Euro maakt markten transparant; Nieuwe munt kan impuls zijn
voor geografische spreiding
Door SJOUKE RIJPER
Met de invoering van de euro worden de
financiele markten transparanter. De kijk op het Europese
beleggingsspeelveld wordt helderder. Of beleggers hun
aandelenportefeuille Europees gaan herschikken op basis van deze
voordelen is de vraag. Veel internationale bedrijven zijn relatief
onbekend.
Beleggers die het nog niet weten houden de kranten niet goed bij en zijn
vermoedelijk langetermijnbeleggers. Wie zich komende maandag verbaast
over de extreem lage beurskoersen heeft niet meegekregen dat met ingang
van het nieuwe jaar de koersen in euro's worden uitgedrukt, net als op
de beurzen van de tien andere landen van de Economische en Monetaire
Unie die de gemeenschappelijke munt invoeren. Het zal wel even wennen
zijn. De vertrouwde koersen die in de hoofden van de kleine beleggers
gegrift staan kloppen niet meer met de werkelijkheid. Een
geruststellende gedachte is dat de belegger die maandag niets verandert
aan zijn Nederlandse aandelenportefeuille geen cent armer wordt,
afgezien van de gebruikelijke koersschommelingen.
De invoering van de euro biedt vooral mogelijkheden voor Europees
beleggen. Maar ook die zijn niet nieuw. Het is een misverstand dat met
de invoering van de euro ineens de grenzen opengaan en dat er groen
licht komt voor de handel in deze internationale waardepapieren. Dat kon
immers al. Banken en commissionairs bieden deze diensten, tegen hogere
buitenlandtarieven, al jaren aan.
Het is ook een misverstand dat door de invoering van de euro het
valutarisico verdwijnt. Dat risico was al te verwaarlozen aangezien de
valutakoersen in de EMU-landen al geruime tijd aan elkaar zijn
gekoppeld.
Belangrijker is dat sinds gisteren de rentes van de EMU-lidstaten
formeel zijn vastgeklonken. De Europese Centrale Bank zal een rente
hanteren. Waardeschommelingen van beleggingsportefeuilles door
rentebesluiten van Europese landen behoren tot het verleden.
De invoering van de euro maakt Europees beleggen vooral gemakkelijker.
'Maar wat is er mis met het Damrak?', zal de patriottische belegger zich
afvragen. 'Waarom moet ik ineens aandelen in eurolanden gaan
aanschaffen?' Het antwoord is 'risicospreiding'. Zet niet al je geld op
een paard, of zoals, de Britten het verwoorden, vervoer niet al je
eieren in een mandje.
De meeste particuliere beleggers in Nederland hebben hun geld op de 26
belangrijkste fondsen van de Amsterdamse effectenbeurs gezet, de
AEX-fondsen of ook wel hoofdfondsen genoemd. Daarmee hebben zij hun
portefeuille al voor een groot deel gespreid. In deze eredivisie van de
beurs zijn immers de belangrijkste economische sectoren
vertegenwoordigd. Wie die risicospreiding nog niet groot genoeg vindt
kan zijn sectoren verdelen over de diverse eurolanden. Niet iedere
sector biedt voldoende binnenlandse alternatieven. Bovendien zouden
binnenlandse sectoren gevoelig kunnen zijn voor overheidsbesluiten. Wie
helemaal op 'safe' wil spelen koopt ook eens stukken in de
niet-EMU-landen Zwitserland, Verenigd Koninkrijk of koopt in op Wall
Street of Tokio.
De invoering van de euro zou de kleine belegger een impuls kunnen geven
om zijn beleggingssectoren geografisch te spreiden. De markt wordt
transparanter omdat aandelenkoersen gemakkelijker met elkaar te
vergelijken zijn. Op het Duitse teletekst staan de aandelen Deutsche
Telekom in euro's vermeld. In Franse media gebeurt hetzelfde met de
stukken van France Telekom. Op de internetpagina's van de beurzen van
Milaan en Madrid staan achter Telecom Italia en het Spaanse Telefonica
dezelfde eurologo's. En natuurlijk geldt hetzelfde voor de KPN. Het is
de bedoeling dat ook de financiele verslaggeving in de eurolanden wordt
geharmoniseerd.
Vergelijkingen maken tussen beursfondsen kon al met
koers-winstverhoudingen, de koers gedeeld door de winst per aandeel. Dat
levert een verhoudingsgetal op waarmee over de hele wereld kan worden
beoordeeld of een aandeel relatief duur of goedkoop is. Probleem daarbij
is echter dat die verhoudingsgetallen nou net weer niet breeduit worden
gepubliceerd. Bovendien zegt de koers-winstverhouding niets over de
prijs van een gewenst pakket aandelen in relatie tot besteedbare bedrag
op de effectenrekening van de belegger.
Het uitdrukken van de koersen in een gemeenschappelijke munt is voor de
belegger vooral gebruikersgemak. Maar zal hij of zij alleen op grond
daarvan vanaf maandag massaal de grens oversteken om buitenlandse
stukken te kopen? Waarschijnlijk niet. Zakendoen in het buitenland is,
al is het een EMU-land, toch ongebruikelijk. Namen van middelgrote
Spaanse of Italiaanse bedrijven klinken hier niet bekend in de oren.
Gewoonweg omdat ze hier niet in het nieuws zijn er werken immers geen
landgenoten of omdat hun producten in Nederland geen naambekendheid
hebben. De kans is groot dat een financieel drama bij zo'n buitenlands
concern, zelfs in deze informatiemaatschappij, te langzaam doordringt
tot de hoofden van de kleine Nederlandse belegger. Die kan dan niet a la
de minute reageren op dat nieuws. Bovendien analyseren Nederlandse
specialisten nog lang niet alle hoofdfondsen van de Eurobeurzen met
regelmaat. Zij kampen met dezelfde informatie-achterstand. Onbekend
maakt onbemind, maar wanneer er geld te verdienen valt worden beleggers
minder afhoudend. Wanneer er met een onbekend buitenlands fonds, zoals
bijvoorbeeld bij beursintroducties, groot financieel voordeel valt te
behalen gaan de oren omhoog staan. Banken en andere aanbieders van
financiele diensten worden op hun beurt scherp als blijkt dat die 1,2
miljoen beleggende Nederlanders in toenemende mate vragen om
internationale aandelen.
De grote banken hebben zich de afgelopen maanden voorzichtig voorbereid
op deze vraag. Voorzichtig, omdat dus helemaal niet vaststaat of
internationaal beleggen zal aanslaan bij het grote publiek.
Beleggersbladen melden in hun dubbeldikke Kerstnummers dat ze meer
buitenlandse fondsen gaan volgen.
Beursorderlijnen kijken de kat uit de boom. De meeste volautomatische
telefoon oproepbare ordercomputers zijn maandag nog niet uitgerust met
een breed aanbodpakket van buitenlandse aandelen. De komende maanden zal
blijken of de vraag-aanbodreactie op gang komt. Gebeurt dat inderdaad
dan zullen buitenlandse bedrijfsnamen steeds vaker de vaderlandse media
halen, wat weer als gevolg heeft dat beleggers gemakkelijker instappen.