NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Dossier Euro

Nieuws

De invoering van de euro

De koers van de euro

Europese Centrale Bank

Economische en Monetaire Unie

Meningen

Feiten en cijfers

Links

Euro zal de opmaat tot politieke eenwording zijn
Roel Janssen
De monetaire soevereiniteit van elf Europese lidstaten is op Nieuwjaarsdag ten grave gedragen - leve de euro. Maar de nieuwe munt brengt niet alleen voordelen, er zijn ook talloze bedreigingen, meent Roel Janssen. Maar fout gaan mag het niet, want dan is de schade niet te overzien.

De elf Europese lidstaten die deelnemen aan de Economische en Monetaire Unie hebben vanaf Nieuwjaarsdag een streep gezet onder hun monetaire soevereiniteit. Hun munten circuleren nog wel, maar die zijn slechts verschijningsvormen van de euro. De wisselkoersen zijn aan elkaar gekoppeld, het monetaire beleid wordt gevoerd door de Europese Centrale Bank en de nationale deviezenreserves zijn gedeeltelijk overgedragen aan de ECB.

Euroland bestaat, maar nu begint het feest pas echt. Om Groucho Marx, de Amerikaanse filmkomiek uit de jaren dertig, te para-fraseren: ,,Het antwoord voor Europa is de euro. Maar wat was de vraag ook al weer?' De vraag was de voltooiing van de interne markt met een munt, de positionering van de Europese Unie als financieel machtsblok in de wereld en de verzoening van politieke tegenstellingen met monetaire middelen. De euro verbindt de deelnemende landen aan elkaar met een lijm die niet meer los mag laten omdat de schade van breuk niet te overzien is. De euro wordt een sterke munt, een wereldwijd geaccepteerde valuta. En een internationale reservemunt, zo weten de Verenigde Staten sinds de Tweede Wereldoorlog, biedt enorme financiele privileges.

Maar de euro brengt niet alleen voordelen. Er zijn ook talloze bedreigingen. Van fraude bij de introductie van de chartale euro (de munten en bankbiljetten) in 2002 tot de rol van zondebok als de bestrijding van de werkloosheid faalt.

Nu de EMU is begonnen, is werkloosheid naar de bovenste plaats op de Europese agenda geschoven. Werkloosheidsbestrijding is de grootste uitdaging voor de komende jaren. Met sociaal-democraten (en in sommige landen communisten en groenen) in tien van de elf regeringen van euroland is sprake van een verschuiving in het politieke paradigma. De lange weg naar de EMU is afgelegd onder het gesternte van monetair conservatisme, de start heeft plaats onder een herleving van economisch activisme. Vooral in Duitsland, waar verwoede pogingen worden gedaan om het oud-keynesiaanse gedachtengoed in ere te herstellen.

Met druk op de ECB om met een renteverlaging de werkgelegenheid te bevorderen, zijn politici aan het verkeerde adres. De wortels van de Europese werkloosheid zijn gelegen in het gebrek aan flexibiliteit van de arbeidsmarkten, de generositeit van het stelsel van sociale zekerheid en belemmeringen voor nieuwe ondernemersactiviteiten. De verzorgingsstaat, die werd opgebouwd in de na-oorlogse periode van relatief lage lonen, hoge groei en een jonge bevolking, is vanaf de jaren tachtig onbetaalbaar geworden door de hoge bruto arbeidskosten, de matige groei en de vergrijzing van de bevolking. De belasting op arbeid om de verzorgingsstaat te financieren, is een van de oorzaken van de werkloosheid geworden. Andere oorzaken zijn de verstarring van de arbeidsmarkten, de bescherming van degenen die een baan hebben en de uitsluiting van mensen zonder baan.

Hervorming van de arbeidsmarkt en herziening van de sociale zekerheidsarrangementen om de financiele ruimte te scheppen voor een drastische belastingverlaging vormen een politiek mijnenveld - zie de WAO-crisis in 1991 in Nederland die de PvdA en het CDA bijna opbrak. Maar het is een illusie te menen dat de EMU deze problemen zal oplossen. Daartoe zijn monetair beleid en de aan elkaar geklonken wisselkoersen niet in staat. De EMU snijdt beproefde ontsnappingsmechanismen - devaluatie van de munt, inflatie, begrotingstekorten - zelfs af. Het lijkt waarschijnlijker dat de monetaire unie dan ook verdere aanpassingen zal afdwingen, al hebben de grote landen nog steeds meer moeite met die erkenning dan de kleinere lidstaten.

Een tweede cluster van uitdagingen in de beginfase van de EMU heeft te maken met de mogelijkheden tot fraude, vervalsingen en witwassen van zwart geld op Europese schaal. Tot nu toe waren dat nationale problemen, weliswaar grensoverschrijdend, maar terug te voeren op een bankstelsel en een munt in een land met nationale toezichthouders. In euroland hoeft niemand zijn of haar geld te wisselen, dus ook criminelen niet. Met het biljet van 500 euro (ingevoerd op aandrang van Duitsland en Nederland die biljetten van DM 1.000 respectievelijk 1.000 gulden kennen) beschikt euroland over een formidabele concurrent voor het 100 dollar biljet als favoriet voor het internationale criminele of fiscus-ontwijkende circuit. Een Europese toezichthouder op het bankwezen ontbreekt en de uitwisseling van gegevens is aan beperkingen onderhevig.

Op het moment van inwisseling van de nationale valuta's in euro's moet ook zwart geld worden omgezet, maar geen enkele regering ziet er naar uit om de euro-conversie actief te gebruiken om zwart geld te traceren. De grenzen zijn bovendien afgeschaft. Verder kan verwarring ontstaan over vervalsingen. Het schijnt dat recentelijk al eurobiljetten zijn opgedoken in Zuid-Italie en Portugal. In feite moeten de eerste biljetten nog gedrukt worden.

Het probleem is niet dat fraude of vervalsingen nieuw zijn, maar dat de Europese schaal nieuw is. Euroland heeft een munt, maar niet een justitieel of politieel systeem. De monetaire unie is gemeenschapsbeleid, justitie en politie vallen onder de `derde pijler' van intergouvernementele samenwerking. Europol wacht nog op toestemming om zich met falsificatie bezig te mogen houden. Zelfs de wet- en regelgeving op het gebied van fraudebestrijding, straffen op vervalsingen en witwassen is bij lange na niet geharmoniseerd.

Voor een deel is dit een gevolg van de wijze waarop de Europese lidstaten hun integratie gestalte geven. De economie en de munt zijn samengevoegd. Op terreinen die zouden kunnen leiden tot een politieke unie, houden de natie-staten stand en staan ze hooguit samenwerking toe. Maar de economie van de euromarkt zal verdere stappen naar een politieke eenwording afdwingen. Het is het omgekeerde van een beroemde uitspraak van generaal De Gaulle: de politiek volgt de economie, zoals de intendance het leger.

NRC Webpagina's
4 januari 1999


www.nrc.nl/Economie

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad