. Telecombedrijf Versatel - een van de nieuwkomers in de Nederlandse veiling - heeft bij de Europese Commissie geklaagd over het Nederlandse veilingontwerp. De veiling is voor Versatel "een gesloten winkel", zegt Mark van der Heijden, jurist van het telecombedrijf. "We kunnen alleen die markt binnenkomen door een andere partij van z'n stoel te trappen", zegt Van der Heijden. "Dat gaat heel veel extra geld kosten." Klemperer vraagt zich af of het niet beter was geweest om een zesde vergunning in het leven te roepen - als garantie voor nieuwkomers. Maar volgens Van Damme was dat niet mogelijk. Er is in Nederland te weinig frequentie-ruim te voor handen voor een zesde vergunning. "Het probleem is dat we nu eenmaal vijf nationale spelers hebben."
|
NRC Webpagina's 30 juni 2000
|
Bovenkant pagina |
|