|
Cahier Veiling mobiele-telefoniefrequenties
Frequentieveiling in Frequentieveilingen in het buitenland
|
Veiling is schadelijk voor bedrijven
Eind vorige maand werd in het Verenigd Koninkrijk de veiling voor de zogenoede derde generatie UMTS-frequenties ( IMT 2000) afgesloten. Vijf partijen hebben een vergunning verkregen voor het onvoorstelbare totaalbedrag van vijfentachtig miljard gulden. Deze vergunning moet toegang geven tot de exploitatie van mobiele internetdiensten en andere multimediatoepassingen. Ook in Nederland zullen de vergunningen voor deze mobiele breedbandtoepassingen worden geveild. Deze veiling zal naar alle waarschijnlijkheid op 10 juli beginnen. De veiling van GSM-frequenties in maart 1998 leverde de Nederlandse Staat ruim 1,8 miljard op. Minister Zalm (Financiën) verwacht bij de komende veiling een veelvoud daarvan. Die opbrengst is absoluut niet zeker. Dat de veiling in Engeland zoveel heeft opgeleverd, is zeker geen garantie voor een vergelijkbare opbrengst in Nederland. De markt, mentaliteit en vergunningenduur zijn daar totaal verschillend. Op basis van Europese regelgeving moeten dit jaar de UMTS-frequenties ter beschikking worden gesteld. De lidstaten mogen zelf bepalen hoe ze deze frequenties verdelen. Dit geldt zowel voor het verdelingsmechanisme als voor de grote van de kavels. Als er geen schaarste is, dat wil zeggen minder of evenveel vragende partijen als frequenties, worden de frequenties aan die partijen toegewezen. Dit lijkt inmiddels een theoretische mogelijkheid nu minstens dertig partijen de aanvraagdocumenten hebben opgevraagd. In Nederland kan bij schaarste op grond van de telecommunicatiewetgeving gekozen worden voor een vergelijkend onderzoek, ook wel schoonheidswedstrijd genoemd, of voor een veiling. Nederland heeft gekozen voor een veiling omdat dit 'het meest efficiënte, objectieve en transparante verdelingsmechanisme' zou zijn. Hierbij wordt echter nauwelijks gekeken naar het het resultaat van die veiling: een financiële aderlating van een sector die tot nu toe de snelste economische groei en groei van werkgelegenheid liet zien. In landen als Spanje en Finland zijn de frequenties toegewezen op basis van een schoonheidswedstrijd. In die landen zijn de kosten voor het verkrijgen van de vergunning onvergelijkbaar met Engeland. In Spanje klinken dan ook stemmen van regeringswege, dat eigenlijk te weinig geld is binnengekomen. En dat terwijl in de Europese vergunningen de richtlijn is gesteld, dat de vergoedingen voor het uitgeven van frequenties slechts mogen dienen tot dekking van de administratieve kosten. Bij de verenigde mobiele operators in Nederland bestaat veel zorg over de aanstaande veiling. De verwachte hoge kosten zullen immers op een of ander wijze door de vergunninghouders verdisconteerd moeten worden. Dat betekent een negatieve invloed op andere noodzakelijke investeringen en een negatieve invloed op lagere, aanvaardbare tarieven voor de consument. De minst draagkrachtige consument dreigt hier het slachtoffer te worden. De tweedeling in informatiearmen en -rijken wordt hiermee wel erg letterlijk. Daar komt bij dat door het totaal ongecoördineerde uitgiftebeleid binnen de Europese Unie de kosten, en daarmee de tarieven voor de nieuwe diensten, wel eens sterk zouden kunnen verschillen, wat ook niet bevorderlijk is voor een geharmoniseerde ontwikkeling van de Europese markt. Daarnaast kunnen grote partijen, die zonder kosten een vergunning hebben gekregen in eigen land, des te meer gaan bieden op veilingen in andere landen, hiermee de kosten nog verder omhoog stuwend. Een ander belangrijk punt is dat straks voor veel geld vergunningen worden 'verkocht' aan partijen, die op grond van die vergunning een landelijk dekkend netwerk moeten realiseren. Dat betekent dat vijf partijen plaats moeten krijgen voor veel nieuwe opstelpunten voor antennes. Dit wordt steeds moeilijker. Gemeenten zijn bij de ontwikkeling van een antennebeleid autonoom. En hoewel de overheid doende is een landelijk antennebeleid te ontwikkelen, zijn er geen mogelijkheden voor die landelijke overheid om een 'gedoogregeling' voor die antennes, zoals die bestaat voor telecommunicatiekabels, te realiseren. Sterker nog, in de aanvraagregeling wordt gesteld dat de vergunninghouder zelf volledig verantwoordelijk is voor het verkrijgen van noodzakelijke vergunningen. Dit kan soms een hele lange weg zijn. Er kunnen, kortom, nogal wat kanttekeningen worden gemaakt waardoor de euforie over de veiling van frequenties in een ander daglicht wordt gesteld.
Rob van den Hoven van Genderen is bestuurslid van de Verenigde mobiele Operators in Nederland MONET.
|
NRC Webpagina's 3 juni 2000
|
Bovenkant pagina |
|