Een land voor vrije jongens; Prijstransparantie en grijze handel
in Euroland
Door Jochen van Barschot
Een munteenheid in elf Europese landen
maakt internationale handel doorzichtiger. Prijsverschillen worden in
een oogopslag zichtbaar en parallelimport grijze handelsstromen buiten
reguliere distributiekanalen om wordt gemakkelijker. Maar fabrikanten
staan niet machteloos. Er zijn listen tegen te verzinnen.
Prijzen van producten lopen in Europa uiteen. ,,Vergelijken van prijzen
in de Europese Unie leidt tot verrassende ontdekkingen. Identieke
producten zijn in het ene land soms vijftig procent duurder dan in het
andere', zegt M. Oostendorp, directeur van het Projectbureau euro bij
ABN Amro. Bekende voorbeelden zijn auto's, medicijnen en sigaretten, die
door belastingregels in sommige landen stukken duurder zijn dan elders.
Maar tal van andere factoren zijn eveneens van invloed op de prijs,
zoals de mate van concurrentie, verschil in transportkosten en
smaakverschillen bij het publiek.
Vooral merkartikelen zijn voor een belangrijk deel van smaakverschillen
afhankelijk. De prijs van een spijkerbroek, sportschoenen of een flesje
parfum wordt vrijwel volledig bepaald door de marktpositie van het
bijbehorende merk. Aangezien die positie, afhankelijk van het succes van
marketinginspanningen, per land verschilt, lopen de prijzen uiteen.
Oostendorp is ervan overtuigd dat na de introductie van de euro de
prijzen van producten in Europa naar elkaar zullen toegroeien. ,,Niet
volledig en niet voor elk product even snel, maar wel onafwendbaar.' Dat
gaat echter niet van de ene op de andere dag. Fiscale regelgeving en
andere wettelijke voorschriften zitten in Europa nog lang niet op
hetzelfde niveau. Ook allerlei standaarden verschillen per land. Zo past
een Nederlandse stekker niet in elk Europees stopcontact.
,,Na de monetaire eenwording zal de druk toenemen om barrieres te doen
verdwijnen. Consumentenbonden staan steeds minder tolerant tegenover
prijsvariaties voor identieke diensten in verschillende landen. Brussel
zal hierop inspelen door productievoorschriften te harmoniseren en door
de prijszetting te bewaken', verwacht Oostendorp.
,,Maar op 1 januari 1999 zijn er niet ineens identieke prijzen voor
identieke producten in `euroland'. Grote bedrijven reageren vermoedelijk
sneller dan de retailsector. Internationaal georienteerde bedrijfstakken
merken de gevolgen eerder dan op binnenlandse markten gerichte sectoren.
Homogene producten gaan makkelijker onder het mes dan
gedifferentieerde.'
Voorlopig zijn de prijsverschillen binnen de EMU dus nog niet verdwenen.
Door de invoering van de euro wordt de Europese markt echter wel
doorzichtiger. ,,De euro doet de mist optrekken', aldus Oostendorp. Deze
prijstransparantie zal op kleine schaal naar verwachting leiden tot meer
grensoverschrijdend verkeer door consumenten. Die zullen, sneller dan
nu, over de grens inkopen doen, doordat belemmeringen als geld wisselen
en voortdurend moeten omrekenen verdwijnen. Veel verder dan de
grensstreken zal dit verschijnsel echter niet reiken, de afstand is
daarbuiten al snel te groot.
Voor bedrijven wordt op grote schaal grensoverschrijdend importeren
echter wel meer de moeite waard. ,,Afnemers zullen steeds meer buiten de
landsgrenzen op zoek gaan naar de goedkoopste leverancier. Bedrijven
zullen hun inkoopkracht in verschillende landen bundelen tot een
pan-Europese kracht', aldus Oostendorp. Door het verdwijnen van
wisselkoersrisico's en de kosten van wisseltransacties zal ook de export
een grote vlucht nemen, verwacht hij. ,,Uiteindelijk groeien prijzen dan
naar elkaar toe en als de concurrentie groter wordt zullen ze op een
lager niveau belanden.'
Europa spiegelt zich wat dat betreft graag aan de Verenigde Staten, die
net als straks de Economische en Monetaire Unie (EMU) een enorm
handelsgebied vormen waar overal dezelfde munteenheid geldt.
Doorzichtigheid van de markt zou een van de factoren zijn die ervoor
hebben gezorgd dat het prijspeil er lager ligt dan in Europa. In
Nederland zijn de prijzen bijvoorbeeld gemiddeld 22 procent hoger dan in
de VS, zo becijferde onderzoeksbureau McKinsey in 1997.
Als prijstransparantie in de EMU uiteindelijk leidt tot een lager
prijsniveau is dat goed nieuws voor de consument. Fabrikanten zien dit
mechanisme echter met enige argwaan tegemoet. ,,Tot nu toe kan voor een
product per land eenvoudigweg een aparte prijs worden vastgesteld. Deze
regionale prijsdifferentiatie betekent vaak een belangrijke bijdrage aan
de totale winst van een onderneming', zegt C. Bijlsma, partner van
marketingadviesbureau Science & Strategy. ,,Waarom een onderneming voor
hetzelfde product per land een andere prijs vraagt, is doorgaans
gebaseerd op valide marketingargumenten. Per land wordt ingespeeld op de
concurrentie, markteisen, koopkracht en wensen van afnemers. Dat
verandert niet na de komst van de euro.'
Prijsvergelijking zal echter toenemen. ,,Internationale afnemers en
Europese inkoopcentrales zullen eenheidsprijzen gaan verlangen. Opeens
gaat de laagste prijs als referentie gelden bij de onderhandelingen over
een gemiddelde Europese prijs. Dat gaat ten koste van de marge', aldus
Bijlsma.
Fabrikanten vrezen dat handelaren door transparantie op de Europese
markt handig gebruik zullen maken van prijsverschillen binnen de EMU,
door producten in te kopen op de plaats waar ze het goedkoopst zijn, om
ze vervolgens elders weer op de markt te brengen.
Parallelhandel, een handelsstroom die buiten de door de fabrikant
gecontroleerde distributiekanalen om loopt, bestaat nu ook al. Sterker,
,,parallelhandel is zou oud als de wereld', stelt secretaris N. Schouten
van de Nederlandse vereniging van Internationale handelaren, de Dutch
Merchants Association (DMA). In Nederland gaat er zo'n vier miljard
gulden in om, becijferde het Economisch Instituut voor Midden- en
Kleinbedrijf in 1996. ,,Het behoort tot wat wel de typische Nederlandse
handelsgeest wordt genoemd', volgens Schouten. Doordat
parallelhandelaren producten goedkoper op de markt brengen, moet in veel
gevallen de fabrikant zijn prijzen ook verlagen. ,,Op die manier
profiteert de Europese burger van die ene, Europese markt. Die wordt zo
ook echt zichtbaar voor de consument', aldus Schouten. ,,Fabrikanten
zijn daar niet blij mee en proberen de interne markt op allerlei
manieren te frustreren, bijvoorbeeld door artikelen te voorzien van
gecodeerde verpakkingen. Zo kan de fabrikant controleren of een product
dat was bedoeld voor de Franse markt in Nederland opduikt. Hij stapt
vervolgens op de handelaar af en suggereert dat deze in overtreding is.
Dat is die handelaar echter niet, want hij opereert op de interne
Europese markt.'
M. van Empel, partner van advocatenkantoor Stibbe Simont Monahan Duhot,
beaamt dat. ,,Binnen Europa is parallelhandel toegestaan. De overheid of
een fabrikant mag de vrijheid van handel niet beperken. Brussel
bevoordeelt de vrije jongens.' Toch staat een fabrikant niet altijd
machteloos. ,,Een handelaar die namaakproducten die op merkartikelen
lijken op de markt brengt, is wel aan te pakken, net als
parallelimporteurs die hun producten van buiten Europa halen.'
Overigens is niet elke sector volgens Van Empel even kwetsbaar voor
parellelhandel. Verse groenten komen bijvoorbeeld niet in aanmerking,
die zijn te kort houdbaar om allerlei omwegen te kunnen volgen voordat
ze op de markt komen. Dat ligt anders voor bijvoorbeeld luxe
merkartikelen. Een belangrijk deel van de verkoopprijs wordt bij zulke
producten bepaald door investeringen in het merk, veelal in de vorm van
dure reclamecampagnes. De parallelhandel profiteert wel van de
bekendheid van het merk, maar draagt niet bij aan de marketingkosten.
Hetzelfde geldt voor de farmaceutische industrie, die hoge
researchkosten doorberekent in de prijs. De parallelhandel hoeft deze
kosten niet te maken.
Volgens Bijlsma (Science & Strategy) moeten bedrijven bij zichzelf
nagaan of ze wel voldoende ondernemen tegen parallelhandel. Vaak zit er
een `lek' in het distributiekanaal: een afnemer die producten
doorverkoopt aan parallelhandelaren, die de spullen op hun beurt elders
op de markt brengen. ,,Zulke distributeurs kun je dreigen met
prijsverhoging of rantsoenering.' En als veel afnemers op een bepaalde
afzetmarkt een grote bron van lekkage zijn, adviseert Bijlsma een
structurele maatregel. ,,Zo'n probleem los je op door je terug te
trekken uit die markt. Door op een slechte markt te blijven, moet je je
producten tegen een te lage prijs aanbieden en wakker je prijsbederf en
parallelhandel aan.' Door afscheid te nemen van de afzetmarkt met de
laagste prijzen, kan de bandbreedte tussen de hoogste en de laagste
prijs, waar de parallelhandelaar juist van profiteert, worden verkleind.
,,Een alternatief is ook om ter plekke, voor de betreffende regio, een
lokaal product te ontwikkelen.' Hetzelfde product zou bijvoorbeeld onder
een andere merknaam op de markt kunnen worden gebracht. ,,In feite is
dat een stap terug, maar een product dat Europees minder vergelijkbaar
is, beschermt wel de marge van het bedrijf.'
De vergelijkbaarheid van producten is op tal van andere manieren te
verminderen. ,,In plaats van onder eigen merk te produceren, kun je ook
een huismerk maken voor een grote afnemer.' Als het product zich
daarvoor leent is het mogelijk om per land andere types of uitvoeringen
van een product op de markt te brengen. ,,Deze strategie kan ook
betekenen dat producten meer klantspecifiek moeten worden gemaakt:
maatwerk versus standaardproduct.'
Veel bedrijven maken volgens Bijlsma een grote fout door zich juist
Europeser te gaan orienteren. ,,Dat vergroot de kwetsbaarheid van
bedrijven. Bij uniforme producten voor heel Europa wordt het veel
gemakkelijker prijzen te vergelijken dan bij afwijkende nationale merken
of verpakkingen. Voor een Europees product wordt ook sneller een
Europese prijs verlangd dan voor een landspecifiek product.'
Bedrijven die hun productie ergens in Europa centraliseren, besluiten
vaak voor het gemak verschillende talen op hun verpakking te drukken.
,,Zonder dat ze het zelf in de gaten hebben, maken deze bedrijven
prijsvergelijking en grijze handel extra gemakkelijk.' Dat geldt ook
voor bedrijven die hun service-afdeling centraliseren. ,,Vanuit een
centraal callcentre worden alle Europese afnemers te woord gestaan. Dat
vergemakkelijkt parallelhandel, want service is niet langer een
regiogebonden toegevoegde waarde.' Bijlsma bepleit het omgekeerde. ,,Je
voorkomt parallelhandel door je eigen distributeurs het alleenrecht te
geven om service en garantie te verstrekken.'
Op die manier kunnen bedrijven ook voorkomen dat hun eigen
verkoopkanalen gefrustreerd raken door alle parallelhandel om hen heen.
,,Parallelhandel kan onwil bij distributeurs veroorzaken, doordat die
meer moet betalen voor de producten dan de parallelhandelaar.
Tussenhandelaren zullen dan zelf ook op zoek gaan naar andere kanalen.'
Volgens Oostendorp (ABN Amro) maken bedrijven die de euro zien als
,,gewoon een munt erbij' een ,,forse onderschatting van de veranderingen
die in `euroland' voor de deur staan.' ,,Door de euro ontstaat er meer
prijsvergelijking en meer grijze handel', zegt Bijlsma (Science &
Strategy). ,,Dit is een bedreiging, maar bedrijven die nu al werken aan
een overgangsplan voor de euro zullen er niet door worden overvallen.'
Van Empel (Stibbe) ziet in de euro op de lange termijn zelfs een kans om
het parallelhandelaren moeilijker te maken. ,,De verschillen tussen
nationale markten zullen verdwijnen en de toegevoegde waarde van de
tussenhandel wordt kleiner. Dat betekent dat producenten meer een
directe relatie met hun afnemers krijgen.' Bovendien zullen de lagere
prijzen - veroorzaakt door de prijstransparantie - ten koste gaan van de
marge van de tussenhandel, ,,en dat is nu juist de speelruimte van de
parallelhandelaar.'