'Centrale banken onafhankelijk'
Door onze diplomatiek redacteur
De Franse en Duitse regering zijn niet van
plan te tornen aan de onafhankelijkheid van hun centrale banken, of aan
die van Europese centrale bank (ECB) inzake het monetaire beleid en de
rentepolitiek. Dat hebben de Franse premier, Jospin, en de nieuwe Duitse
kanselier, Schroder, gisteren verzekerd in gesprekken met premier Kok in
het Catshuis in Den Haag.
Schroder, wiens minister van Financien, Oskar Lafontaine, de Duitse
Bundesbank de afgelopen dagen had opgeroepen de rente te verlagen in het
belang van de werkloosheidsbestrijding, zei gisteravond ,,niets te
begrijpen' van verwijten als zou de nieuwe rood-groene regeringscoalitie
in Bonn erop uit zijn de stabiliteit van de munt in gevaar te brengen.
Bezorgdheid daarover had de afgelopen dagen in Nederland onder meer de
fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer, Dijkstal, uitgesproken.
Volgens Schroder respecteert zijn regeringscoalitie de onafhankelijkheid
van de Duitse en de Europese Centrale Bank, die per 1 januari 1999 gaat
waken over de stabiliteit van de euro. Maar hij zei erbij, in antwoord
op vragen of zijn coalitie niet toch feitelijk probeert het rentebeleid
en het wisselkoersmechanisme te beinvloeden, dat de soevereiniteit van
de ECB niet absoluut kan zijn, ,,net zo min als de soevereiniteit van de
door mij zeer gerespecteerde Nederlandse koningin'.
Een stabiele arbeidsmarkt is net zo belangrijk als een stabiele munt,
zeker omdat in de Europese Unie beslist iets moet worden gedaan aan de
werkloosheid van 20 miljoen mensen. Want anders ontstaat daardoor een
,,gevaarlijke instabiliteit', aldus Schroder na zijn
kennismakingsgesprek met Kok. Die viel hem bij met de opmerking dat het
in Europa om meer dient te gaan dan alleen maar om monetaire
stabiliteit.
De Duitse kanselier zei voorts dat hij Nederlandse poldermodel
bewondert, maar hij acht het toch niet helemaal toepasbaar voor de
Bondsrepubliek. Hij zou er de bruikbare kanten van willen bestuderen om
er in Duitsland zijn voordeel mee te doen. ,,Het is een voorrecht door
het Nederlandse raam te mogen kijken', zei hij. Schroder verwees daarbij
naar de overlegeconomie en het grote aantal deeltijdbanen in Nederland.
Eerder gisteren had ook de Franse premier, Jospin, in het Catshuis
benadrukt dat regeringen zich bij hun leest moeten houden en niet
centrale banken moeten pressen om via hun monetaire politiek de
werkloosheid te bestrijden. Het scheppen van werk is aan het
bedrijfsleven, aan productieve sectoren, moderne industrieen en
dienstverlenende bedrijven, zei hij.
Jospin, die tijdens zijn officiele werkbezoek gisteren ook het
Joegoslavie-Tribunaal in Den Haag bezocht, herinnerde aan de wens van
president Chirac om nieuwe impulsen te geven aan de Frans-Nederlandse
betrekkingen. De beide landen zullen proberen met zoveel mogelijk
gelijke standpunten te werken in de Europese Unie, zei hij. Maar ,,grote
volken' als het Franse en het Nederlandse hebben ,,gepassioneerde'
opvattingen en verschillen dus ook wel eens van mening, aldus Jospin.
De Franse premier maakte duidelijk dat hij daarmee niet alleen de
botsende opvattingen over het drugsbeleid bedoelde. In zijn gesprek met
Kok en staatssecretaris Benschop (Europese Zaken) was ook gebleken dat
Nederland en Frankrijk van mening verschillen over de financiering van
de Europese Unie in 2000-2006 en over het EU-landbouwbeleid. In oktober
heeft Parijs zich al vierkant uitgesproken tegen de door Nederland
bepleite gedeeltelijke ,,renationalisering' van de subsidies in het
Europese landbouwbeleid. Daardoor zou Nederland, dat in 2002 een bedrag
van 1,3 miljard op de nettobijdrage aan de EU wil bezuinigen, jaarlijks
400 miljoen kunnen verdienen.
Frankrijk, dat anders dan Nederland voor zijn boeren meer uit de
Europese landbouwkas krijgt dan het moet betalen, is met andere
Zuid-Europese landen tegen zo'n nieuwe opzet. Eind vorige week zeiden
minister Van Aartsen (Buitenlandse Zaken) en staatssecretaris Benschop
nog dat Frankrijk met Groot-Brittannie en Duitsland voelt voor
Nederlandse ideeen om de netto EU-uitgaven te beperken.