|
Cahier Veiling mobiele-telefoniefrequenties
Frequentieveiling in Frequentieveilingen in het buitenland
|
Stop GSM-voordeel in Generatiefonds
Aardgas en de veiling van GSM-frequenties hebben dit gemeen: beiden brengen een heleboel geld op waarvoor niemand heeft hoeven te werken. Dat geld vloeit naar de overheid, en de vraag is: hoe gaat die het spenderen. Er zijn drie mogelijkheden: uitgeven aan een aantal openstaande goede doelen, zoals zorg en onderwijs, uitgeven aan aflossing van de staatsschuld, en uitgeven aan alle twee. Dat zijn achtereenvolgens de prioriteiten van de samenstellers van Paars: de PvdA, de VVD en D66. Het spenderen van de opbrengst van de GSM-frequenties - naar schatting ongeveer 20 miljard gulden - aan allerlei goedbedoelde rijksuitgavenposten komt in de buurt van het verjubelen van de aardgasopbrengsten in de jaren zeventig aan allerlei leuke dingen voor de mensen van toen. Dat leidde in die periode tot de Hollandse ziekte: in plaats van tot welvaart zorgde deze keuze voor allerlei onbedoelde effecten: stagnatie van de economie, hoge werkloosheid, WAO-explosie, hoge inflatie, enorme overheidstekorten en een enorme Staatsschuld. We hebben er sinds het eerste kabinet-Lubbers over gedaan om ons daarvan te herstellen. De laatste twee kabinetten-Kok hebben dat no-nonsensebeleid voortgezet en pas onder het huidige kabinet-Kok is Nederland echt de vruchten van dat beleid gaan plukken. We hebben er met andere woorden 15 jaar op moeten wachten. Daar kunnen we iets van leren. Het is heel makkelijk en het voelt heel lekker om inkomsten waarvoor niemand heeft hoeven te werken te verjubelen. Maar, de onbedoelde gevolgen ervan doen de bedoelde effecten teniet en het kost jaren om daar weer boven op te komen. Die onbedoelde negatieve gevolgen zouden nu alleen nog maar ernstiger zijn want we zitten op de top van de conjunctuur. De economie draait op maximumsnelheid, de arbeidsmarkt is volbezet, en extra bestedingen over de komende paar jaar ter grootte van de opbrengsten van de te veilen GSM-frequenties zouden de economie volledig de lucht in blazen. Er is een vierde weg, een weg die we ook al hadden moeten volgen toen we indertijd de aardgasbel tot onze beschikking kregen. We vormen van de opbrengst van de GSM-frequenties een Generatiefonds. Dat fonds wordt belegd, deels in overheidsobligaties en deels in aandelen. Iedereen die 18 jaar wordt krijgt een aandeel van zeg 10.000 gulden in dat fonds. De beleggingsopbrengsten van het fonds worden bij het kapitaal bijgeschreven. Eenieder kan zijn aandeel gebruiken om zijn belastingschuld of hypotheek af te lossen, een opleiding te betalen, een huis of aandelen te kopen, een onderneming te starten, of om gewoon te consumeren. Er wordt een markt georganiseerd waarop de aandelen in het Generatiefonds verhandelbaar zijn. Ieder die geld wil zien kan zijn aandeel verkopen. Iemand anders moet het dan kopen, moet dus hetzelfde bedrag sparen. Dus tegenover consumptie van de één staat een besparing van de ander. Aldus blijft het kapitaal intact. Dit is de Vierde weg. Een echte Paarse weg. Het koppelt het aandeelhouderskapitalisme aan het 'stakeholders-corporatisme'. Doordat het kapitaal van het fonds niet verloren gaat en - ingeval het redelijk wordt belegd - alleen maar toeneemt, blijft het beschikbaar voor toekomstige generaties van achttienjarigen. Het doorbreekt de onrechtvaardigheid dat sommigen hun volwassen leven, in vergelijking met anderen starten met niets. Het creëert generaties van 'stakeholders' met een betere uitgangspositie om over hun eigen lot te beschikken. Het aandeel dat ze krijgen moet dan ook niet gezien worden als een gift, maar als een recht. Het zou metterdaad een belangrijke bijdrage leveren aan de gelijkheid van kansen, en dat zonder overheidsbevoogding. Dat past in een zich individualiserende samenleving van burgers die weten waar ze voor staan. De cijfers die genoemd zijn, betreffen voorbeelden, geen voorschriften. Daar moet aan gerekend worden. Het gaat om het idee. Nu, met de veiling van GSM-frequenties, hebben we een kans deels goed te maken wat we bij de aardgasbel verprutst hebben. Die kans moet deze regering en dit parlement niet voorbij laten gaan. Het aandeel in het fonds moet van enige substantie zijn. Op dit moment zijn er in Nederland ongeveer 185.000 achttienjarigen. Als die elk een aandeel van 10.000 gulden krijgen, kost dat ruim 1,8 miljard. Daartegenover staat een geschatte opbrengst van de GSM-frequenties van ongeveer 20 miljard gulden. Stel dat over dit vermogen een reëel (dat wil zeggen voor inflatie gecorrigeerd) rendement van 3 procent wordt gehaald, dan is de jaarlijkse opbrengst ongeveer 600 miljoen gulden per jaar. Dat wordt herbelegd, want ook voor alle komende achttienjarigen moet eenzelfde aandeel in het fonds beschikbaar zijn. Mocht dat in gevaar komen, bijvoorbeeld doordat het aandeel per achttienjarige veel hoger wordt vastgesteld, dan zijn er voldoende mogelijkheden om het fonds bij te spekken. Dan kan door er meevallers voor te gebruiken, door er de opbrengsten van verdere privatiseringen van staatseigendommen aan te doteren, door er de opbrengsten van de kapitaal(opbrengsten)-belasting uit het nieuwe belastingstelsel voor te gebruiken, of door het tarief van deze kapitaal(opbrengsten)belasting (30 procent van een fictief rendement van 4 procent) ook toe te passen op de pensioenfondsenvermogens. Wat is er mooier dan van belasting vermogen te maken, vermogen in de meest ruime zin van het woord. Het doel van bovengenoemd voorstel is niet alleen om het kapitaal van de GSM-frequenties niet verloren te laten gaan in rechttoe rechtaan overheidsuitgaven, maar het als kapitaalsbron te behouden. Het doel is ook niet alleen om te voorkomen op de top van de conjunctuur de economie en de arbeidsmarkt nog eens extra te belasten met extra uitgaven. Het doel is vooral om gelijkere kansen te scheppen voor jonge volwassenen die met ongelijke financiële en educatieve mogelijkheden aan de start verschijnen. Tussen hen zullen er altijd verschillen zijn en blijven: verschillen in voorkeuren voor opleiding, werk, vrije tijd, sparen en consumeren, alsook verschillen in kansen. Die laatste verschillen zullen als gevolg van de kracht van de aan de gang zijnde globalisering eerder toe- dan afnemen. Die verschillen zullen over een mensenleven tot grote verschillen in opgebouwd materieel en immaterieel vermogen tussen mensen leiden. Dat zij zo. Maar wat we op zijn minst kunnen doen is met het kapitaal wat ons als gemeenschap letterlijk in de schoot valt, de uitgangspositie van jonge volwassenen zoveel mogelijk gelijk trekken voordat ze aan hun tocht door het leven beginnen. Het uitgangspunt van het voorgestelde Generatiefonds is: beter voorkomen, dan genezen. Het fonds wil ongelijkheid van startpositie, armoe en sociale uitsluiting vanaf de start zoveel mogelijk voorkomen. Het mooie van dat type gelijkheid is dat het tevens tot vrijheid leidt. Het aandeel in het Generatiefonds is geen gift maar een burgerrecht, men is vrij het te besteden zonder aan allerlei overheidscriteria te voldoen, waaraan diegenen nu moeten voldoen die sociale bijgstand, studiebeurzen, en WAO krijgen. Het geeft gelijkheid van kansen, niet van uitkomsten. Zoals alle vormen van eigendom stimuleert het een mentaliteit van vooruitzien, van ondernemerschap en van zelfbeschikking. Daarmee creëert het bij de betrokkenen een gevoel van trots, van erbij horen in plaats van een gevoel van gegeneerdheid en uitsluiting.
Dr. Pieter Korteweg is voorzitter van het Beleidscomité van de Robeco Groep.
|
NRC Webpagina's 3 juni 2000
|
Bovenkant pagina |
|