Euro is het snoepje voor nieuwkomers in de
EU
De Europese Unie zal de wat
mindere economische prestaties van de nieuwkomers makkelijk kunnen
opvangen, maar zijn zij zelf in staat het hoofd boven water te houden?
De risico's van een te snelle toetreding zijn niet gering.
Door onze redacteur EGBERT KALSE
MALMÖ, 23 APRIL. Tientallen meters extra vergadertafel is er
klaargezet. Het dubbele aantal stoelen dan normaal is aangeschoven. De
Europese Unie oefent hoe het is om 'groot' te zijn. De effecten van de
aanstaande uitbreiding op zoiets simpels als een vergadering werden
afgelopen weekend in één klap duidelijk. Bijna een
verdubbeling van het aantal sprekers, van 15 naar 28. Welkom in de
nieuwe Europese Unie.
Zaterdagmiddag vergaderden de 15 Europese ministers van Financiën
in het Zweedse Malmö voor het eerst met hun 13 toetredende
collega's. Deze landen, met name Oost-Europese, zullen vanaf juli 2004,
stapsgewijs tot de Unie gaan behoren. Dat betekent onder meer een enorme
uitbreiding van het inwonertal (een groei met ongeveer 30 procent tot
450 miljoen Europeanen), maar slechts een kleine groei van het totale
inkomen van de Unie (een toename van 7 procent). Simpel gezegd: de Unie
gaat een aantal zwakke broeders binnenhalen die naar verwachting slechts
met fikse financiële steun van de huidige lidstaten het hoofd boven
water kunnen houden.
De Unie zelf maakt zich niet zo'n zorgen om de houdbaarheid en kracht
van de eigen economie. Commissievoorzitter Romano Prodi liet afgelopen
weekend, gesteund door onder meer ECB-president Wim Duisenberg, keer op
keer weten vertrouwen te hebben in de economische slagkracht van
'machtsblok Europa'. De komst van de nieuwe 'kleintjes' zal de Unie niet
uit balans brengen, was de boodschap. Zelfs de dreigende crisis in de
Verenigde Staten boezemt de EU geen angst in. "We zijn te groot om daar
echt hinder van te ondervinden", aldus een zelfverzekerde Prodi.
De aspirant-lidstaten (waaronder Polen, Tsjechië, Slovenië, de
Baltische staten en Turkije) doen er intussen alles aan hun
economieën net zo solide te krijgen als die van een gemiddelde
lidstaat. Er wordt geprivatiseerd, een financiële sector wordt
opgezet, de markteconomie wordt ingevoerd. Toch lijkt dat op korte
termijn een bijna onmogelijke opgave. President Nout Wellink van De
Nederlandsche Bank: "Pas als Polen de komende tien tot vijftien jaar het
groeiniveau van dit jaar weet vast te houden, zit het in 2016 net op het
niveau van de drie armste lidstaten van de huidige Unie."
Lid worden van de Unie betekent voor de nieuwkomers op termijn ook lid
worden van de EMU en dus meedoen met de euro. De twee verschillende
pakketten aan criteria ('Maastricht' voor de EMU en 'Kopenhagen' voor de
economische stabiliteit) moeten dan volledig zijn ingevoerd. Tijdens de
vergadering, zo vertelde minister Gerrit Zalm (Financiën) na
afloop, bleek dat de euro voor veel toetreders het snoepje is waar ze
het allemaal om lijken te doen. Dat brengt een risico met zich mee.
Wellink: "Sommige landen hebben het idee dat ze twee tot drie jaar na
hun toetreding al deel kunnen nemen aan de EMU. Een beetje druk op de
ketel is goed, maar het lijkt onhaalbaar."
Zalm en Wellink schaarden zich dan ook achter de opmerkingen van de
Duitse minister van Financiën Hans Eichel, die de nieuwkomers op
het hart drukte vooral eerst de eigen economie op orde te hebben en dan
pas de stap naar de EMU-criteria te maken. Wellink: "De eigen economie
is de basis." Zalm voegde daaraan toe dat hij liever heeft dat "landen
goed voorbereid een jaartje later dan gepland lid worden dan dat ze
overhaast en slecht voorbereid net op tijd zijn".
Ondanks de economische zorgen die de lidstaten hebben, noemde Zalm de
eerste vergadering "goed". De landen zien in dat een versterking van hun
economieën niet alleen goed is voor toetreding, maar vooral ook
voor de eigen bevolking. Dat de nieuwkomers echt heel graag bij Europa
willen horen, bleek overigens niet zozeer uit de vooral positief
gestemde analyses van de eigen economie en de bereidheid tot hervormen.
"Wat opviel was dat ze allemaal zo keurig Engels spraken", zei Zalm.
"Nog beter dan sommige van de huidige lidstaten."